Cielo e Terra (hemel en aarde) is het thema van het Holland Festival dit jaar. Onder de noemer Mindfuel, bespiegelingen over de aarde en het gebruik en de inrichting daarvan, gaf Rem Koolhaas op 3 juni een lezing in het Amsterdamse Muziekgebouw aan het IJ.
Ruim een uur lang hing de zaal aan de lippen van Koolhaas die een lezing gaf over macht, geld en architectuur, met de Hermitage in Sint Petersburg als case. Koolhaas sprong zowel in tijd, als van Oost naar West, heen en terug. Hij begon zijn voordracht met een grafiek waarin zowel de ontwikkeling van de Dow Jones Index, als de expansie in vierkante meters van een aantal bekende musea waren getekend. De uitbreidingen bleken min of meer gelijke tred te houden met de stijging van de Dow. Vervolgens illustreerde hij met beelden het stijgende museumbezoek, de tweede agenda's van musea – het Bilbao-effect – en de soms wel hele dunne lijn tussen een museale expositie en een commerciële outlet. Conclusie: de invloed van de markteconomie op de museumwereld wordt steeds groter. Dat werd nog een benadrukt door het event waar Koolhaas voor het eerst kennismaakte met Thomas Krens, de directeur van het Guggenheim, op het Wereldforum in Davos.
Deze ontmoeting leidde tot de opdracht om het Guggenheim Hermitage museum in Las Vegas te ontwerpen. De dependances van deze twee wereldberoemde musea werden gevestigd in het al even beroemde hotel/casino Venetian. Voor de Hermitage dependance, een cortenstalen rechthoekig volume, gebruikte Koolhaas de metafoor van een juwelendoos. Tijdens de lezing liet hij er geen misverstand over bestaan: de juwelendoos was geen showcase maar een kluis, bedoeld om de kunst te beschermen tegen het vulgarisme van de omgeving.
Ongeveer gelijktijdig dat men in Las Vegas bouwde aan de dependances, maakten Krens en Mikhail Piotrovsky, de directeur van de Hermitage, aan de andere kant van de wereld plannen voor een uitbreiding van de Hermitage in een voormalig officierscomplex. Koolhaas en Guggenheims huisarchitect Frank Gehry kregen de uitnodiging mee te denken. In het voorstel van Koolhaas wordt het complex in de huidige (soms vervallen) staat gehandhaafd; er ontstaat een spanning tussen de vervallen ruimtes en de kunstwerken die zorgt voor een andere perceptie van zowel het object als van de ruimte. Juist deze spanning ontbreekt volkomen in de (uitbreidingen van) nieuwe musea, aldus Koolhaas.
Dat was in het najaar van 2000. Daarna werd Poetin president, vlogen twee vliegtuigen in de Twin Towers, moest een belangrijke Amerikaanse geldschieter van de Hermitage uitbreidingsplannen wegens financiële onwetmatigheden naar de gevangenis, en kregen de financiële markten gevoelige klappen te verduren. Gehry en Krens trokken zich terug.
Ergens op dit punt van zijn lezing liet Koolhaas een wereldkaart zien waarop een zwarte balk de Amerika's scheidde van de rest van de wereld, en toonde daarna alleen nog maar wereldkaarten waarop Afrika, Europa en Azië te zien waren. Vervolgens liet hij een grafiek zien waarop stond aangeven welke landen democratisch worden bestuurd, semi-democratisch of geen vorm van democratie kennen. Het merendeel bleek semi-democratisch of niet democratisch te zijn. Zonder een waardeoordeel uit te spreken toonden deze beelden de realiteit van vandaag en de toekomst.
Voor wie het (economisch) wereldnieuws een beetje volgt en zo nu en dan buiten de vakgemeenschap kijkt, kan het beeld dat Koolhaas schetste geen verrassing zijn. Koolhaas' toevoegingen aan die reeds bekende ontwikkelingen en feiten is de manier waarop hij ze rangschikt en presenteert – de grafieken zijn van een fabelachtige overtuigingskracht – waardoor nieuwe inzichten ontstaan, waaruit weer nieuwe conclusies kunnen worden getrokken.
Meer als een curator dan als een architect analyseerde Koolhaas met eenzelfde methode de Hermitage: ruim twee eeuwen bouwgeschiedenis, collectioneren, tentoonstellingsarchitectuur en gebruik. De uitbreidingsplannen zijn dan wel bevroren, een renovatie van het bestaande museum staat nog altijd op het programma. In plaats van grote atria te ontwerpen en slimme routings te maken die grote mensenstromen zo probleemloos mogelijk door het museum leiden, is zijn aanbeveling om de bestaande routing te verstoren. – dat Koolhaas niets moet hebben van mensenmassa's in musea was ondertussen wel duidelijk geworden. De vier gebouwen waaruit de Hermitage bestaat en die met luchtbruggen aan elkaar zijn gekoppeld, worden losgekoppeld. De afzonderlijke delen die hierdoor ontstaan worden via de kelder ontsloten. Voorts wil hij de Russische geschiedenis, die samen komt in het gebouw, haar gebruik en de collectie, zichtbaar maken door de ruimtes zo in te richten dat er geen hiërarchie is tussen de ruimte, het tentoongestelde en de vitrine waarin het object staat. Koolhaas pleitte in dit kader voor behoud en gebruik van de oude tentoonstellingsarchitectuur, ook van het door velen als inferieur beschouwde materiaal uit het Sovjet-tijdperk.