Waar begin je als je een opdracht krijgt om een nieuwe stad in Azië of Rusland te ontwerpen? Hoe ga je om met culturele verschillen, wetgeving en taal? Deze vragen vormden het uitgangspunt voor het avondvullend programma dat het International NewTown Institute organiseerde om de stedelijke ontwikkeling in Azië in kaart te brengen.
Dinsdagavond 27 mei vond in de Almeerse Kunstlinie de eerste publieke bijeenkomst plaats van het International NewTown Institute, georganiseerd in samenwerking met architectuurcentrum Casla. Het International NewTown Institute heeft als doel om vanuit een maatschappelijke betrokkenheid onderzoek te doen naar de verstedelijking van de wereld. Het instituut is geïnteresseerd in de rol van verschillende partijen die betrokken zijn bij stadsplanning. Dirk Frieling, een van de initiatiefnemers, introduceerde de avond New Towns Abroad, waarop vijf Nederlandse bureaus vertelden over hun aanpak en ervaringen bij stedenbouwkundige plannen in Azië.
Rob van der Velden van Atelier Dutch legt uit hoe het plan voor de Hollandse stad Gaoqiao in China tot stand is gekomen. Zijn betoog over de typische kenmerken van de Chinese en de Hollandse stad blijft helaas steken in de metaforische vergelijking tussen Oost en West: Mao ontmoet Mc Donalds. Het wordt meer concreet wanneer Van der Velden de oude binnenstad van Beijing vergelijkt met het ideaalplan van Simon Stevin. De publieke ruimte en het watersysteem vormen een belangrijk onderdeel in beide plannen. In de prijsvraaginzending van Atelier Dutch voor Gaoqiao Newtown is de menselijke schaal weer als maat der stedenbouw genomen. Gelet op de grootschalige ontwikkelingen van de meeste nieuwe Chinese steden is dit een interessant ontwerpuitgangspunt. Maar Kuiper Compagnons won de prijsvraag, op één voorwaarde: de plaatselijke overheid was zo enthousiast over het ontwerp van Atelier Dutch dat beide inzendingen gecombineerd moesten worden. Misschien is dit gerealiseerde consensusplan wel de meest ultieme Nederlandse inbreng in de Chinese cultuur. Met grachtenpanden, en kopie van het Amsterdamse Scheepvaarthuis en een reuzenklomp is de nieuwe Chinese stad geïnjecteerd met Oudhollandse beelden. De vraag is of dit de beste manier is om een menselijke schaal terug te brengen in deze nieuwe Chinese stad.
Rients Dijkstra van bureau Maxwan geeft een anekdotische beschrijving van de manier waarop je als bureau gekatapulteerd kan worden in een cultuur die je niet kent. Via een netwerk van projecten, ontwerpers en beleidsmakers wordt hij uiteindelijk door een van de directeuren van de Sobinbank gevraagd om aan een prijsvraag mee te doen. De opdracht was om ten zuiden van Moskou een stad voor 160.000 mensen te ontwerpen. Zonder specifiek programma maakt Maxwan een intuïtief ontwerp dat zich niets aantrekt van lokale omstandigheden. Dijkstra typeert deze situatie doeltreffend: we were sent out into the woods with blindfolds, afterwards you hear if you hunt the right animal. Maxwan won de prijsvraag en hoorde vervolgens dat het plan nutteloos is. Een met spreadsheets gecontroleerd programma moest uiteindelijk meer helderheid geven over de gebiedsontwikkeling. De presentatie van het nieuwe ontwerp van Maxwan wordt ondersteund door impressies die pijnlijk duidelijk maken dat de karakteristieke context van Moskou buiten beschouwing is gelaten. Wel wordt enigszins inzichtelijk hoe een specifiek Russisch proces verloopt en hoe weinig grip je daarop hebt als ontwerper. Rients Dijkstra presenteert zich als slimme zakenman die over de juiste kennis beschikt en weet hoe belangrijk het is om het juiste netwerk te hebben. Vooral dat laatste is van onschatbare waarde in opkomende markten, waar niet duidelijk is hoe het spel met de knikkers gespeeld wordt. Wanneer dat laatste duidelijk is, biedt het beloofde land onbegrensde mogelijkheden.
