Dagboek

Dagboek Hong Kong

In het kader van haar project Het Blauwe Huis organiseerde Jeanne van Heeswijk in samenwerking met het Community Museum Project het driedaagse seminar Socially Yours in Hong Kong. Tien kunstenaars en ontwerpers werden uitgenodigd om mee te denken over duurzame oplossingen voor de lokale economie. Iris de Kievith ging mee en hield een dagboek bij.

Hong Kong is hectisch en rustig tegelijkertijd. In tegenstelling tot Nederland is alles er vertikaal gebouwd en geprogrammeerd. Ieder gebouw van minder dan tien verdiepingen wordt in rap tempo vervangen door een nieuwe toren van ten minste veertig lagen. Alles zo dicht op elkaar dat de lucht op straatniveau niet meer kan circuleren, wat het hete en vochtige klimaat niet ten goede komt. De enige lucht die beweegt is nóg warmer en komt uit de duizenden airco-units die aan de gevels hangen en onder continu gezoem de ruimtes binnen de gebouwen koelen. (Projectontwikkelaars voorzien zelfs nieuwe gebouwen niet van zonneschermen, dubbel glas of een andere efficiënte vorm van koelte-isolatie dan de individuele airco’s; zij hebben namelijk belangen in de energiebedrijven en dus baat bij hoge energierekeningen.) Gemengd met de etenslucht uit de ontelbare restaurantjes loop je door een enorme dim sum stoompan.

Dinsdag 3 juli

Vlak nadat we geland zijn worden we meegenomen naar een wijk met veel kleine werkplaatsen. Steeds meer productie komt heel goedkoop uit China, waardoor veel ambachtelijke kennis verloren dreigt te gaan. Voor het te laat is wil de Community Museum Project ambachtslieden aan nieuwe ontwerpproducten koppelen. Hier zijn de eerste resultaten te zien, zoals de productie van handkarren van hergebruikte waterleidingbuis, autobanden en hout. Onderweg wordt ons gewezen op de kleine brievenbussen die overal hangen. Deze worden vervangen door een ander type, en daarom is een nieuwe toepassing ontworpen voor mensen die al jaren gegalvaniseerde staalplaat bewerken voor brievenbussen; een kast waarbij schappen worden gemaakt van diezelfde plaat. Hergebruik is een van de hoofdrichtingen waarin men denkt bij het zoeken naar mogelijkheden voor een duurzame lokale economie, maar daarvoor is nog heel wat nodig. In Hong Kong wordt nu veel afval ingezameld, maar alles gaat naar de recyclingindustrie van Mainland China. Het bekende dilemma speelt hier weer op; omdat er nog geen markt voor hergebruik(toepassingen) is, is de recycling industrie lucratiever. Verder wordt hergebruik geassocieerd met armoede en is daarom volstrekt onmodieus.

1. Het Blue Huis in Hong Kong

2. COME (Community Oriented Mutual Economy) geld

Woensdag 4 juli

Om een idee te krijgen van de context waarin het eigen werk ‘s avonds gepresenteerd zal worden staan overdag excursies op het programma. We maken kennis met de onderkant van de stad, met de grassroots waar je in een normale stedentrip niets vermoedend overheen wandelt. Vandaag bezoeken we Wanchai, een wijk vlak tegen het centrum van Hong Kong, waar een NGO (non gouvernementele organisatie) samen met een oude christelijke liefdadigheidsinstelling al twintig jaar buurtprojecten initieert en ondersteunt. We bezoeken een voor plaatselijke begrippen heel oud woongebouw, uit 1910, dat eveneens ‘the Blue House’ heet. Dit blauwe huis is dankzij de inspanningen van de organisatie en buurtbewoners ternauwernood ontsnapt aan sloop, maar of het kan blijven functioneren als buurthuis en museum is nog onzeker. De overheid ziet in dat toeristen (wel) waarde hechten aan historische gebouwen, daarom is nu als compromis voorgesteld om in het huis een ‘authentieke’ theewinkel te vestigen. Ondertussen fungeert het Blue House nog als het hart van de wijk en Jeanne verkondigt dat haar Blauwe Huis in IJburg vanaf nu een tweelingzusje heeft.

In een tweedehandswinkel om de hoek wordt ons verteld over het alternatief geldcircuit, de COME (Community Oriented Mutual Economy). Tijd is hier letterlijk geld; de eenheid is namelijk minuten. Zo kan iemand zonder baan wel eten en kleding kopen in ruil voor tijd, de COME-biljetten zijn hiermee een soort tegoedbonnen voor diensten, zelfs voor 5 minuten.

