De architectuurtheorie van de Benedictijnse monnik Dom Hans van der Laan (1904-1991) is allesomvattend en niet eenvoudig te begrijpen. In 2001 deed het Bonnefantenmuseum een poging zijn zoektocht naar de oorsprong van de architectuur en het Plastisch Getal inzichtelijk te maken. Daarin slaagde het museum maar ten dele. NAi Maastricht kiest daarom voor een andere insteek.
De gedachte is dat méér dan de theorie, de uitwerking inzicht biedt in wat Dom Hans van der Laan beoogde. Om dat te ervaren, is de voorhof (de toegang tot een klooster) nagebouwd, alsook een monnikencel en de werkkamer van Dom van der Laan zelf. Er wordt, in de geest van de meester, geen enkele poging gedaan de naakte ruimtelijke verhoudingen aan te kleden. Attributen zijn schaars, er zijn geen tekstborden (wel gidsjes), en de materialen zijn sober (kale mdf-wanden geven de grenzen aan). Er zijn maquettes te zien, liturgische attributen, meubels op schaal en op ware grootte, en gewaden. Alles naar ontwerp van Van der Laan. In deze minimale opstelling wordt de bezoeker van de Wiebengahal drie invalshoeken geboden, ‘Het Verblijf’, ‘De Kunstnijverheid’ en ‘De Tijd’.
De route ‘Verblijf’ toont in de voorhof de beroemde fotoreportage van fotograaf Kim Zwarts over de abdij Sint Benedictus bij Vaals. De zwart-wit fotos zijn klein afgedrukt om de bezoeker te dwingen zich te verdiepen in het sobere lijnenspel van volume, licht en materiaal. Om zich open te stellen voor bovenmenselijke begrippen als tijdloosheid en eeuwigheid, gevangen in architectuur. We zijn ons bewust van een ruimte om ons heen temidden van de ruimte boven de aarde, schrijft Dom van der Laan. Architectuur is niet het scheppen uit het niets, maar het herscheppen van zaken die reeds bestaan, verduidelijkt de Gids voor Verblijf. Een ruimte creëren begint bij een afbakening door twee muren. Lichtinval is belangrijk evenals de dikte van een muur en de maat van een monnikencel als de begineenheden van elk gebouw.
In ‘Kunstnijverheid’ richt de Gids voor Kunstnijverheid de aandacht in diezelfde voorhof op een aantal miniatuurmodellen. Van der Laan liet ze maken om proefopstellingen mee te maken. De meubels zijn onderworpen aan de maatverhoudingen die zijn architectuurtheorie bepalen, niet vanuit functionaliteit of comfort. Aan de Mariazusters van de abdij in Roosenberg licht hij zijn ontwerpen bij aflevering schriftelijk toe: Wel is alles gedaan om de stoelen makkelijk te laten zitten, en het onderhoud ervan te vereenvoudigen, maar in de praktijk zullen zeker enkele moeilijkheden moeten worden overwonnen. Ik reken dan ook op de goede wil om de lagere belangen prijs te geven voor hogere, zoals dat ook in het geestelijk leven zo dikwijls moet gebeuren.
De Gids voor Tijd leidt de bezoeker langs de vierde dimensie, tijd als betekenisvol systeem. Tijd is een meetbaar ordeningsprincipe en derhalve onderdeel van de architectuurtheorie van Van der Laan. De voorhof biedt inzicht in de dagindeling van de Kartuizer Orde aan de hand van de bekroonde documentaire Into Great Silence van Philip Grönberg. Ook de dagindeling van een Benedictijnse monnik is streng. Er zijn vaste tijden voor eten, werken, bidden en contemplatie. Op de tijdstippen dat de monniken verdiept zijn in gebedsdiensten (Sext, Noon en Vespers) klinkt Gregoriaans gezang door de tentoonstellingsruimten. Alleen op momenten dat de Benedictijnen (gespecialiseerd in steenhouwen en boekbinden) werken, wordt de Wiebengahal schoon gemaakt. In een leven gewijd aan God is tijd een breed begrip. Ons leven heeft geen nut, zegt gastenbroeder Mark Loriaux, Wij presteren niets. Maar het is niet zinloos. Het einde van de menselijke tijd krijgt vorm in een grafsteen, eveneens ontworpen door Van der Laan.
Wie nog mocht twijfelen aan de praktische toepassingsmogelijkheden van de theorieën van Dom van der Laan op alle denkbare niveaus van het (religieus) bestaan, spoede zich naar Maastricht. Vergeet dan de aardse polemieken over de esthetiek van de Bossche School, laat dagelijkse beslommeringen achter en ervaar het Plastisch Getal.