Feature

Suomi perspectief

Wat zoekt een Nederlandse architect in Finland? Waar Nederlandse architectuur lijkt te bestaan bij de gratie van communicatie, is in Finland zwijgen goud. Een observatie van Hedwig Heinsman die in Helsinki een dependance van DUS architecten heeft opgezet.

Communicatie is in het algemeen niet iets waar Finnen om bekend staan. Geen wonder met een taal die eruit ziet ‘alsof iemand een doos met losse letters heeft uitgestrooid’, aldus Bernlef in De onzichtbare jongen. Ook de mop van twee oude vrienden in de sauna, die pas bij het vertrek voor het eerst wat zeggen, stoelt op waarheid. Mensen zijn stil en small talk bestaat niet. Lichaamstaal bestaat ook niet, wat gissen naar andermans beweegredenen vrijwel onmogelijk maakt. Voordeel is: wat men zegt, méént men. Het is even wennen, maar daarna werkt deze oprechtheid ontzettend bevrijdend: vergaderingen gaan vliegensvlug.

Zwijgzaamheid heeft dus zijn kwaliteit. In Nederland lijken communicatie en concepten de toon te zetten en is het ontwerp soms letterlijk een 3D vertaling is van het conceptdiagram. Voor Nederlandse architecten is het interessant te zien hoe in Finland over het architectuurontwerp wordt gecommuniceerd. In Finland spreken vooral de presentatietekeningen. Dit was een van de redenen voor mij om een periode op een Fins bureau te gaan werken. Feit dat ik de taal niet sprak en dus compleet aangewezen was op visuele communicatiemiddelen, sterkte mijn in de zoektocht naar de taal van de tekening.

Finland heeft een lange traditie van open architectuurwedstrijden, als gevolg daarvan wordt een groot belang gehecht aan de visuele representatie van het architectonisch ontwerp. Veel (publieke) opdrachten worden middels ontwerpprijsvragen gegund. Jurering geschiedt achter gesloten deuren, iets wat ook een gangbare manier van becijferen is op de architectuurfaculteiten. Meedoen aan een wedstrijd loont: variërend van 10.000 tot 160.000 euro prijzengeld plus de bouwopdracht. Veel Finse bureaus doen dan ook geregeld mee aan wedstrijden. Ook buitenlandse architecten kunnen zich inschrijven, maar de Finse taal werpt een hoge drempel op. De competitie Greater Helsinki Vision 2050 die momenteel loopt, heeft wel nadrukkelijk een internationale insteek. Doel is om innovatieve toekomstplannen voor de regio Helsinki te genereren en het Finse architectuurdebat een nieuwe impuls te geven.

Misschien dat deze competitie de Finse gemoederen in beroering kan brengen. De Finnen lijken het juk van het design van de jaren ‘50 en van grootmeesters als Alvar Aalto en Eero Saarinen niet van zich af te kunnen schudden. Er is weinig discussie en een nationaal minderwaardigheidgevoel (wat zich vooral toont tijdens ijshockeywedstrijden tegen Zweden) is in zekere zin ook voelbaar op de bureaus. Gebouwontwerpen zijn mooi gedetailleerd maar lijken vaak een optelsom van materialen en compositie, zoekende naar identiteit. Architectuur is een ambacht dat wordt uitgeoefend in eenmanszaakjes waar de perspectieftekeningen liefdevol met de hand worden ingekleurd. Maar ook een ‘groot’ bureau als het 20 man tellende JKMM heeft als slogan ‘architects are craftsmen’. Toch laat hun Engelstalige website een nieuwe koers zien. JKMM, ALA en Lahdelma & Mahlamäki zijn Finse bureaus die internationaal aan terrein winnen met een kenmerkende stijlmix van functioneel modernisme en die onbetwiste, natuurlijke Finse vormtaal. Het collectief bewustzijn van de Finnen werd al opgeschroefd door Nokia en de kennisindustrie (Finse scholen zijn al jaren de beste ter wereld), wellicht valt nu – wederom – de beurt aan de architectuur. Internationaal gezien is het er de tijd voor, want na het openstellen van de voormalige Oostbloklanden ligt Finland op een interessant kruispunt tussen Rusland, Estland en West Europa.

Wat de Finse beeldtaal zo bijzonder maakt is de prominente aanwezigheid van het landschap, op papier gevat in krachtige potloodstrepen. Valt in Nederland het maaiveld te bewerken als een vijfde gevel, in Finland kun je letterlijk niet om het landschap heen: wandelend door Helsinki loop je vaak om hoopjes rotsblok heen. Ook is het opvallend hoe het gebruik van de stad transformeert in de winter. De zee is dan voor voetgangers begaanbaar en bij toverslag verschijnen er nieuwe routes over de baaien, dwars door de stad heen. Nordic walking ziet er hier plots niét gek uit. Maar de rollaattori met schaatsijzers zijn hilarisch. De vele sneeuw heeft het intieme gevolg dat mensen bij de ingang van het werk hun schoenen achter laten, en met pantoffels op kantoor verschijnen. Dit maakt elke werkplek bijzonder knus.

Nu de zomertijd is ingegaan worden de dagen snel langer tot het binnenkort niet meer donker wordt. Dan trekt iedereen er op uit, naar een zomerhuis bij een van de 187.888 meren. Een werkdag duurt vaak van 8 tot 4, overwerken bestaat amper en zo worden de zomermaanden één lange vakantie. Je zou bijna niet meer weg willen.

Mijn zoektocht is nog lang niet af. Wel is duidelijk waar het antwoord ligt: in zelf het potlood ter hand nemen en de schetsen laten spreken. Voorlopig blijf ik dus nog wel even. Temeer nu blijkt dat de Finnen op hun beurt geïnteresseerd zijn in onze manier van architectuur maken.

Onze bureauslogan, ‘communicatie is ons middel tot sprekende architectuur’ hebben we laten vertalen: ‘keskusteleminen on tapamme luoda puhuttelevaa arkkitehtuuria’ . Een werkplek is geregeld en de eerste opdracht is binnen. Andersom zijn potlood-perspectieftekeningen, directe vergadertaal en pantoffels inmiddels ingevoerd op ons kantoor in Den Haag.