Recensie

De Rokade

Aan de Laan Corpus den Hoorn, een drukke verkeersader in het zuiden van Groningen, staat sinds (en voor) korte tijd de hoogste woontoren van de stad. In opdracht van woningstichting De Huismeesters ontwierpen Arons en Gelauff architecten de slanke en fiere woontoren De Rokade. Het bijzondere gebouw brengt de Groninger ambities van verdichting, functiemenging en wijkvernieuwing samen, op een locatie die de lokale schaal overstijgt.

Locatie

De Rokade is met haar hoogte van 63 meter en bijzondere vormgeving een opvallende verschijning in de skyline van Groningen. De toren ligt aan een drukke verkeersader in de naoorlogse wijk Corpus den Hoorn. Deze laan kenmerkt zich ruimtelijk door haar brede profiel en programmatisch door de hoge concentratie zorg(gerelateerde) instellingen. De Rokade weet zich naar beide goed te voegen. Ruimtelijk is het een baken aan de (steeds drukker wordende) weg, waarbij de transparante plint bijdraagt aan de  verankering met de openbare ruimte. Ook programmatisch zoekt De Rokade aansluiting bij de omgeving. De appartementen zijn bestemd voor ‘startende senioren’, vijftigers en zestigers die nog fit zijn, maar rekening willen houden met een minder goede gezondheid in de toekomst. De bewoners van De Rokade kunnen via een onopvallende gang de voorzieningen bereiken die het gerenoveerde verzorgings- en verpleeghuis Maartenshof biedt. Dat zijn niet alleen zorgvoorzieningen, maar bijvoorbeeld ook horecavoorzieningen en een kapper.

Ontwerp

De Rokade bestaat uit twee volumes die in materiaalgebruik en schaal naadloos op elkaar aansluiten. Het meest opvallende volume is de woontoren, waarin 74 appartementen zijn ondergebracht. Het andere, horizontale volume bestaat uit drie bouwlagen, en herbergt bedrijfsruimten en parkeerplaatsen. De woontoren rust op dit horizontale volume. In de woontoren biedt elke verdieping ruimte aan vier appartementen, met uitzondering van de bovenste etage, daar zijn twee penthouse gerealiseerd. Kenmerkend voor de toren zijn de kruisvorm en de lichte kleurstelling. De keuze voor de kruisvorm heeft geleid tot bijzondere woningplattegronden. Elke woning heeft een L-vormige plattegrond, en is gesitueerd rondom een hoek. Op deze manier voorkwamen Arons en Gelauff dat buren bij elkaar naar binnen kunnen kijken. De toren is opgetrokken uit witte baksteen, die samen met de contrasterende donkere hoeken het ranke karakter van het gebouw versterkt. Ook de ronde ramen, die in grootte variëren, dragen bij aan dit beeld.

Intense Stad

Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het begrip ‘compacte stad’ een van de speerpunten in het Groningse gemeentelijk beleid. Zo wordt zorgvuldig met stadsuitbreidingen omgegaan en probeert Groningen een groot deel van de Vinex-opgave binnen de bestaande stadscontouren op te lossen. Eén van de meest recente voorbeelden hiervan is de manifestatie Intense Stad. De Intense Stad, gestart in 2004, is een onderzoek naar mogelijkheden om locaties in de bestaande stad te verdichten en functies bij elkaar te brengen. Onder de inspirerende leiding van Winy Maas en stadsbouwmeester Niek Verdonk werden zo’n 35 locaties in de stad geselecteerd waar verdichting en functiemenging wenselijk en mogelijk is. Het onderzoek leidde in 2004 tot een tentoonstelling en een (uitverkochte) publicatie, inmiddels wordt  druk gewerkt om een aantal van deze projecten daadwerkelijk te realiseren. Hoewel de eerste plannen voor De Rokade al ouder zijn, past het gebouw naadloos binnen de ambitieuze doelstellingen.

Wijkvernieuwing

De Rokade past niet alleen binnen de doelstellingen van de manifestatie Intense Stad, maar is ook typerend voor de herstructureringsaanpak van Groningen. De stad werkt al zo’n tien jaar intensief aan de herstructurering van voor- en naoorlogse wijken. De Rokade geeft een overtuigend antwoord op een van de wijkvernieuwingsopgaven die in meerdere wijken van Groningen spelen; het vergroten van het aanbod in typologieën in buurten met een tamelijk eenzijdig woningaanbod. Ook de fysieke relatie met (zorg)voorzieningen is er een die goed past binnen de integrale wijkvernieuwingsaanpak, waar fysieke en sociale ingrepen de laatste jaren steeds meer hand in hand gaan.