Feature

Innoveren, participeren!

De sinds 1 januari 2006 geheel vernieuwde Raad van Cultuur – alle leden inclusief de voorzitter zijn vervangen – schreef een Advies Agenda voor het Cultuurbeleid en de Culturele Basisinfrastructuur. Het advies getiteld Innoveren, participeren! werd 6 maart aan de minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Ronald Plasterk aangeboden.

‘Er groeit een kloof tussen dat wat maatschappelijk moet en dat wat er gebeurt in de ruimtelijke vakdisciplines (architectuur, stedenbouw, monumenten, archeologie en landschapsarchitectuur). […] Deze kloof ondermijnt op termijn de legitimiteit van de sector, die boven alles wordt ontleend aan het zorgvuldig omgaan met de veelheid aan belangen en opvattingen over de ruimtelijke inrichting.’

In het advies laat de raad zich kritisch uit over het architectuurbeleid van de laatste jaren en de gevolgen daarvan. Er wordt een beeld opgeroepen van een overheid met weinig visie en inhoudelijke expertise. Als reactie op ‘een overheidsbeleid met gematigde ambities’ formuleert de raad tien grondstellingen die moeten bijdragen aan ‘het opnieuw doordenken van de ruimtelijke opgave en de maatschappelijke consequenties die daaruit voortvloeien als kern van een cultureel georiënteerd architectuurbeleid’. Zo wordt er gepleit voor herbezinning op fragmentatie en verschraling; streven naar kwaliteit in ruimte en tijd, en acht de raad meer visie van de rijksoverheid noodzakelijk.

‘Er is uiteraard ook een grens aan zaken die tot de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid gerekend kunnen worden en die zij ook kan waarmaken. Met de sturingsfilosofie ‘centraal wat moet, decentraal wat kan’ is die grens getrokken. Wat echter nog onduidelijk is en nu extra aandacht vraagt, is wat dan centraal geregeld moet worden. Decentrale overheden hebben wel meer verantwoordelijkheid gekregen, maar duidelijke kaders ontbreken, evenals borging van voldoende middelen om aan die nieuwe verantwoordelijkheid invulling te geven’, zo stelt de raad.

Daarnaast vindt de raad dat het Rijk zijn eigen positie opnieuw moet definiëren en ‘waar nodig afzwakken om die van de regio en Europa te versterken (‘downgraden’ en ‘upgraden’ van het architectuurbeleid)’.

Verder wordt er gepleit voor het investeren in inhoudelijke kennis bij zowel de hoge als lage overheden.

‘Met het Actieprogramma Ruimte en Cultuur als opvolger van de derde Architectuurnota is het architectuurbeleid versmald tot procesmanagement en financieel beheer. Het komt nauwelijks meer tot stand vanuit de inhoud, waardoor de sociale en politieke rol die architectuur normaliter inneemt naar de achtergrond is verdwenen.’ De raad ondersteunt de visie van het College van Rijksadviseurs die stelt dat de overheid meer inhoudelijk moet gaan sturen en zou moeten aangeven wat architectuur kan betekenen binnen de condities van onze samenleving. ‘Wanneer de overheid zelf niet investeert in kwaliteit en in regie op basis van inhoud, kan van een ambitieus architectuurbeleid geen sprake zijn. Investeren in inhoudelijke kennis en een krachtige visie op de vraag waar men naartoe wil en waarom, zijn zowel op landelijk als op lokaal niveau een vereiste.’

De raad houdt een pleidooi voor meer ruimte voor ontwerpend onderzoek. ‘[…]ontwerpend onderzoek gaat niet over het creëren van een aansprekend beeld, maar over het verbeelden van programma’s en het onderzoeken van denkbeeldige scenario’s. Het dient als kompas voor maatschappelijke discussie en als middel voor de overheid om uiteindelijk weloverwogen keuzes te kunnen maken. Om te kunnen bepalen wanneer de overheid op welk schaalniveau welke keuze moet maken, en hoe zij die moet faciliteren, moet het ontwerpend onderzoek terugkeren naar de embryonale fase van projecten’.

Eveneens adviseert de raad het stimuleren van goed opdrachtgeverschap en prijsvragen. In dit kader wordt gevraagd om een kritische beschouwing van het systeem van Europese aanbesteding waarbij architecten worden geselecteerd op basis van kwantitatieve criteria in plaats van kwalitatieve. Voorts wordt gewezen op de positieve bijdrage die een levendige prijsvragencultuur heeft op een florerend architectuurklimaat en adviseert de raad daarom ‘meer prijsvragen te organiseren voor (openbare) opdrachten om de kwaliteit te verhogen en om het openbare debat over de toekomst van Nederland te stimuleren’.

Over zorgvuldige omgang met het verleden wordt onder meer geschreven dat aanwijzingen (beschermde status monumenten en landschappen) in de toekomst beter beargumenteerd moeten worden. Naar aanleiding van de uitvoer van de nota Belvedere wordt gevraagd om alert te blijven op oppervlakkige geschiedschrijving en opportunistisch gebruik van het verleden. En luidt het advies vooral in te zetten op projecten die tot direct uitvoerbare resultaten leiden.

De infrastructuur die dit beleid moet ondersteunen functioneert nog steeds, zij het zieltogend, maar moet nieuw leven worden ingeblazen, aldus de raad. Vooral in de afgelopen twee jaar is het instrumentarium verder onder druk komen te staan ‘door de teloorgang van een helder inhoudelijk beleidskader (voor zowel de architectuur- als de erfgoedsector) en door opgelegde fusies en verdere bezuinigingen. Nederland begint daardoor zijn internationale

voorbeeldfunctie te verliezen.’

‘Om de vakdisciplines een internationale impuls te geven en ook het grote publiek aan te spreken vindt de Raad dat een internationale architectuurbiënnale als functie mogelijk past in de basisinfrastructuur. Op grond van eerdere resultaten en ervaringen adviseert hij nut en noodzaak van een biënnale te agenderen voor een nadere discussie.’ Ook signaleert de Raad een ‘in de basisstructuur vacante functie’ namelijk ‘een internationaal debatmedium dat de architectuur als cultuurmedium verbindt met mondiale ontwikkelingen en zorg draagt voor een kritische toetsing van de architectuur aan de maatschappelijke opgave’.

Het volledige advies is te vinden op de website van de Raad voor Cultuur. Reageren op het advies kan ook. De Raad heeft speciaal voor dit doel een digitaal discussieplatform opgezet. Neem uw cultureel burgerschap serieus en surf naar www.agendacultuurbeleid.nl