Recensie

Power of place

De studiereis van Fonds BKVB naar de Verenigde Staten, die vorig jaar september plaatsvond, vormde de aanleiding voor de tentoonstelling ‘Power of place’. Nieuw werk van beeldend kunstenaars uit het reisgezelschap, aangevuld met bestaand werk van andere kunstenaars verbeelden veranderd landschap en de kracht van de plek.

Een rauw landschap van een geperforeerde betonnen vloer waar plantjes uit de gaten omhoog schieten, daarachter opeen gestapelde brokken asfalt en in de verte een glimp van een rode rotspartij, het is het eerste beeld dat opdoemt wanneer men de Nettenfabriek in Apeldoorn binnentreedt. De tentoonstelling Power of Place is een resultante van de studiereis Power of Place – Een zoektocht naar de betekenis van landschap en openbare ruimte in Amerika, waaraan, op uitnodiging van het Fonds BKVB, vijfentwintig beeldend kunstenaars, landschapsarchitecten en stedenbouwers deelnamen. De kunstenaars onder hen (Sanne Peper, Voebe de Gruyter, Rudy Luijters, Erik Odijk, Frank van der Salm, Tjerk Ruimschotel, Geert van de Camp (Observatorium) en Ester van de Wiel) hebben de kracht van diverse plekken in de VS gevangen in beeld. In een klein kabinet hangen prints van een weblog.  Op de weblog werd elke dag door een van de deelnemers verslag gedaan van de reis. Door deze verslagen op te nemen in de tentoonstelling gaan de beelden in de tentoonstelling leven als resultaat van de reis en de tijdens de reis gevoerde discussies.

De tentoonstelling opent met een groot binnenlandschap, ronde gaten zijn in de betonvloer geboord, deze zijn opgevuld met aarde, waarop zaadjes zijn gestrooid. Op de meeste plekken zijn de zaadjes uitgegroeid tot jonge plantjes. De betonnen cilinders, het afval van de perforatie, zijn naast de gaten geplaatst. Dit werk van Ester van de Wiel versterkt in eerste instantie de kracht van de industriële hal door de jonge kwetsbare plantjes tegenover het oude doorleefde gebouw te plaatsen. Daarnaast refereert het beeld aan het woestijnlandschap in Arizona, waar Van de Wiel over schreef in het weblog.

Ook Geert van de Camp (Observatorium) maakte een landschappelijk werk. Het bestaat uit stukken asfalt die op elkaar zijn gestapeld en als een statisch landschap op een centrale plek in de fabriekshal liggen opgesteld; de strepen van het wegdek zijn nog zichtbaar.

De kunstenaarsgroep Observatorium had hiervoor 250 ton asfalt van een bestaand stuk weg naar Apeldoorn laten transporteren. Hier komen infrastructuur en landschap heel dicht bij elkaar. Het werk verwijst naar de Amerikaanse Parkways, van waaraf het eindeloze landschap vaak wordt beleefd. In september dienen de brokken asfalt  als ‘infrastructuur’ voor de debatten die het Fonds BKVB organiseert.

Cupcake – Erik Odijk

Een derde landschappelijke werk, de rode rots die bij aankomst in de verte te zien is, blijkt een wandtekening van Erik Odijk te zijn. Wat mij in de tentoonstelling vooral trof was het filmpje van Frank van der Salm, waar niet één plek is uitgewerkt, maar de veelheid aan bezochte plekken tot één beeld is  versmolten. Van der Salm heeft alle foto’s van de deelnemers achter elkaar  gezet, ongeveer 50.000, die met zo’n hoge snelheid worden afgespeeld dat de beelden en plekken als afzonderlijk beeld niet meer herkenbaar zijn. Ruimten vloeien in elkaar over: landschap, stad en stadslandschap wisselden elkaar af en komen als een golvend landschap voorbij. Vlagen van groene landschappen, tuinen, suburbs, rode landschappen, snelwegen ‘s avonds, wolkenkrabbers, een begraafplaats, snelwegen overdag, een industrieterrein wisselen elkaar af. Deze golf van beelden toont hoe de deelnemers vanuit hun eigen discipline de kracht van het landschap probeerden te vatten. Ter introductie van de tentoonstelling  hangt, naast het werk van Van der Salm, een toepasselijk citaat van Marcel Proust. “The only real voyage of discovery consists not in seeing new landscapes, but in having new eyes, in seeing the universe with the eyes of another, of hundred of others, in seeing the hundred of universes that each of them sees.”

Het is jammer dat de curator Huib Haye van der Werf in de tentoonstelling het werk van leden van het reisgezelschap heeft aangevuld met bestaand werk van kunstenaars die niet aan de studiereis hebben deelgenomen.  In dit bestaande werk wordt het landschap als concept beschouwd en is daarmee plaatsloos, terwijl het landschap in het nieuwe werk juist sterk gebonden is aan een plaats, wat leidt tot een sterke samenhang tussen de verschillende werken. Deze samenhang wordt nu echter enigszins verstoord omdat de bestaande werken als losse objecten tussen het nieuwe werk staan.

Desalniettemin is Power of Place een boeiende tentoonstelling, de werken verbeelden niet alleen de kracht van het landschap in de VS, maar zijn op zichzelf ook krachtige beelden. De Nettenfabriek zal zeker een inspirerende omgeving vormen voor de debattenreeks De verloren dimensie – op zoek naar de sociale betekenis van het landschap, die in september zal plaatsvinden te midden van het gelaagde landschap van asfalt.