De Vinex-wijk IJburg bij Amsterdam begint een echte stadswijk te worden, steeds meer mensen met verschillende achtergronden komen op de opgespoten eilanden wonen. De fase van pionieren lijkt definitief voorbij. Iedere vierkante meter heeft ondertussen een bestemming gekregen waardoor sociale en culturele initiatieven van bewoners in de knel komen.
Half maart presenteerde het Amsterdamse architectuurcentrum Arcam voor de zesde keer de Architectuurkaart IJburg. Volgens directeur Maarten Kloos geven de kaarten, die vanaf 2003 gemaakt worden, een mooi stapsgewijs beeld van de ontwikkeling van dit eilandenrijk in het IJmeer. Een blik op de nieuwste plattegrond laat zien dat aan het eind van 2008 nagenoeg ieder stukje van de bestaande eilanden bebouwd zal zijn.
Het formaat van de volgende kaart zal aangepast moeten worden. In 2009 start de gemeente Amsterdam namelijk met de aanleg van de tweede fase van IJburg. Met het opspuiten van het Centrum-, Midden-, Strand- en Buiteneiland in het IJmeer had Amsterdam al veel eerder willen beginnen. De plannen daarvoor zijn in 2004 door de Raad van State echter naar de prullenbak verwezen omdat natuurbeschermers met succes bezwaar maakten tegen de ingediende tekeningen: de gemeente hield te weinig rekening met beschermde vogelbroedgebieden en moest de plannen herzien.
Nu lijkt het toevoegen van de resterende eilanden aan de wijk simpelweg een uitbreiding van IJburg, maar dat is niet helemaal het geval. Veel sociale en culturele voorzieningen zijn juist op deze nieuwe eilandengroep voorzien, die komen nu dus veel later beschikbaar. Tegelijkertijd betekent de vertraging dat bestaande tijdelijke initiatieven van bewoners geen mogelijkheden hebben om uit te wijken. De bestaande eilanden worden immers langzaamaan volgebouwd met als resultaat dat de pioniersgeest letterlijk klem komt te zitten. Initiatieven die het gemeenschapsgevoel op IJburg proberen te stimuleren, zoals het Piet Hein Eekhuis, Blijburg en het Blauwe Huis, dreigen te verdwijnen voordat bewoners gebruik kunnen maken van nieuwe alternatieven.
Het gebouw met de meeste historie, het Piet Hein Eekhuis, bedoeld als gemeenschapshuis voor IJburgers, is begin 2008 van IJburg verdwenen omdat het stond op grond die al aan projectontwikkelaars was vergeven. Het populaire stadsstrand Blijburg beleeft waarschijnlijk deze zomer het laatste seizoen, ook omdat er geen plek meer voor is. Dat is opvallend omdat het strand IJburg in heel Nederland wordt gezien als een succesvol voorbeeld van een voorziening waarmee een uitbreidingswijk op de kaart kan worden gezet. Blijburg maakte IJburg bekend, gaf het een gezicht en maakte de wijk tot méér dan een kale en ongezellige verzameling nieuwbouwblokken.
Het Blauwe Huis, een initiatief van kunstenaar Jeanne van Heeswijk en architect Dennis Kaspori dat over een jaar eindigt, stimuleert betrokkenheid in de buurt door kleine initiatieven te starten of te ondersteunen. Zo kwam er een boekenkas (een groentekas die als bibliotheek wordt gebruikt omdat de wijk nog geen bibliotheek heeft), kreeg een bloemenwinkel onderdak en werden een tijdelijk wijkrestaurant en openlucht bioscoop ingericht. Allemaal voorzieningen die bewoners van een stadswijk graag in de buurt hebben, maar die op IJburg nog ontbraken.
Hoe moeilijk het is om een initiatief van de grond te krijgen dat niet van tevoren is gepland, laat Theatraal IJburg van theatermaakster Thea Pruim zien. Zij was ook een van de pioniers en organiseerde ‘spektakels’, theater in de openlucht met medewerking van IJburgers. Pruim: ‘Wij vonden het heel leuk toen er nog niet zoveel op IJburg was, maar als je op cultuurgebied echt iets van de grond wilt krijgen dan heb je steun nodig.’
Pruim probeert met een jeugdtheaterschool en Mediacafe (dat o.a. een IJburg soap en een talkshow produceert) al jaren een plek te krijgen in het toekomstige Centrum voor Vrije Tijd, maar de oplevering daarvan is weer uitgesteld naar 2010. In de tussentijd is het aanmodderen met locaties. ‘Er zijn wel leegstaande bedrijfsruimtes, maar wij kunnen die huur niet opbrengen als we onze theaterlessen een beetje betaalbaar willen houden. Het is jammer dat er nog steeds geen vaste plek voor cultuur is.’
Volgens de gemeente hebben woningcorporaties weinig voor de grond op IJburg hoeven betalen en was het de bedoeling dat zij ook betaalbare ruimtes aan zouden bieden. Dat is niet gebeurd waardoor alle ruimtes op IJburg duur zijn. Die situatie blijkt heel moeilijk te keren, waardoor initiatieven van bewoners in de verdrukking komen. Tineke Lupi, die dit jaar aan de Universiteit van Amsterdam promoveert op een studie over sociale cohesie op IJburg, wijst er op dat juist die initiatieven van belang zijn geweest voor de identiteitsvorming van de nieuwe wijk. Volgens haar is dit tekenend voor het stadse karakter van IJburg: mensen wilden wel binding met hun buurt maar geen verstikkende sociale verplichtingen. ‘Je had hier geen ‘Wieringermeerziekte’, met een overmaat aan gezelligheidsclubjes.’
Door de toenemende bouwproductie vanaf 2006 en het dreigende vertrek van voorzieningen van onderop, lijkt de periode van vrijheid en pionieren definitief voorbij. Niet alleen heeft de toename van het aantal bewoners – nu ongeveer negenduizend – de sociale overzichtelijkheid beperkt, ook op andere manieren is de wijk stadser geworden. Hangjongeren, hondenpoep, parkeerproblemen en criminaliteit, het is allemaal onderdeel van IJburg geworden. ‘De cultuur op IJburg is veranderd’, zegt Lupi.
Toch zijn er ook voorbeelden waarin het gelukt is om een mate van vrijheid te creëeren, zoals Vrijburcht op het Steigereiland, een complex met woningen, een theaterzaal, kinderopvang en een eetcafé. Architect Hein de Haan gaf dat vorm samen met zijn medebewoners. Hij is bij uitstek iemand die gelooft in de combinatie van wonen en voorzieningen met een sterke betrokkenheid van bewoners. Hij vindt dat IJburg veel te veel gedomineerd wordt door wonen en zou willen dat bewoners veel meer invloed op hun omgeving krijgen. Juist de culturele pioniers hebben wat hem betreft het goede voorbeeld gegeven en zij zouden gekoesterd moeten worden. ‘Zij hebben IJburg door een moeilijke fase heen geholpen, dat geeft hen bepaalde rechten.’
Het is duidelijk: de regeldrift en planning drukken steeds meer een stempel op de nieuwe wijk, net als in de rest van de stad. Dat is jammer, vinden bewoners. Stanja van Mierlo van Blijburg: ‘Het is logisch dat IJburg geen vrijplaats meer is, maar het gaat om een balans tussen planning en vrijheid’.