Feature

De actieradius van een rollator

In 2020 hebben we 6,8 miljoen senioren in Nederland. Bijna de helft van de 55-plussers geeft te kennen wel te willen wonen in een omgeving die specifiek voor hen is ontworpen. Dat impliceert een ongekende bouwopgave. Mark van der Poll van Inbo Architecten gaf onlangs een lezing over het onderzoek naar seniorensteden en onthulde de eerste serieuze plannen voor de Hollandse variant op Sun City nabij Nagele.

De belangstelling voor het thema was aanzienlijk zoals bleek uit het goedgevulde auditorium in de Eindhovense Witte Dame. Opvallend was wel dat de eigenlijke doelgroep, senioren, zwaar ondervertegenwoordigd was. Een schril contrast met de resultaten van een recente enquete onder ouderen, uitgevoerd door Inbo Architecten. Op de simpele vraag ‘Zou u in een seniorenstad willen wonen?’ antwoordde maar liefst 43% van hen positief. Met de top van de vergrijzing nog in het verschiet, betekent dit voor de komende 15 jaar een vraag naar 1,5 miljoen seniorenwoningen.

Dit scenario had bij Mark van der Poll al tijdens zijn studie postgevat. Eind 2005 studeerde hij af aan de TU Eindhoven in het afstudeeratelier dat zich bezighield met vergrijzing. Het atelier werd geleid door prof. Bas Molenaar (EGM Architecten), niet bepaald een onbekende als het gaat om bouwen voor kwetsbare en zorggerelateerde groepen. Momenteel vormt Van der Poll samen met Molenaar het begeleidersduo van het vervolg-atelier Grey Power aan de TU/e. Ook bij Inbo Architecten, zijn huidige werkgever, heeft hij in rap tempo een aardige expertise opgebouwd o.a. resulterend in de publicatie Dit is mijn stad.

Sheriffs in Sun City, Arizona

Nu de onvermijdelijke grijze tsunami akelig nabij is, kijken architecten en stedenbouwers steeds vaker en serieuzer naar de Amerikaanse voorbeelden. Sinds de bejaarde Canadese snowbirds het overwinteren in het woestijnachtige zuidwesten van de VS ontdekten zijn hier nederzettingen ontstaan specifiek gebouwd voor de oudere woonconsument. Sun City in Arizona is het first and finest voorbeeld van deze seniorensteden en dateert al uit 1960. De besloten enclave waar je uitsluitend mag wonen als je tenminste 55 jaar oud bent, is inmiddels uitgegroeid tot een volwassen stad van 40.000 inwoners. Opmerkelijk is dat vrijwel alles in Sun City wordt gerund door de bewoners zelf, van de talloze bedrijfjes en het rijke cursusaanbod tot de taken van de sheriff.

Deze ondernemingslust typeert de hedendaagse senior: ze willen ‘er toe doen’. De tijd van de kwijlende passieve grijsaard achter de geraniums is volstrekt achterhaald. De nieuwe oudere is vitaal en ondernemend, golft, speelt met kleinkinderen en is trots op zijn kennis en ervaring. Die zelfbewuste rol impliceert een sterke verschuiving van introverte woontypologieën die op zorg georiënteerd waren, naar vormen die veeleer gericht zijn op het faciliteren en stimuleren van een actief sociaal leven.

boven: Voorbeeld woontypologie met collectieve tuinen

midden: Masterplan voor een seniorenstad bij Nagele

onder: Impressie van de nieuwe jachthaven bij Nagele/Schokkerhaven

Voor deze explosief groeiende bevolkingsgroep zijn in Nederland nog geen grootschalige ontwikkelingen. Maar dat verandert wellicht. Voorlopig hoogtepunt zijn de positieve reacties vanuit de overheden, die het plan voor de eerste Nederlandse seniorenstad heeft gekregen. In de Noordoostpolder tussen Nagele en Schokkerhaven zal het pilot project gestalte moeten krijgen.

Het masterplan voor Nagele omvat een combinatie van kenmerken die uit eerdere onderzoeken en workshops naar voren kwamen. Het appeleert aan de nog altijd levende pioniersgeest in de polder, versterkt aanwezige kwaliteiten (centrale ligging, lintbebouwing) en poetst zwaktes weg (duf imago). Er komen uiteenlopende woonmilieus met verschillende woontypologieën (hofjes, wonen aan het water), grotere stramienmaten, collectieve tuinen, een slimme samenklontering van gemeenschappelijke functies (community center), een grote dichtheid aan leisure-functies, maar bijvoorbeeld ook een hogeschool voor biologische landbouw, een station aan de Zuiderzeelijn en het Gerrit Rietveld Museum. De plannen haalden zelfs RTL4 waar het als ‘senioren-ghetto’ werd gepresenteerd. Dat krijg je.

Een serieus vraagstuk rond seniorensteden is van morele aard. Moet je meegaan in een klimaat van steeds verdergaande segregatie? Worden na achtereenvolgens de gevangenen (Veenhuizen), de gehandicapten (Het Dorp) en de cultuurpessimisten (Brandevoort), binnenkort ook de bejaarden verbannen naar reservaten in de periferie van de samenleving? Van der Poll werpt resoluut tegen dat je een heterogene groep van 6,8 miljoen mensen onmogelijk kunt generaliseren, laat staan segregeren.

Van betutteling kun je Mark van der Poll ook moeilijk betichten. Een trap in een seniorenwoning (een rechte steektrap, dat dan weer wel) kan best. ‘Je moet het ze ook niet te makkelijk maken. De actieradius van iemand met een rollator is altijd nog 400 meter.’

Van der Poll deed ook nog zijn best om het idee van de seniorenstad op Eindhoven te projecteren. Het zuidwesten, het gebied rond Meerhoven, lijkt het meest in aanmerking te komen, maar het blijft vooralsnog bij vage-vlekken-plannen.

Maar de studie stopt niet bij Eindhoven in 2020 of bij de problematiek rond de vergrijzing. Na wat Van der Poll en Molenaar ‘de grote vakantie’ noemen, volgt waarschijnlijk een fase van krimp. Nederland verwacht rond 2035 het maximale inwoneraantal te hebben bereikt. Krimp is in feite een luxe-probleem, maar daarmee niet minder een probleem. Van der Poll onderscheidt grofweg drie strategieën om met het ruimteoverschot om te gaan: verdunnen, teruggeven of transformeren.

Seniorenenclaves en krimpscenario’s staan in Nederland nog in de kinderschoenen. Maar Mark van der Poll is er klaar voor.