Veertien weken lang, tot 6 mei, is in het NAi in Rotterdam de tentoonstelling Architectuur van de Nacht te zien. Gedurende de looptijd wordt zij opgeleukt met een bijprogramma. Dat is verstandig, want op de algemeenheden die de tentoonstelling debiteert over ‘nachtarchitectuur’ is men snel uitgekeken.
Een van de onderdelen van het bijprogramma was een filmavond. Op 5 april werden Metropolis (1927) van Fritz Lang en de Japanse anime Metoropolisu (2001) van Rintaro (pseudoniem van Hayashi Shigeyuki) vertoond. Met dit programma zou ingegaan worden op ‘de rol van kunstlicht in de beleving van de architectuur’, hetgeen een nogal discutabele stelling lijkt.
Je kunt je afvragen of het vertonen van Metropolis een zinvolle bijdrage is. Hebben we die niet al vaak genoeg gezien of in ieder geval kunnen zien? Het belang van de film ligt in de geschiedenis, in het feit dat Lang als eerste bepaalde filmische technieken hanteerde en thema’s op de filmagenda plaatste. De invloed van Metropolis sijpelt door in talloze andere films die sindsdien zijn gemaakt. Films die minder uitgekauwd zijn en leuker om te bekijken.
Waarom niet bijvoorbeeld La Antena (2007) van Esteban Sapir vertoond, de openingsfilm van het laatste Filmfestival van Rotterdam? De thematiek van de klassenstrijd, van onderwereld versus bovenwereld, is daarin vervangen door die van de macht van de media, van consumentisme en culturele vervlakking. In La Antena heerst een zekere Mr Tv over de stad. Dat is vandaag de dag een stuk relevanter, ook al gaat de film gebukt onder hetzelfde ondraaglijke moralisme als zijn inspiratiebron maar dat is dan misschien omdat Sapir er zo graag bij wilde aansluiten en op voortbouwen.
Waar de keuze van Metropolis niet bepaald uitblonk in originaliteit gold dat wel, zo leek het althans, voor de tweede film van de avond. Metoropolisu wie zegt het iets? Had het NAi een echte connaisseur aan het werk gezet om een pareltje op te diepen uit immense zee van onbekende meesterwerken?
Helaas, de gelegenheidsprogrammeur bleek de film zelf ook nog nooit gezien te hebben, maar was er kennelijk vanuit gegaan dat een film die is gebaseerd op een mangastrip die op zijn beurt is gebaseerd op Fritz Langs klassieker per definitie interessant zou zijn, zeker in een gecombineerde vertoning. Dat was een misrekening. Metoropolisu bleek een onnozele kinderfilm met vooral veel achtervolgingsscènes met robots. Dat er duidelijk veel geld en energie in het vervaardigen van de stadsdecors was gestoken maakte de film alleen maar tragischer. Waar de avond begonnen was met zo’n honderd man publiek, haalden er welgeteld vijftien het einde. Om 00:30 uur verdwenen die in de Rotterdamse nacht, een filmillusie armer.
Maar ook een muziekervaring rijker. Want de filmprogrammering mocht dan minder geslaagd zijn, de muziekprogrammering was een schot in de roos. Zoals bekend is het weer mode om zwijgende films als ze weer eens vertoond worden vergezeld te laten gaan van live muziek. Bij Metropolis was nu eens niet gekozen voor de gebruikelijke cafépianist, maar was de Amsterdamse band Moss bereid gevonden de beelden te begeleiden. Dat werd een gedenkwaardige ervaring.
Zes man sterk, gekleed in neutrale sciencefiction-werkkleding, speelde Moss soms in op gebeurtenissen in de film, en toverden de muzikanten op andere momenten al jammend soundscapes tevoorschijn die de filmscènes tot leven lieten komen. Waar Metropolis voor de hedendaagse kijker normaal gesproken ondanks alle visuele pracht een trage beproeving is (zeker op die vreselijke bankjes in het Auditorium van het NAi), flitste, danste en zweefde de film nu naar zijn einde. Het langdurige ovationele applaus van het toen nog op volle sterkte aanwezige publiek liet er geen onduidelijkheid over bestaan wie de avond had gered.