Feature

Hutong hallucinaties

Op zaterdag 16 juni opende in Peking de tentoonstelling Regeneration Strategy – A New Renaissance of Beijing. Het is een poging om hutongs, traditioneel stedelijk weefsel opgebouwd uit binnenplaatsen waaraan woningen liggen, een nieuw leven in te blazen.

Enkele weken geleden stelde Qiu Baoxing, de Chinese onderminister van bouwzaken, dat de huidige ontwikkelingen meer schade aan China’s architectonische erfgoed toebrengen dan de vernieling die plaatsvonden tijdens de Culture Revolutie van 1966-76. Voornamelijk door initiatieven van buitenlandse pers en organisaties, groeit de laatste jaren in China het besef dat met de teloorgang van de hutongs, het oude weefsel van Peking, niet enkel sociaal-economische gentrification optreedt, maar ook de stedelijke identiteit wordt verzwakt. Belangenorganisaties als The Friends of Old Beijing proberen programma’s op te zetten die met voorlichting, educatie en hutong-tours deze verandering zichtbaar maken in een poging om een verdere teloorgang een halt toe te roepen. (Ruwweg tien jaar geleden waren er nog 3000 hutongs, vandaag de dag nog 1600.) Tijdens het symposium en de tentoonstelling Regeneration Strategy werd duidelijk dat Nieuwe Vrienden van het Oude Peking hun opwachting maken. Ze maakten hun intenties en plannen bekend, de vraag is echter of de Nieuwe Vrienden oprecht begaan zijn met de realiteit.

De tentoonstelling werd georganiseerd door Domus China en was de uitkomst van een workshop die twee maanden in beslag nam, de tentoonstelling daarentegen duurde slechts vier dagen. Voor het symposium nodigden de organisatoren een resem internationale en Chinese architecten uit om na te denken over de toekomst van de Xisibei-straat, gelegen in een van de 25 beschermde gebieden in de binnenstad. Uitgenodigd waren AMO/Rem Koolhaas, ASA Studio Albanese, Odile Decq, Zhu Pei, Studio Archea, Plasma, Atelier Bow-Wow, Nred Architects, Spacework Architects, MADA s.p.a.m. en NAP Architects. Waarom juist deze bureaus waren uitgenodigd bleef gissen. De architecten waren gevraagd om een conceptueel ontwerp voor een van de negen gebieden rond Xisibei-straat uit te werken; thema’s waren de vastgoedmarkt, stedelijke geschiedenis, creative industries en preservation. Uit het resultaat bleek dat in plaats van de preservation de architecten meer hadden nagedacht over een strategie die het best omschreven kan worden als pimp my hutong!

Flavio Albanese, hoofdredacteur van DOMUS magazine, opende het symposium en sprak over de moeilijke relatie tussen traditie en vernieuwing. Zijn voorstel China Box bracht een element van een grotere orde in het weefsel, een hotel, dat een dialoog tussen het permanente en de modernisering moet bewerkstelligen.

Talia Dorsey lichtte de voorstellen van Rem Koolhaas’ AMO toe. Zij stelde dat door het werk van OMA in Peking, behoud onderwerp van onderzoek was geworden. Het leek erop dat de radicaliteit van CCTV een tegengewicht moest krijgen. AMO’s genealogie van de objecten en ideeën die cruciaal waren voor het begrijpen van de geschiedenis van preservation werd klakkeloos uit Content overgenomen, wederom werd duidelijk dat AMO/OMA’s Chinese communicatiestrategie in een impasse zit. De adopt a hutong strategie van AMO was een schaamteloze cynische poging om leuk te zijn.

In zijn analyse van de recente geschiedenis van de hutong ontdekte Yoshiharu Tsukamoto, Atelier Bow-Wow, de mogelijkheid tot een vierde generatie hutong, eentje die meer binnenplaatsen, meer oppervlakte en meer parkeerplaatsen moet creëren. Hij stelde voor om de hutongs op te tillen tot een hoogte van 4,5 meter, zo de top van een parkeer- en shoppingzone vormend.

Tijdens de opening van de tentoonstelling werden de andere voorstellen toegelicht, in plan, model en tekst. De voorstellen zochten de grens van het stedelijke en het architectonisch ontwerp op. Alle voorstellen leken het labyrintische karakter van de hutongs in een moderne stijl te imiteren, met als verschil dat er de overtuiging uitsprak, dat global branding en shopping de toekomst van de binnenstad is. De focus op deze economie, bleek geheel voorbij te gaan aan de veellagige economische en lokale identiteit die hutongs tot hutongs maken; de plannen leken dan ook meer op de omwenteling van een oude paradox die dit soort van voorstellen kenmerkt: de toeristen willen authenticiteit en exotisme, terwijl de lokale scene er alles aan doet om als modern over te komen. Uiteindelijk zijn beiden ontevreden en verdwijnt het unieke onvermijdelijk. Het is in deze tussen-in positie dat het debat zich momenteel bevindt.

Toch leidt het geen twijfel dat dit soort van onderzoek en voorstellen belangrijk zijn voor het debat over, en de toekomst van de hutongs. Tegelijkertijd werd voorbijgegaan aan het sociaal-cultureel-economische karakter van de hutongs. Onvermijdelijk is er in alle voorstellen geen plaats meer voor de lagere sociale klasse die in de stad kunnen overleven door het familiale en gemeenschapskarakter dat zo kenmerkend is voor de hutongstructuur. De toekomst die uit de voorstellen spreekt, richt zich op een ander publiek. De Nieuwe Vrienden van Peking brachten niet enkel ontwerpen met zich mee, maar ook de invulling van dit gebied: Louis Vutton, Godiva, Gucci, Hermes, Burberry, Dior and Prada. Enkele jaren geleden werd in Shanghai een gelijkaardige succesvolle poging ondernomen, Xintiandi; in het oude weefsel werden global brands binnengebracht, ruwweg op in een gebied van een hectare. Het behoud van het oude weefsel bleek echter een strategie te zijn om het gebied er rond te slopen en met hoogbouw op te vullen.