Le Medi, een mediterraan buurtje van 93 woningen in de Rotterdamse wijk Bospolder naar een ontwerp van architectenbureau Geurst & Schulze, werd dit jaar opgeleverd.
Een bezoek aan Le Medi riep bij mij de volgende vraag op: welke opdracht heeft corporatie Woonbron Maasoevers gegeven om dit resultaat te bereiken?
Maak een woonblok in een mediterrane stijl om beter aan te sluiten op de oorspronkelijke leefomgeving van de wijkbewoners?
Maak een woonblok voor een mediterrane doelgroep die zich met deze stijl kan identificeren?
Of: Maak een woonblok met kenmerken van mediterrane woningen die vlekkeloos aansluit op de hedendaagse behoefte van woonconsumenten aan individualiteit in vormgeving en een invulling van eigen woonwensen. De laatste vraag blijkt met name te zijn beantwoord, terwijl het culturele aspect waarschijnlijk het uitgangspunt is geweest (Geurst en Schulze verwijzen in het overgrote deel van hun projecten niet zo specifiek naar een Arabische stijl). Opmerkelijk genoeg hebben meerder doelgroepen zich door de woonstijl aangesproken gevoeld. Zo trof ik jongere, oudere, Nederlands mensen en mensen met een buitenlandse afkomst aan. Een specifieke vormgeving leverde in dit geval dus niet een voorspelbare doelgroep op. De mediterrane architectonische identiteit is uitwisselbaar gebleken. Is het eigenlijk wel mogelijk om voor een specifieke culturele doelgroep te ontwerpen? En moeten we dat willen?
Er lijkt sprake van een identiteitcrisis. Oorspronkelijke culturen zijn aan het transformeren doordat ze met andere culturen in aanraking komen. Hoofddoeken met naaldhakken zijn geen uitzondering meer in het Nederlandse straatbeeld. Nederlandse jongeren die Surinaams spreken vormen een vast onderdeel van huidige jeugdculturen. En in Le Medi blijken ook artistieke Hollandse yuppen te gaan wonen.
Corporaties verzamelen identiteitexperts, architecten, vormgevers filosofen en sociologen om woonconsumenten in kaart te brengen en hen een afgemeten woonproduct te leveren. Maar deze exercitie lijkt in de huidige pluriforme samenleving tegen de grenzen van de meetbaarheid aan te lopen door een complete identiteitsvervaging. De relatie tussen architectuur en culturele identiteit is daarbij veel complexer dan wordt aangenomen.
Binnen de Nederlandse cultuur zie je al een tegenstelling tussen traditionalistische en moderne architectonische woonstijlen, waarbij moeilijk is vast te stellen welke mensen zich in welke architectuur thuis voelen. De hedendaagse culturele diversiteit maakt deze identiteitsvraag niet eenvoudiger. Ook binnen nieuwe culturen zijn conservatieve en meer moderne groepen te herkennen die behalve verschillende leefstijlen ook verschillende voorkeuren in vormgeving hebben.
Is Le Medi daarmee mislukt? Als de doelstelling was om de lokale Marokkaanse bevolking te voorzien van een woning in de eigen stijl, wel. Ongeacht deze doelstelling is er echter een wooncomplex gecreëerd dat door zijn zorgvuldig doorgevoerde stijlkenmerken een antwoord is op zeer hedendaagse Nederlandse woonactualiteiten. Met een diversiteit aan gevels is een gevoel van individualiteit gerealiseerd. Daarbij maakt Le Medi met een groot pakket aan uitbreidingsmogelijkheden individuele woonwensen mogelijk. En door het maken van een duidelijke grens tussen de collectieve ruimte en de openbare ruimte is een gevoel van veiligheid gecreëerd.
Met het zorgvuldig detailleren van de gevels met gearticuleerde kaders om de ramen, een getrapte ornamentiek in de baksteenvlakken en strategisch gebruik van kleur, kolommen en sierelementen refereert de woonwijk aan klassieke stijlkenmerken waar een grote groep woonconsumenten in Nederland nog altijd warm voor loopt.
Architecten als Piet Blom, Aldo van Eyck en ook Hertzberger keken naar de architectuur van de Arabische wereld. Het woningbouwproject de Kasbah van Piet Blom in Hengelo is daar een herkenbaar voorbeeld van. De Nederlandse architectuur heeft de Arabische woonstijl al lang geleden omarmd. Le Medi is feitelijk een degelijk oer-Hollands woonproduct met een exotisch sausje.