Ton Venhoeven (VenhoevenCS) hield, naar aanleiding van de verliezende prijsvraaginzending voor een Zuid-Koreaanse newtown, een interessant beschouwend betoog over de nieuwe stad en de manier waarop deze moet worden ingericht. Hij beschrijft de huidige cultuur aan de hand het model netwerkstad. De stad is volgens Venhoeven non-hiërarchisch en er bestaat geen causaal verband tussen de ene en de andere ervaring. Dit brengt onzekerheid met zich mee, omdat je de stad moeilijk als geheel kan omschrijven. Zo ontstaat de noodzaak om structuur aan te brengen. Volgens Venhoeven kunnen wij hiervoor gebruik maken van twee metaforen: de machine en de encyclopedie. De machine domineert onze sociale leefomgeving, waarin veel mensen geen contact meer hebben met de maatschappelijke realiteit. De encyclopedie maakt gebruik van een ordening naar type. Herkenning en vertrouwen vormen hiervoor de basis. Om zijn visie op de nieuwe stad kracht bij zetten, beschrijft Venhoeven Villa Müller van Adolf Loos. In dit ene huis zijn vele culturen verenigd, beyond good and evil en zelfs het kleinste deel draagt bij aan het evenwicht van het geheel. Het idee over de netwerkstad is analoog aan de werking van het ideale huis: a house is a body in space and in the house the cosmos is represented, aldus Venhoeven.
Het advies- en ingenieursbureau DHV presenteerde het ontwerp voor Caofeidian Eco-city, een stad voor één miljoen inwoners in Noordoost China. Volgens Dick Kevelam maakt dit kustgebied onderdeel uit van het nieuwste vijfjarenplan van de Chinese regering. In de komende jaren wordt het onmogelijk om hier agrarisch land om te vormen tot stedelijk gebied. De kust biedt daarom uitkomst. Omdat de luchtkwaliteit aan de kust beter is dan in het binnenland, zullen veel Chinezen in de toekomst van west naar oost verhuizen. De nieuwe stad verrijst in een olierijk gebied waar ook een haven wordt gebouwd. Kevelam benadrukte dat in dit industriële zoutwatergebied weinig zoetwater beschikbaar is voor de toekomstige bewoners. Het ontwerp voorziet daarom in zoetwaterwinning door aanleg van een eilanden- en lagunestructuur vergelijkbaar met de Waddeneilanden. Dit plan toont aan dat op gedegen wijze is gezocht naar een balans tussen stedelijke groei en een duurzame leefomgeving. DHV bewijst met dit project dat de Nederlandse ingenieurskunst op een behoedzame manier om kan gaan met lokale omstandigheden. Helaas grijpt Kevelam niet de mogelijkheid aan om de werkwijze van een westers bureau in de socialistische markteconomie van China uiteen te zetten.
Tot slot gaf Adam Frampton van OMA in sneltreinvaart uitleg over stedelijke ontwikkelingen in de woestijn, aan de zuid-west zijde van Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten. De olierijke staat is sinds de jaren 80 sterk in ontwikkeling. De woestijnnederzettingen vormen als het ware artificiële eilanden. Frampton noemt deze manier van stedenbouw resort urbanism, waarin marketing complementair is aan stedenbouw. De architectuur wordt ingezet voor de marketing. Door de snelheid van de presentatie was het plan helaas moeilijk op haar inhoud is te beoordelen. Aan de hand van data en grafieken werd wel duidelijk dat de snelst groeiende steden zich in de armste landen bevinden. Volgens Frampton is het mechanisme van dit soort nieuwe steden onvergelijkbaar met de ontwikkeling van westerse steden zoals wij die kennen. Het vereist een nieuwe manier van kijken. Wat het mechanisme precies inhoudt en wat deze nieuwe zienswijze zou kunnen zijn, werd niet duidelijk. Wel werd aannemelijk gemaakt dat de nieuwe stedelijke ontwikkelingen effect hebben op het denken over de westerse stad, of om met de onheilspellende woorden van Adam Frampton te spreken: 'Urban innovations taking place in the Middle-East and China are surpassing elsewhere'.
De bloeiende handel tussen Nederland en opkomende markten zoals China en de VAE is niet nieuw. Al sinds de 16e eeuw verkent Nederland de Aziatische markt. De plannenmakers die deze avond spraken, bouwen voort op deze traditie. Hierbij is niet de maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar de ondernemersdrang het kompas. Als gevolg hiervan speelt de marketing van newtowns een centrale rol in het ontwerpproces. Tempo, schaal en werkwijze worden flexibel hierop aangepast. De nadruk van de lezingenreeks lag op de kansen en potenties voor de ontwerpers van nieuwe steden. Maar de rol die deze westerse ontwerpers spelen in de Aziatische cultuur bleef onderbelicht. Hoe is het voor westerse ontwerpers, die volledige vrijheid van meningsuiting kennen, om te gaan met censuur en ondemocratische besluitvorming of regels die zonder opgaaf van reden veranderen? Over deze lokale omstandigheden werd niet meer dan gefluisterd.