Feature

Groeten uit… Cincinnati

ArchiNed vroeg haar correspondenten in den vreemde om op een rijtje te zetten wat bezoekers van hun stad absoluut niet mogen missen. Hieronder de tips en hints van Aaron Betsky, hij verruilde november vorig jaar het Nederlands Architectuurinstituut voor het Cincinnati Art Museum in Ohio.

In de zomer vliegt Delta vlucht 45 elke dag om kwart over twaalf rechtstreeks naar Cincinnati. Als je de lange rijen in New York wilt vermijden is het een goede manier om in Amerika aan te komen. Bovendien is dit geen doorsnee stad. Meer dan twee eeuwen oud – eens de op drie na grootste stad van het land en met nog steeds bijna twee miljoen inwoners – gelegen tussen de eindeloze vlaktes van het middenwesten en het groene, zwoele landschap van het zuiden, is Cincinnati ontstaan in een kromming van de Ohio rivier, omgeven door heuvels. Je komt eigenlijk aan in Kentucky, en als je een auto huurt of een taxi neemt krijg je een mooie indruk als je van de hoogte van het vliegveld neerdaalt in de letterlijk bebouwde kom en de stad voor je uitgestald ziet liggen.

Eerst wat eten. Skyline Chili – een plaatselijke uitvinding met vele varianten – bestaat uit spaghetti met een zoetige chili sauce (volgens sommigen zit er zelfs chocolade in), met daarover wat ‘hot sauce’, gegratineerde kaas, uien en een soort kruimels. Het is even wennen, maar makkelijk om aan verslaafd te raken. Er zijn honderden plekken waar je dit gerecht kunt eten, ook bij concurrent Gold Star. Volgens echte kenners is het allerbeste adres Camp Washington Chili, in een industriegebied net buiten het centrum. Vlakbij is ook Honey’s, het beste restaurant van de stad. Hier zie je wat Cincinnati groot gemaakt heeft: mijl na mijl fabrieken van Proctor & Gamble (de Unilever van Amerika), machines en enorme vliegtuigmotoren, omgeven door het op drie na grootste spoorwegemplacement in het land.

Maar goed, je bent architect, en als je om drie uur aankomt is het nog licht. Dus meteen naar de universiteit van Cincinnati, gelegen op een heuvel een paar kilometer ten noorden van de stad. Je vindt er gebouwen ontworpen door Thom Mayne, Peter Eisenman, Frank Gehry, Michael Graves, Bernard Tschumi en nog wat meer, maar het allermooiste is het landschapsontwerp van George Hargreaves dat alles met elkaar verbindt in een abstractie van de omgeving.  En, voor een paar dollar kun je zwemmen in de sporthal van Mayne.

In de avond heb je twee keuzes, behalve goed eten (om de een of andere reden houden ze er hier van, er zijn talloze mogelijkheden), kun je gaan bowlen, ook een plaatselijke traditie, of naar een honkbalwedstrijd. Eens waren de Cincinnati Reds grootheden, maar dit jaar gaat het niet zo goed, dus je kunt zo een kaartje kopen in het stadium tussen de binnenstad en de rivier. Vooral aan te raden op een warme zomeravond, en als ze een home run scoren krijg je er gratis vuurwerk bij.

De volgende ochtend kan je verdwalen in de heuvels die om de stad heen liggen, een klein stukje Utopia bezoeken – het Shaker dorpje Pleasant Hill een uurtje ten zuiden van de stad – of de architectuur van Cincinnati zelf bewonderen. De twee mooiste monumenten zijn het oude treinstation, Union Station, een imposant art deco gebouw nu volgepropt met musea (waaronder een soort Madurodam van Cincinnati voor de tweedewereldoorlog), en Carew Tower, een hotel, kantoorgebouw en (nu bijna leeg) winkelcentrum uit de jaren twintig. De ideeën voor het Rockefeller Center zijn hier uitgeprobeerd. Je kan er ook logeren in het Hilton Hotel, en hoewel de renovatie uit de jaren tachtig pijnlijk is heb je er wel een kamer met mooi uitzicht. Op de vijftigste verdieping van de Tower kan je voor een paar dollar ver over de stad uitkijken.

Vlakbij vind je het nieuwe Contemporary Art Center van Zaha Hadid, haar eerste gebouw in de VS. Het is een vrij tam verschijnsel, maar wel een abstract miniatuur van alle gebouwen er omheen. Op de heuvel boven de stad staat mijn stekje, het Cincinnati Art Museum. Een mooie collectie kunst uit de hele wereld, maar wel met speciale aandacht voor wat er in Cincinnati is gemaakt, en dat is niet mis. De namen zijn misschien niet bekend, maar het werk is schitterend. Over een paar jaar staat er ook een mooie uitbreiding, misschien zelfs ontworpen door een Nederlandse architect.

Maar je wilt door, naar Chicago (vier tot vijf uur rijden) of naar het westen. Als je nu al je drop en stroopwafels mist kun je stoppen bij Jungle Jim’s in de eindeloze buitenwijken langs Route 4. Maar liefst 30.000 vierkante meter supermarkt met eten uit de hele wereld, inclusief een klein stukje Holland. En als je meteen teruggaat naar Nederland, de retourvlucht vertrekt om kwart voor acht ’s avonds, ben je net na de ochtendspits terug in Amsterdam.