Feature

Belvedere in de praktijk

Op 1 november vond in The Talent Factory in Den Bosch het Belvedere Festival plaats. Projectbureau Belvedere, dat het festival initieerde, nam de praktijk als invalshoek. ‘Want juist daar vindt in toenemende mate innovatie plaats,’ zo stelt directeur Frank Strolenberg. Doel is om input te krijgen voor de toekomstige agenda en vragen te verzamelen. Een paradeachtige opzet leverde een breed scala aan arena’s voor discussie op. Een impressie van de dag.

Ideeën ontwikkelen, ontwerpen en verbeelden, het zijn allemaal zaken die bij uitvoering een kader treffen. Denk bijvoorbeeld aan een financieringskader of aan wetgeving. Ook spelen sociale bewegingen zoals vermarkting en burgerparticipatie een rol bij uitvoer van initiatieven of raken mooie plannen bijvoorbeeld verloren in eeuwig draaiende bestuurlijke molens. De spanning tussen plan en kader vormde het hoofdthema op de vele podia in The Talent Factory. Met andere woorden: er werd gekeken of en hoe het Belvedere-gedachtegoed overleeft in de grote, boze buitenwereld.

‘Mooie woorden in nota’s zijn juridisch gezien vooral lucht,’ zo stelt Fred Kistenkas, senior docent leerstoelgroep Bos- en Natuurbeleid aan Wageningen Universiteit. De Belvedere Nota is inderdaad geen wet, maar bron van inspiratie. De vraag of inspiratie genoeg is om cultuurhistorie duurzaam een positie te geven bij ruimtelijke transformaties is dan ook legitiem. Kistenkas is van mening dat cultuurhistorie een stevige wettelijke status moet krijgen en pleit voor een Belvedere-richtlijn, naar voorbeeld van de Habitatrichtlijn. ‘Als er een Europese richtlijn is, zal er namelijk ook een wet moeten komen.’ Dan pas kun je werkelijk niet meer om cultuurhistorie heen bij uitvoer van projecten. Jaap Dirkmaat, directeur Vereniging Nederlands Cultuurlandschap vindt dat er vooral een enorme stoot geld in het landschap gestopt moet worden. Middels een ingenieus rekenmodel illustreert hij hoe gemakkelijk het is om de benodigde 12 miljard bij elkaar te sprokkelen. Maar als dat zo gemakkelijk gaat, waarom lukt het dan alsmaar niet? ‘Dat heeft te maken met smaak. De Nederlander weet niet meer wat mooi en prettig is,’ aldus Dirkmaat. We moeten in Nederland daarom aan smaakontwikkeling gaan doen. Daarnaast levert hij kritiek op het adagium van Belvedere: ‘Behoud door ontwikkeling’. ‘We doen niks, totdat er een ontwikkeling komt en dan gaan we eindelijk eens wat doen.’ Wellicht moeten we meer denken in de richting van ‘Behoud door smaakontwikkeling’.

De roep om meer sturing keert tijdens het festival verschillende malen terug. Zo bevraagt Willem van Toorn, dichter en schrijver, vanuit zijn misgenoegen over het verdwijnen van een ouderwets kaaswinkeltje in zijn buurt, de rol van de private partijen en de rol van het bestuur daarbij. Van Toorn bespeurt een te laconieke houding ten opzicht van hoe Nederland eruit komt te zien. ‘Er wordt vooral geconstateerd: “kennelijk willen we het zo, dus is het zo”, maar het kan niet zo zijn dat de markt de regels bepaalt.’ Rudy Stroink, projectontwikkelaar, constateert dat marktpartijen lui zijn en vooral lui gehouden worden. ‘Het gaat er om dat de marktpartijen zich verantwoordelijk gaan voelen. ‘Overheid stel je regels en wees vervolgens gul.’ Een gulle overheid moet wel weten waar hij zijn geld insteekt.

