Column

De stad is een tijdreis

Het is afgelopen met de heroïsche architectuur. Voorbij zijn de tijden dat architecten en stedenbouwers naar eigen goeddunken pompeuze stratenplannen en bouwwerken kunnen neerzetten. De toekomst is aan de integrale architectuur, waarbij waterbalans en energiehuishouding minstens zo belangrijk zijn als materiaalkeuze en de uitstraling van een gebouw. Aldus Malcolm Smith, hoofd stedenbouw van de Londense tak van het prestigieuze bureau ARUP. Op uitnodiging van de dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam zong hij de lof van de ecologische, zelfvoorzienende stad, volgens hem de stad van de toekomst.

‘A city is a journey in time’,  betoogde Smith op 11 oktober in de Amsterdamse Zuiderkerk. Architecten en stedenbouwers werken voor de langere termijn. Wil je succes hebben, dan moet je vijftig jaar vooruit kijken, dan moet je proberen de effecten van huidige trends in te schatten. En wat zie je dan? Een toename van de wereldbevolking tot 10 miljard mensen in 2050, een toename die vooral voor rekening van de derde wereld komt, maar waar de westerse wereld door immigratie ook zijn deel van zal krijgen. We zien een razendsnelle klimaatverandering die gepaard gaat met drastische veranderingen in de waterbalans. Wie of wat die klimaatverandering veroorzaakt is voor de architect niet zo interessant, vindt Smith. Je hebt er gewoon mee te maken en je moet er in je ontwerpen op vooruit lopen. Waar je ook rekening mee moet houden is dat we het energieverbruik terug moeten dringen. ‘Zou iedereen op de wereld net zoveel energie verbruiken als de gemiddelde inwoner van Houston, dan hadden we nu al zes planeten nodig om daaraan te kunnen voldoen.’ Na deze met cijfers onderbouwde trends vervolgt Smith met enige speculaties: mensen zullen zich steeds meer gaan verzetten tegen de globalisering. Daardoor zullen de relaties tussen de steden en hun ommeland steeds belangrijker worden. Mensen willen lokaal geproduceerd voedsel. Prettige bijkomstigheid is dat de transportkosten van voedsel dan drastisch omlaag kunnen. En gezondheid wordt steeds belangrijker, waarmee je ook weer op dat lokale voedsel terechtkomt, want daar heb je zicht op. Wat die aardige boer om de hoek produceert moet wel beter zijn dan wat er uit een anonieme fabriek in een ver land komt.

Wat de resultaten zijn als je rekening houdt met die trends liet Smith zien aan de hand van een project op het Dongtan eiland bij Shanghai. ARUP ontwerpt daar een stuk stad voor 80.000 inwoners, waarbij de waterbalans, de energiehuishouding en het transport leidend zijn. ‘Total architecture, with all the disciplines’, aldus Smith, die benadrukt dat zijn bureau al met deze werkwijze bezig was voor iemand ter wereld zelfs maar van de milieuprofeet Al Gore had gehoord. Het resultaat is een stuk stad waar kleinschalige menging van functies voorop staat. Wonen, werken, horeca en voorzieningen op een klein oppervlak; de wedergeboorte van de openbare ruimte als levensader van de stad. Naast de 80.000 inwoners heeft dit stuk stad straks ook 50.000 banen in de aanbieding. Er is een uitgebreid net aan fiets- en voetgangerspaden, een sterk openbaar vervoerssysteem en de bereikbaarheid per auto is minimaal. ‘Milieu-onvriendelijke auto’s komen er al helemaal niet in.’ Ecocity Dongtan zal ruim veertig procent minder water gebruiken dan een vergelijkbare ‘normale’ stad en zal per jaar 350.000 ton minder kooldioxide produceren. Zestig procent van de daken heeft daktuinen, belangrijk voor opvang van regenwater en als groenvoorziening. Er is veel aandacht voor efficiënte transportlijnen met het platteland. Voedsel gaat rechtstreeks van de boeren naar de gebruikers in de stad. De oneetbare overblijfselen van bijvoorbeeld rijstplanten worden verbrand, wat weer bio-energie voor de stad oplevert.

Essentieel voor het slagen van de plannen is niet alleen de actieve steun van een sterke regering, maar ook steun van de financiers: banken en verzekeringsmaatschappijen. Volgens Smith krijgt ARUP die steun, niet alleen in Shanghai, maar ook bij projecten in Cambridgeshire en in Londen, waar ze het toekomstige olympische dorp voor de spelen van 2012 ontwerpen. ‘Financiers vinden het uitermate prettig dat het risico voor overstromingen beperkt wordt door een uitgekiende waterbalans.’

Als rechtgeaard demagoog laat Smith nog wat treffende kreten los: ‘optimize rather then maximize!’ en ‘shop local!’, waarna hij gelukkig benadrukt dat de ARUP-benadering geen receptenboek is voor universeel gebruik. Let op de trends, let op de principes en pas ze vooral aan de lokale situatie aan, is zijn boodschap.

Het enthousiasme van Malcolm Smith voor de zelfvoorzienende stad is aanstekelijk, en de trends waarop hij zijn tijdreis baseert zijn onontkoombaar. Alleen jammer dat de impressies die hij van zijn projecten laat zien sterk doen denken aan Almere Buiten. Of op zijn best aan Abcoude. Het moet toch mogelijk zijn om een stad te maken die klaar is voor de toekomst en die tegelijk alles biedt wat een stad leuk maakt: drukte, ontmoeting, spanning, confrontatie. Die uitdaging moeten wij in Nederland maar eens oppakken.