Opinie

Exit Regio Randstad, en wat nu?

Begin december heeft bestuurlijk Nederland zich ontdaan van een door niemand geliefd instituut: het Bureau Regio Randstad. Geen traan gelaten. Donald van Dansik, ooit inhoudelijk leider van het Ontwerpatelier Deltametropool, reflecteert op de Randstadgeschiedenis en op de nu ontstane situatie

.

Regio Randstad is net verdwenen en Amsterdam presenteert de Metropoolregio Amsterdam tijdens de laatste Noord Vleugel conferentie. Daarmee is het zwaartepunt (Amsterdam) benoemd en de synergie tussen de steden in West-Nederland vergeten (juist nu de Asean Development Bank de chinezen de Randstad voorhoudt als een succesvolle regio van collaborerende steden. De bezoekende chinezen wilden echt niet geloven dat die slimme Nederlanders geen regionale autoriteit hebben ingesteld), conventionele (mono)centrische stad in haar Hinterland is hersteld. De zittende wethouder negeert de Vereniging Deltametropool waarvan zijn voorganger oprichter is, met de aankondiging “We gaan gezamenlijk de schouders zetten onder het verder versterken van de internationale concurrentiekracht van deze metropoolregio”. De opheffing van de Regio Randstad is volgens mij geen incident, het is een teken dat de SCHAAL van de Randstad er mondiaal weinig toe doet.

De Randstad als Ruimtelijke artefact

De Regio Randstad als artefact is door Peter Hall op de kaart gezet omdat het zijn, van Patrick Geddes (1915) afgeleidde, idee ondersteunde van de polinucleaire stad, in zijn ogen het beste stadsmodel voor de toekomst. De Randstad en het Ruhrgebiet waren van meet af aan voorbeelden van zo’n policentrische stad en de andere steden in zijn boek World Cities (1967) zijn het inmiddels geworden. Peter Hall beriep zich op economische processen op wereldschaal (de latere multinationals). Michael Porter heeft het begrip ‘clustering’ en de tegenbeweging ‘specialisatie’ toegevoegd. De bestuurlijke spelletjes met Randstad, Deltametropool, Zuidvleugelstad en Metropoolregio Amsterdam blijven in die context van globalisering marginaal.

Daarna maakte de Randstad een opmerkelijke ‘Werdegang’. Eens briljante voorloper tussen ‘gelijken’ in Hall’s Boek -‘zijn’ steden zoals Tokyo, London, New York, Parijs en Moskou werden immers allemaal polinucleaire stad – is Regio Randstad 40 Jaar later een verguisde bureaucratie.

In de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening (1988) werd Nederland het nationale achterland van de Stedelijke Knooppunten, met Amsterdam en Rotterdam in de koppositie. Voor de internationale handel zijn Vlaanderen en Noord Rijn Westfalen verre de belangrijkste handelspartners. De specialisatie van steden zet door, de knooppunten aan de oost en zuidgrenzen richten zich op het meest nabije buitenland. Rotterdam en Amsterdam richten zich, geholpen door de excellente externe bereikbaarheid over zee en door de lucht, respectievelijk op de mondiale chemische en op de service industrie. De te geringe interne bereikbaarheid is steeds meer een rem op de expansie; meer vraag dan aanbod op het Randstedelijk verkeersnetwerk beklemt Amsterdam/Schiphol; de Oost-West verbindingen knellen Rotterdam/Europoort af van het belangrijkste Hinterland. Als gevolg daarvan floreren de logistieke parken langs A12, A15, A16 en A59 halverwege de haven en de klant in het Hinterland.

In de opmaten tot de onvoltooide Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening werd de Randstad als één gebied opgenomen. Er werd een interdepartementale werkgroep Deltametropool opgericht, voorgezeten door VROM. Als pendant werden de locale besturen van steden en provincies in het westen van Nederland onder de noemer van het Bureau Regio Randstad (BRR) verenigd. In diezelfde tijd verenigden de besturen van territoriale overheden en NGO’s in het westen van Nederland zich eigenstandig in de ‘forward thinking’ Vereniging Deltametropool (VDM), voortgekomen uit het enthousiasme rond Nederland NU als ontwerp. Het BRR coördineerde, de VDM bleef de vereniging met ideeën. De naam Deltametropool werd langzaamaan algemeen geaccepteerd. De toenmalige Rijksbouwmeester Jo Coenen zag een rol voor een Ontwerper op dit ‘hogere’ schaalniveau. Een rol die hij grootmoedig gunde aan zijn leermeester Luigi Snozzi. Diens eerste schetsen werden opgenomen in de conceptversie van de Vijfde Nota (toen nog Ruimtelijke ORDENING).