’s Avonds opent King-chung Sui het seminar met een toelichting op het thema; de uitdaging voor ontwerpers om interdisciplinaire samenwerkingsverbanden tot stand te brengen met een bereik dwars door alle lagen van de samenleving heen. Hoe kan design naast de commerciële doelen ook nog een sociaal gereedschap vormen?

Als eerste vertelt Jeanne van Heeswijk over het Blauwe Huis in IJburg. De Hongkongse bezoekers zijn wel vertrouwd met stadsontwikkelingsprojecten op deze schaal, waarvoor nieuw land is gewonnen op het water. Nieuwe wijken waar zoveel mensen uit het niets bijeengebracht worden zijn ze niet vreemd, maar wel de lage dichtheid; in Hong Kong leven 1000 inwoners per hectare, in IJburg hooguit 140. Jeanne heeft voorgesteld één van de woningen op IJburg gedurende vier jaar beschikbaar te stellen aan kunstenaars die er een half jaar mogen wonen op voorwaarde dat de buurt betrokken wordt in hun werk. In de strak georganiseerde maar nog kale nieuwbouwstad biedt het Blauwe Huis een vrijplaats voor het onverwachte en ongeregelde. Het initiatief is geïnspireerd op beroemde kunstenaarshuizen uit het verleden, zoals La Casa Azul van het Mexicaanse kunstenaarsechtpaar Frida Kahlo en Diego Rivera, waar samen met hun vrienden als Leon Trotzky een band werd gesmeed tussen kunst, politiek en samenleving. Kennelijk bestaat er een wereldwijd web van Blauwe Huizen en kun je spreken van een Blue House Effect.

Na korte presentaties van Jan Jongert (2012 architecten) over hergebruikarchitectuur, Brian Lee over zijn ontwerp voor de hergebruik handkarren, Joep Verhoeven (studio Demakersvan) over zijn kantgekloste Heras hekken en Joep van Lieshout over de vrijstaat AVL-Ville, is het tijd voor een gesprek met de zaal. Er wordt gretig gevraagd hoe het is gelukt om de Nederlandse overheid die tegendraadse projecten toe te laten staan. Door het geen architectuur maar kunst te noemen. Door luchtig en met humor serieuze zaken aan de orde te stellen. Maar ja, het overtuigen van een norse bouwinspecteur in Nederland, hoe frustrerend dat ook kan zijn, is natuurlijk een eitje vergeleken met de onbereikbaarheid van de overheid waar de mensen hier mee te maken hebben. Er is maar één bestuur voor heel Hong Kong – voor alle negen miljoen mensen, er bestaat geen verdeling in districten. Bovendien wordt maar 40% van de regering democratisch gekozen door de inwoners, de rest wordt aangewezen vanuit Beijing. ‘De gemeente’ is hierdoor een behoorlijk abstracte gesprekspartner.

1. Voetgangersbruggen

2. Bezetting van de Queen’s Pier

Donderdag 5 juli

Een uurtje wandelen door de stad. Proberen de dichtheid te begrijpen; in abstracte cijfers te vergelijken met de situatie waarin alle Nederlanders in de Flevopolder zouden wonen en werken. In Hong Kong ligt een uitgestrekt voetgangersgebied op een meter of vijf boven het maaiveld. Het publiek domein beperkt zich niet tot deze loopbruggen tussen de vele torens, maar gaat ook binnendoor. Zo is werkelijk alles gestapeld en gelaagd. De ruimte die een rolluikbak aan de gevel inneemt kan genoeg zijn voor een sappenbar of werkplaats eronder. En daar weer onder past altijd nog een offeraltaartje. De openbare ruimte als een vouwcaravan. Maar mensen zijn niet gestresst en lopen zonder te botsen en te stoten rustig over straat. Het is natuurlijk veel te heet voor stress of haast. Er zijn geen hangjongeren of –ouderen, het ontbreekt dan ook aan geschikte schaduwrijke pleintjes.

Het enige frisse en levendige volksplein is de Queen’s Pier. De kleine pier is ooit gebouwd om de Queen te ontvangen en dat is in vijftig jaar maar tweeëntwintig keer gebeurd. Op alle andere dagen is het een romantisch plekje aan de haven die nu ‘voor de aanleg van een riool’ afgebroken moet worden. Tot ongeloof en grote woede van een groeiende groep activisten die er nu zestig dagen kamperen en voorbijgangers informeren.

