Feature

Sloop jeugdherberg Ockenburgh van Frank van Klingeren dreigt.

Gebouwen die jonger zijn dan de ‘monumentenleeftijd’ van 50 jaar zijn, hoe bijzonder of inspirerend ook, vogelvrij. Regelmatig moet een reddingscomité weer pleiten voor een zorgvuldige omgang met dergelijke gebouwen. Dit keer is een dreigende sloopvergunning voor de jeugdherberg in Kijkduin van Frank van Klingeren de aanleiding voor persberichten en protestbrieven.

De bedreigde jeugdherberg is begin jaren ’70 gerealiseerd als uitbreiding van een 19e landhuis op het landgoed Ockenburgh in Kijkduin. Het is ontworpen als een open en transparante plek voor ontmoetingen, als tegenhanger van het gesloten landhuis ernaast. Het gebouw is bijzonder omdat het geheel in staal en glas is uitgevoerd. Karakteristiek zijn de rond de gevels aangebrachte stalen vluchtbalkons, die ook als informele verblijfsruimte werden gebruikt. Belangrijker is wellicht de sociale betekenis van het gebouw. Van Klingeren zag Ockenburgh, met 400 bedden ooit één van de grootste jeugdherbergen ter wereld, vooral als een voorbeeld van collectief en openbaar wonen, een grote kampeerplaats waar jongeren samen komen in de natuur. De glazen gevels waren daarbij niet meer dan een klimatologische noodzaak.

Nadat de jeugdherberg werd opgeheven, heeft zowel het landhuis als Van Klingerens staal-en-glasdoos enige jaren leeg gestaan. Nu dreigt de uitbreiding te moeten wijken voor de bouw van een vijfsterren hotel dat ontwikkeld wordt door De Noordelijke combinatie en & vastgoed. Daarmee lijkt een markant gebouw met een bewogen sociale geschiedenis te verdwijnen terwijl behoud ervan de realisatie van een hotel op deze plek niet in de weg behoeft te staan.

Dat is in elk geval de inzet van de ondertekenaars (de erven Van Klingeren, Docomomo Nederland en een aantal architectuur- en erfgoeddeskundigen waaronder Fons Asselbergs, Rijksadviseur voor Cultureel Erfgoed) van de protestbrief aan de gemeente Den Haag. Zij zijn niet per sé tegen de bouw van een hotel op deze plek, maar vinden dat de mogelijkheden voor hergebruik van het gebouw van Van Klingeren onvoldoende zijn onderzocht. “Bouwtechnisch verkeert het gebouw ondanks enige jaren van leegstand nog in goede staat. Het is zelfs bijzonder dat een stalen gebouw zo dicht bij de kust er nog steeds zo goed bij staat. Als de kapotte ruiten vervangen worden en het staalwerk schoongemaakt dan staat er een prachtig transparant en bijzonder flexibel gebouw.”

De toekenning van een sloopvergunning zal wellicht enige tijd worden uitgesteld omdat de rechter heeft geoordeeld dat er teveel bomen moeten worden gekapt om de nieuwbouw mogelijk te maken, bovendien is Welstand voorlopig (nog) niet tevreden met het voorgestelde nieuwbouwplan. Dat geeft de gemeente Den Haag de tijd om nog eens goed de verschillende mogelijkheden tot behoud van Van Klingerens gebouw te (laten) onderzoeken. Al was het maar om redenen van duurzaamheid en het belang van zorgvuldige omgang van de overheid met bijzonder cultuurgoed.