De Randstad als politiek begrip

De Randstad maakte haar entree in bestuurlijk Nederland met de Nota Westen des Lands (1958). Volgens de toenmalige Christen Democraten, waren steden met meer dan 1 miljoen inwoners kwetsbaar voor verval van normen en waarden, ‘zeden’ in het toenmalige jargon. De steden in het westen des lands waren het meest kwetsbaar en moesten volgens de beleidmakers ‘uitstralen’. Het kwaad leek bezworen, maar waarheen uitstralen? Naar ‘Overig Nederland’ was het antwoord. Het oorspronkelijke Randstad beleid was in feite anti-Randstad beleid; door de spreiding van de ruimtelijke nederzetting van economische groei en door de gespreide locatie van de woningen voor het talent (de arbeid) die de groei zou gaan waarmaken.

De overheid toonde zich niet de minste, door spreiding van Rijksdiensten zou de welvaart zich verdelen over het land. De Christen Democraten beijverden zich voor een vertegenwoordiging in elke gemeente. Hun locale kwartiermakers kregen de vruchten van de spreiding mee naar hun post om de kiezer te overtuigen.

In het Haagse driestromenland staat CDA voor spreiding, VVD voor concentratie en de PvdA is volgend. De PvdA stelt dat het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) de Ruimte niet voldoende betrekt en dat de wederzijdse afstemming tussen verkeersvraag (de R) en het verkeersaanbod (de T) niet in balans is.

In dit licht bezien is het niet verwonderlijk dat de Randstad door het Rijksbeleid stiefmoederlijk werd behandeld. Een uitzondering was de VVD-er Henk Kamp, die de Vijfde Nota wilde inzetten voor een sterke Randstad. Dat is logisch gezien de prioriteiten van de VVD. De globale economie betekent dat iedereen met iedereen om alles (arbeidsmarkt, afzetmarkt) overal concurreert. De schaal van die globale competitie dwingt bedrijven in Nederland tot schaalvergroting en clustering. Investeren in de bijbehorende interne bereikbaarheid concurreert met de middelen voor spreiding en met de eisen en verlangens van milieu NGO’s. In de policentrische metropool was het voor bedrijven, door de onderlinge nabijheid, goed mogelijk om allianties te sluiten en op die manier de schaal te bereiken die voor de internationaal werkende onderneming als noodzakelijk werd gezien. De verkeerscapaciteit op de weg is inmiddels overwegend opgeëist door de forens, voor het zakelijk verkeer is geen ruimte. Interne en externe bereikbaarheid zijn van blijvend belang. Het maatschappelijk conflict over prioriteiten ten aanzien van de bereikbaarheid is lastig te beslechten, plan Nouwen biedt hiervoor een zeer bruikbare monetaire optie.

De KLM wist, door de invoering van het ‘spoke and hub’ systeem het aantal bestemmingen buitensporig uit te breiden. De combi jets, die passagiers en vracht vervoeren, maakten het mogelijk om vanuit een luchthaven met een klein achterland een groot aantal intercontinentale vluchten rendabel te verzorgen. De brandstofsubsidie was de sluitsteen van dit prachtige concept. Daarmee kon door de KLM Amsterdam en de rest van (west) Nederland van een luchthaven van wereldklasse worden voorzien. Deze excellente externe bereikbaarheid maakte de Randstad aantrekkelijk voor ‘Foreign Driven Investment’ en nog meer groei.

Dit mooie stelsel is echter strijdig met spreiding en er werd meer en meer gestreden voor investeringen IN de Randstad (VDM, VNO). De interne bereikbaarheid moest een complement zijn van de externe bereikbaarheid. Het spreidingsbeleid zorgde voor de aanleg van de A73 en houdt de verbreding van de A4 op. Nu lijkt voor iedereen die aan de dagranden op Schiphol landt, dat Nederland tot stilstand is gekomen, als de aanvliegroute over de A4 leidt.