Op eerste dag van de seminar werden concrete ontwerpprojecten gepresenteerd, vandaag zijn er overwegend onderzoeksprojecten aan de beurt. Zo vertelt Daniela Paes Leao over de website die zij tijdens haar verblijf in het Blauwe Huis heeft gebouwd, deze functioneert als een interactief fotoalbum van de bewoners van IJburg – dáár, in de bagage van de individuele bewoners, ligt de geschiedenis van de nieuwe buurt. Voor Daniela is het belangrijk dat het eindresultaat van te voren nog niet vaststaat. Kith Tsang, de moderator en tevens kunstenaar en initiator van galerie Para/site, erkent de kracht van het onvoorspelbare; in ’89 was het faxapparaat het beste communicatiemiddel voor de Chinese studentenbeweging omdat dit niet geblokkeerd of afgeluisterd kon worden.

1. Een straat in Sham Shui Po

2. Werkplaats van Rattanstoelen, voorbeeld van een ambacht dat langzamerhand verdwijnt

Vrijdag 6 juli

Zoals het hoort bij een compleet verzorgde reis is er ook een dag ingepland om lekker te kunnen shoppen. Daarvoor moet je natuurlijk in Sham Shui Po zijn, waar verschillende typen winkels per straat georganiseerd zijn. We beginnen bij een Recycling Coop. In een nette ruimte, achter een donkere gangetje en twee trappen op, huist een soort binnenlands fair trade supermarktje, gesteund met inkomsten uit een aan Oxfam gelieerde hulporganisatie en een sociale werkplaats. Consumenten kunnen hier betalen met ‘Bloemen’; weer een ander geldcircuit, bedoeld om goederen en diensten gemakkelijk en eerlijk te kunnen ruilen. Op de briefjes, die een op een gekoppeld zijn aan de Hongkong Dollar, staan de beroepen afgebeeld van de mensen die dit geld gebruiken: een vuilnissorteerder, een gaarkeukenkok, enz.

Na nog wat winkeltjes en ateliers bezoeken we als laatste de Boy’s and Girls Clubs Association. Hier wordt alles in het werk gesteld om tegen te gaan dat jongeren ‘kansloos’ worden. Er is een radiostation, een superluxe muziekoefenruimte en bijeenkomstruimtes voor informatieavonden voor ouders. Onze komst naar Hong Kong is voor het Community Museum Project aanleiding om al deze verschillende initiatieven eens met elkaar in contact te brengen, om in de toekomst misschien te gaan samenwerken.

De nadruk van de presentaties van de laatste dag ligt op participatie. Zo vertelt Dennis Kaspori over de Rotterdam Index (RIX), een website waar mensen (echte) nieuwsberichten kunnen posten waardoor (virtuele) aandelen in (echte) stadswijken van Rotterdam in waarde dalen of stijgen. Mauricio Corbalan presenteert projecten van zijn Office for Connectivity in Argentinië, waarbij hij buurtbewoners met een probleem uit twee verschillende steden met elkaar in contact brengt via radio of internet. Om niet te stranden in oeverloos geklaag is er altijd een deskundige aanwezig, die helpt zoeken naar mogelijke oplossingen. Een Chinese collega participatie-expert is Chris Law van the Oval Partnership, een succesvol architectenbureau met een dependance in Hong Kong en een in Beijing. Participatie is volgens hem zelfs een voorwaarde bij ecologisch en sociaal duurzame projecten.

De laatste presentatie is misschien wel de meest verrassende voor het publiek. Elena Simons’ strategie voor een betere wereld is: meer plezier! ‘Wist u dat er honderden miljoenen bio-industriedieren sterven, terwijl ze nog maagd zijn?’ Deze vraag laat mensen onder de stoelen rollen van het lachen. De campagne Sex voor Dieren strijdt voor een aangenamer leven van dieren. De wereld verbeteren en meer bewustzijn voor mens en natuur zijn geen luchtige onderwerpen, de campagne is dan ook serieus. Maar ludieke acties trekken makkelijker de aandacht, ze breken de spanning en mobiliseren mensen. Dat zijn tips waar de zaal wat aan heeft.

Na afloop van het seminar wordt het idee gelanceerd om een opleidingsrestaurant te starten, met een bekende chef-kok die ‘kansarme’ jongeren zal opleiden, volgens de formule van Jamie Oliver. De organisatoren van de seminar hebben al een kelder van 300m2 in bruikleen gekregen van een projectontwikkelaar. Dit jaar nog openen. Dat kan in Hong Kong.