Recensie

Voortgezet situationisme

Tot 2 november is er op de benedenverdieping van het cultuurhuis Schunck-Glaspaleis in Heerlen een tentoonstelling te zien met de titel Instant Urbanism. Tracing the theories of the Situationist International in contemporary architecture and urbanism.

Instant Urbanism gaat over het gevolg en vervolg van de internationaal georiënteerde beweging die vanuit de late jaren veertig van de twintigste eeuw tot en met mei ’68 professioneel actie voerde voor de leefbaarheid binnen de urbane wereld: het situationisme. Vanwege de intentie om het gevolg en vervolg van het situationisme te tonen, is het beter om te spreken van een discussieproject dan van een tentoonstelling; de met architectuurtoerisme geamuseerde belangstellenden zijn dan waarschijnlijk beter bij de les te krijgen. Instant Urbanism wil namelijk zowel de toevallige bezoeker als de verantwoordelijke bestuurders opnieuw tot debat uitdagen.

De situationistische beweging (het is geen kunststroming) kwam direct na de Tweede Wereldoorlog in Parijs op gang en voorzag zich van een naam die was afgeleid van de vroegste openbare voordracht van Sartre – toen werd men daar nog voor uitgenodigd via stencils die op de winkeldeuren in de buurt waren geplakt.

De begrippen situatie en moment werden in Sartre’s voordracht scherp in beeld gebracht als bepalend voor het bestaan van alledag. Jonge kunstenaars zetten die begrippen indertijd al snel in als actiewapens tegen restauratie van vooroorlogse omstandigheden en stijlen. Doel was het experimenteel herzien en reconstrueren van de aldaagse stedelijke leefomgeving. Daarbij ging het niet om een bankje en een boompje en een beeldje, maar om het ontwerpen van de hele stedelijke structuur.

Francesca Ferguson, de curator van het project, maakte de tentoonstelling voor Zwitserse architectuurmuseum (SAM) in Bazel. Zelf is zij geboren in het jaar dat de oorspronkelijke situationistische beweging haar hoogtepunt bereikte. In de tentoonstelling draagt Ferguson niet alleen haar kennis over de beweging uit, maar neemt meteen ook verantwoordelijkheid voor een actueel vervolg ervan. Instant Urbanism animeert de historische projecten met actuele voorbeelden van Zürich tot Taiwan en daagt uit tot voortgezet kritisch handelen bij het inrichten van de openbare stadsruimte. Dan is het even niet zo belangrijk te weten dat de Nederlander Constant Nieuwenhuijs kwaadwillig buiten de oorspronkelijke bewegingsdiscipline is gemanoeuvreerd. Nu geldt dat zijn project New Babylon een parate drager is van dat deel van de onderneming van Ferguson dat onder andere te maken heeft met het hedendaagse en nog te verwachten urbaan-nomadisme: camperkampen van senioren, actieve beroepswisselingen, reisfaciliteiten, migratie, gezamenlijke creativiteit, jongvolwassen “huis”-vestingen, kraken en antikraak wetgeving, kritische levensstijl, etc. Dit laatste moet in de debatten binnen het kader van het project goede aandacht krijgen want er is ook te zien dat voorbeelden van repressieve tolerantie het instant urbanisme binnensluipen.

Instant Urbanism is een reizend project – eigen aan de opzet – dat niet op een toevallige locatie terecht moet komen. Het is dan ook zeer toepasselijk dat de tentoonstelling nu in Heerlen staat, in het centrum van de vroegere Nederlandse mijnstreek, waar men een kwart eeuw geleden over zijn eigen modernistische voorsprong is gestruikeld toen er de hoofdmiddelen van bestaan (mijnbouw) aan ontvielen. Het is een locatie waar de stedelijke structuur geherdefinieerd moet worden.

De tentoonstelling wordt getoond als onderdeel van het festival ‘Cultura Nova’; zeg maar de experimentele spelkant van het situationisme. Cultura Nova is – ook al bestaat het achttien jaar – een situationistische waakvlam van de strijdende homo ludens. Ook Instant Urbanism is zo’n situationistische waakvlam.