‘Nederland mooier maken’ is weinig concreet. In het project Zandstad – uitgevoerd door Koos Bosman, hoogleraar Architectuurgeschiedenis en Erfgoedstudies en Guido Wallagh van De Lijn – wordt aan de hand van een gebied in Brabant de vraag gesteld hoe je informatie verzamelt, ordent en presenteert zodat er in de ontwerppraktijk mee gewerkt kan worden. Dat klinkt al een stuk concreter. Doel van het project is het omzetten van wetenschappelijke inzichten in de beeldvorming van het verleden van de Brabantse zandgronden in een praktisch experiment met de implementatie van die inzichten in enkele reconstructiegebieden. Voor het project werd een interactieve website ontwikkeld met een database vol tools, zoals onder meer kaarten, beeldmateriaal, statistische gegevens, maar ook minder voor de hand liggende zaken zoals een driedimensionale animatie van stankcirkels rond agrarische bedrijven in het gebied Beerze-Reusel. Tools nemen normaliter nogal wat plek in beslag en het samenbrengen van gegevens op een website is dan ook een interessante vondst. Het is wel even zaak te weten hoe een en ander geordend is op de site. Een enkeling lijkt, uit de opmerkingen van het publiek te horen, soms een beetje de weg kwijt. Lastig hierbij is dat voor een juiste ordening of presentatie niet één principe bestaat. Maar aan de andere kant kun je stellen dat juist discussies over wat wordt aangeboden, waarom en in welke vorm, de blik verrijkt wat betreft de betekenis en waarde van geschiedenis en cultuurhistorie.

‘Voor en door de Burger’ vindt plaats in een ouderwets kringgesprek. Hier worden ervaringen gedeeld over burgerbetrokkenheid. Alle deelnemers van de sessies steken letterlijk de koppen bij elkaar; alsof hier snode plannen gesmeed worden. Met welke strategie houd je als burger je idee overeind? Want wie uit bevlogenheid een project opzet loopt al snel tegen allerlei structuren op: er moet geld op tafel komen, er moet aan regels worden voldaan, allerlei belangengroepen dienen te worden gemobiliseerd, ga zo maar door. Ook in de ‘Kwaliteitsarena’ gaat het over opzetten van slimme strategieën zodat een project mét behoud van kwaliteit succesvol uitgevoerd kan worden. Arnold van Vuuren vertelt dat hij bij zijn werkzaamheden rond de Nieuwe Hollandse Waterlinie Linie met name door bestuurswissels inlevert op kwaliteit. Om bescherming van de Linie hoog en meer verankerd op de agenda te krijgen probeert hij te bewerkstelligen dat de Linie in 2009 een Unesco-status krijgt. Het lijkt welhaast een list om bestuurders bij de les te houden.

Janny Rodermond, directeur van het Stimuleringsfonds voor Architectuur en verantwoordelijk voor het verdelen van de Belvedere-pot, wil ook de agenda voor het komend jaar opmaken. Rodermond bevraagt daartoe haar ‘Belvedere Backstage’ publiek: welke kennis mist nog en welke lacunes zijn er wat betreft ontwerpen met geschiedenis. Rond de tafel heerst het gevoel dat het niet zozeer de kennis is die ontbreekt. Jos Bazelmans van het RACM (Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten) geeft aan dat kennis niet vast ligt, ‘debat is belangrijk’. Koos Bosma benadrukt de noodzaak om naast doelgerichte projecten ruimte te laten voor verkennende projecten. ‘Ontregeling is nodig, door middel van projecten zoals die vandaag zijn gepresenteerd,’ zo merkt hij op.

Creëren van regelgeving, ontregelen, sturen en verkennen. Het lijken krachten die elkaar bijten, maar niets is minder waar. Timmeren aan een steviger kader en tegelijkertijd oppassen dat de boel niet dichtgetimmerd wordt, zodat er nog ruimte blijft voor experiment, is weldegelijk mogelijk. Zie hier, een ambitieus agendapunt voor Projectbureau Belvedere voor 2008.