Heden wordt het kabinet gedomineerd door het CDA (spreidingsadvocaat), is de VVD op de achtergrond, kiest de PvdA niet, is Regio Randstad opgeheven, zet Amsterdam een stap terug in de ‘eigen’ regio en is de Vereniging Deltametropool met andere dingen bezig. De Randstad heeft het tij niet mee. Het ministerie VROM werkt aan een Urgentie programma Randstad. Gezien het voorgaande verwacht ik niet dat dit werkstuk onder CDA bewind verder komt dan de sectorale competentiestrijd tussen de diverse vakdepartementen. Bovendien komt er van ruimtelijk beleid weinig terecht zonder het locale bestuur en het maatschappelijk middenveld. Waar zijn zij?

Hoe nu verder?

Tijdens het opstarten van het Urgentie Programma Randstad heeft VROM niet eens overwogen om openlijk of niet het Urgentie Programma Randstad dat de Vereniging Deltametropool bij het begin van dit millennium presenteerde tot inspiratie te nemen. De onderwerpen zijn duidelijk:

Nu kan worden begonnen met de voorliggende plannen:

1 MOBILITEIT: plan Deltanet, Holland Centraal (VDM) en plan Nouwen (ANWB),

2 VEILIGHEID, Landschapsbeheer, Toerisme, Waterkwaliteit en Waterpeil: plan Waterrijk, (VDM, ANWB en Waterschappen),

3 WONEN, aan de regio binden van de internationaal mobiele talentpool, door interessante woonmilieus te ontwikkelen. De overheid kan over enkele dagen, op grond van de Nieuwe WRO op drie niveaus (Gemeente, Provincie, Rijk) Regie voeren en bestemmingen aanwijzen: plan Deltawonen, (VDM, KEI, Woningcorporaties).

Op korte termijn is dit te complementeren met:

4 Delta CULTUUR ontbreekt in de reeks, is meer een OCW dan een VROM taak, dat is aan de Buitensingel maar een deur verder.

5 De maatgevende ALLIANTIE om de Nederlandse economie op te stuwen is een alliantie niet op de schaal van de Randstad – die is mondiaal te klein, en wordt door Niemand gesteund, het Rapport Kok is in een la vergeten en het OESO rapport is slechts bestreden door de planbureaus. Op globale schaal is het redelijk dat Nederland (als de regio van de Stedelijke Knooppunten) een alliantie sluit met de handelspartners en buurregio’s, Noord Rijn Westfalen en Vlaanderen, die een aanzienlijk aandeel hebben in het Nederlandse Bruto Regionaal Product.

Schaalsprong

Ik denk dat een samenkomst van de nog te benoemen burgemeester van Rotterdam en zijn nog te benoemen Haagse confrère, met hun ambtsgenoten in Dusseldorf en in Brussel deze de facto reeds bestaande alliantie ‘vleugels zal geven’. Rotterdam en Antwerpen kunnen opkomen voor respectievelijk Rijn, Betuwelijn, HSL-Oost en IJzeren Rijn. En Jaques Wallaghe sluit aan om het Nederlandse PendolinoHST© netwerk van Pro Rail via Groningen, Zwolle/Enschede, Arnhem en Maastricht over traditioneel spoor met het Duitse en Franse HST netwerk te verknopen. En dat is wat de burgemeesters voor het personen en goederen vervoer al direct bereiken bij hun eerste bezoek.

Deze noodzakelijke SCHAALSPRONG is niet meer dan de erkenning van de schaal in de globale economie. Dat Regio Randstad verdwijnt is daarmee een simpele erkenning van het gegeven dat de Randstad een maat te klein is voor de mondiale economie. De Amsterdamse stap terug in schaal is de erkenning van de positie van die stad in het netwerk van Nederlandse Stedelijke Knooppunten, met behoud van een vereenvoudigd VDM programma. Nu die nog te benoemen burgemeesters van Den Haag en Rotterdam motiveren. VROM kan de Randstad schrappen uit haar werkprogramma, de uitvoering van de Nota Ruimte, gericht op de zorg voor het tussenland, dat alleen verrommelt omdat het verder van Niemand is, is een eervolle taak waar een afgeslankt VROM de handen vol aan heeft.

De Rest van Nederland kan aan het werk, dankzij een goede infrastructuur en optimale ontwikkeling van vastgoed.