Nederland is een dichtbevolkt land met relatief veel kustlengte. De aantrekkelijkheid van deze kust wordt echter nauwelijks aangewend. Ondanks dat Diderot ons in zijn Voyage en Hollande (1782) toevertrouwde dat een bezoek aan Scheveningen het maken van een omweg rechtvaardigde, zijn vele kansen onbenut gelaten om Den Haag dichterbij zee te brengen.
Scheveningen vormt één van de zogenaamde zwakke schakels in onze kustverdediging. De verwachte klimaatveranderingen en daaruit voortkomende zeespiegelstijging vormen een aanleiding om de Nederlandse kust verder te verstevigen. Tegelijkertijd wil de gemeente Den Haag de boulevard aantrekkelijker maken voor de jaarlijkse 14 miljoen bezoekers met als motto: ‘Den Haag, Wereldstad aan Zee’.
In schril contrast met deze ambitie laat de huidige boulevard zich omschrijven als een rechte lijn die de patatcultuur rond de Palace Promenade verbindt met een troosteloze verzameling kiosken aan het eind van de Strandweg. Hier woont Lee Towers die – met een beetje fantasie – iedere dag zijn fiets stalt in de biesieklette van John Körmeling om dan luidkeels zijn versie van ‘Una Paloma Blanca’ over de boulevard te laten galmen (‘I did it my way’). Eigenlijk wordt Scheveningen pas aantrekkelijk waar we de boulevard met haar ‘sensitieve’ bestrating van vierkante – waar heb ik deze eerder gezien – betontegels verlaten: de haven, de duinen, het dorp, het Zwarte Pad: dat is Scheveningen. Kortom, ondanks een enkele fietsenstalling met allure is dit nog geen wereldstad aan zee.
Maar daar komt verandering in. De gemeente heeft Manuel De Sola-Morales gevraagd een nieuw plan te ontwerpen. Zijn plan is inmiddels door de gemeenteraad aangenomen en wordt binnenkort uitgevoerd. Het eerste wat opvalt is dat de rechte lijn vervangen wordt door een curve. De welvingen van de nieuwe boulevard volgen het verloop van de oude duinen en geven bezoekers een wisselend perspectief. Door verschillende niveaus ontstaat er zowel ruimtelijk (een stads- en een strandroute) als functioneel (verschillende wegen voor auto’s, fietsers, skaters en wandelaars) differentiatie. Dit levert een aantrekkelijk beeld op. Wat niet opvalt is dat De Sola-Morales deze grote variatie aan profielen heel geraffineerd benut heeft als een extra waterkering.
Dit is zonder meer het knappe van het ontwerp, maar tegelijkertijd ook de ‘zwakte’. De in de boulevard geïntegreerde dijk moet zekerheid en veiligheid verschaffen. Het plan is echter weinig flexibel om in te spelen op onvoorziene veranderingen. Volgens recente prognoses van het IPCC (een internationale wetenschappelijke klimaatcommissie) kan de zeespiegel in het jaar 2100 maximaal 88 centimeter gestegen zijn. Dat is veel in vergelijking met de stijging van 13 centimeter in de vorige eeuw. Het is echter weinig in vergelijking met de zeespiegelstijging van twee en een halve meter per eeuw zoals aan het einde van de laatste ijstijd. Het blijkt dat onze computermodellen niet alle klimaatschommelingen en zeespiegelveranderingen kunnen verklaren of voorspellen. Temperatuurstijgingen lopen sneller op dan men had berekend en gletsjers smelten sneller dan verwacht (sinds 1850 hebben Alpengletsjers tweederde van hun omvang verloren).
Hoogleraar geologie Salomon Kroonenberg bekijkt deze schommelingen op een ruimere schaal en constateert dat de aarde wel eens zeespiegels heeft gekend die 200(!) meter hoger waren. En als er een nieuwe ijstijd komt (en die zal er met zekerheid komen, we weten alleen niet wanneer) dan zal de zeespiegel meters dalen en ligt de Noordzee vrijwel droog.
Binnen geologische tijdschalen zijn dit normale schommelingen, waar een ontwerp voor een boulevard niet direct rekening mee kan houden. Alhoewel, klimaatdeskundigen waarschuwden recentelijk nog voor de mogelijkheid van abrupte klimaatomslagen met temperatuurstijgingen van 5 graden binnen enkele decennia. Uit historisch onderzoek is gebleken dat dit soort kantelpunten in het klimaat – points of no return – al eerder plaatsvonden. Hier moet dus rekening mee gehouden worden, ook in een stedenbouwkundig ontwerp. De Dienst Stedelijke Ontwikkeling van Den Haag omschrijft haar eigen inrichtingsplan van twaalf jaar geleden nu al als wanorde’ en ‘een gemis aan landschappelijke identiteit in de openbare ruimte van de zeepromenade. Men zou dus uit eigen ervaring moeten weten dat opvattingen binnen twaalf jaar radicaal kunnen veranderen.
Kroonenberg memoreert dat wetenschappers dertig jaar terug niet voor een opwarming maar juist over een afkoeling van de aarde bezorgd waren. Er zijn toen zelfs voorstellen gedaan om extra brandstof te verstoken om de afkoeling tegen te gaan. Kortom, nieuwe feiten laten ons perspectief op de wereld wel eens radicaal veranderen en men mag verwachten dat ook stedenbouwers hier rekening mee houden en in hun ontwerpen een mate van flexibiliteit inbouwen.
Terug naar het ontwerp van De Sola-Morales. Naast de geïntegreerde dijken wordt de waterkering ook versterkt door het strand en de zandbodem onderwater voor de kust op te hogen. Daarnaast wordt de wildgroei aan strandpaviljoens tegengegaan door deze losjes in clusters van twee tot vier paviljoens te groeperen. Hierdoor is een alternerend vrij zicht op zee gewaarborgd. Een hiaat in het plan is het aandragen van goede oplossingen voor de huidige kioskhouders. Enkele maanden voor de start van de werkzaamheden weten zij nog steeds niet waar ze aan toe zijn. Met vage beloftes worden ze van het kastje naar de muur gestuurd. De huur- en erfpachtcontracten lopen binnenkort af en de kans is groot dat voor deze kioskhouders met dit point of no return de klimaatverandering spoedig realiteit is.
Samenvattend kan men stellen dat dit plan zonder meer allure uitstraalt. Het zou daarom jammer zijn als dit plan na 12 jaar al weer op de schop moet wegens ‘voortschrijdend inzicht’.