Recentelijk verscheen onder redactie van Dirk Sijmons het boek Greetings from Europe. Sijmons waarschuwt hierin voor de enorme impact van toerisme en recreatie op het Europese landschap.
De Mont Blanc raakt uit evenwicht door massatoerisme en verandering van het klimaat, meldt NRC Handelsblad gisteren. Jaarlijks bezoeken vijf miljoen toeristen de berg. Hoewel een relatief klein aantal daadwerkelijk naar de top klimt, is het druk rond de hoogste berg van Europa. Om de Mont Blanc te beschermen wordt geijverd voor een benoeming als werelderfgoed, maar tegenstanders zijn bang dat dit alleen maar meer bezoekers zal trekken.
Mensen onderhouden een paradoxale relatie met het landschap. In onze vrije tijd zoeken wij er ontspanning, natuur betekent voor velen van ons rust en een frisse neus – even je hoofd leegmaken. Tegelijkertijd doen we dit in zulke groten getale dat de ons zo geliefde landschappen er ingrijpend door veranderen en onherroepelijk aan ‘natuurlijkheid’ en rust verliezen. Dirk Sijmons wil Europa en de Europese politiek wakker schudden voor de immense invloed van toerisme en recreatie (samengevat onder de toepasselijk loom klinkende noemer leisure). Hij nam als Rijksadviseur voor het landschap het initiatief tot een groot Europees onderzoek, om zo een brede inventarisatie van de huidige ontwikkelingen te maken en deze onder de ogen van beleidsmakers, politici, ontwerpers, opleidingen en al die mensen en instituten die zich op de een of andere wijze met het landschap bezighouden, te brengen. Dertig universiteiten uit twintig landen leverden een bijdrage aan het onderzoek, dat zijn neerslag vindt in het boek Greetings from Europe.
De aandacht van Nederlandse ontwerpers voor toerisme en recreatie als specifieke ontwerpopgave is van recente datum. Tijdens de 2e architectuurbiënnale in Rotterdam was de tentoonstelling Mare Nostrum er aan gewijd. Daarin ging het vooral om de kust, met een succesvolle cocktail van zon, zand en zee verreweg het populairste vakantielandschap. In Greetings from Europe komen ook de bergen, bossen, rivieren en het platteland aan bod. In zes hoofdstukken wordt de geschiedenis van hun appreciatie en de manier waarop toerisme en vrijetijdsbesteding er zich ontwikkelden uit de doeken gedaan.
Het is een verhaal over verloren onschuld. Elk hoofdstuk opent met een schilderij, van onder anderen Claude Monet, Paul Cézanne en John Constable, en een literair citaat van bijvoorbeeld George Sand, Thomas Mann en Anton Tsjechov. Hun beelden en woorden roepen de schoonheid van het landschap op, maar ook haar kracht en schijnbare onaantastbaarheid. In de tijd dat deze kunstenaars leefden was reizen en recreëren voorbehouden aan een nog relatief kleine groep avonturiers en gefortuneerden. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam een vakantie onder het bereik van de grote massa, door een groeiende welvaart, verbeterde mobiliteit en meer vrije tijd. Daarna ging het snel. Toerisme en recreatie zijn de afgelopen decennia uitgegroeid tot de grootste economische sector in de wereld. In de prachtige en vooral ook vermakelijke foto’s van Martin Parr voorin het boek, lijkt het landschap tot Madurodam-formaat gereduceerd; een gemakkelijk consumeerbaar product.
Vooral het massale strandtoerisme heeft ingrijpende gevolgen. De Spaanse kust gaat inmiddels gebukt onder een continue aaneenschakeling van appartementen en hotels, die bovendien steeds vaker leeg staan door concurrentie van landen als Turkije en Tunesië. Eilanden, zoals de Griekse en de Canarische, raken steeds verder overwoekerd door appartementencomplexen en tweede huizen. Zelfs stoere berglandschappen ontkomen niet aan de gevolgen, zoals ook het NRC-bericht laat zien. Grote gebieden in de Alpen worden gedomineerd door een uitgebreid netwerk van skipistes, verbonden door kabelbanen en vergezeld van accommodaties voor de miljoenen toeristen die in een steeds korter wordend seizoen de bergen overspoelen. De oorspronkelijke bevolking is weggetrokken. Er zijn een soort ‘vakantiegetto’s’ ontstaan, die grote delen van het jaar veranderen in ghost towns.
Nu pure natuur in Europa min of meer tot het verleden behoort ontstaan er ook andersoortige landschapsbelevingen. De laatste trends zijn voormalige industrielandschappen, zoals het succesvolle Emscher Park in het Ruhrgebied, en gebieden die zichtbaar en acuut te maken hebben met de gevolgen van de klimaatsveranderingen. Voorbeelden van dat laatste zijn tripjes naar de afbrokkelende ijsmassa van de Noordpool of een bezoek aan een snel smeltende gletsjer in de Alpen.
Greetings from Europe is een mooi verzorgd en informatief boek met prettig leesbare essays. Duurzaamheid is daarin een hoofdthema. Niet alleen heeft de leisure-industrie onomkeerbare gevolgen voor het milieu, klimaatsveranderingen zullen op den duur grote invloed hebben op het toerisme. De onderlinge verbondenheid tussen leisure en het landschap zou er voor moeten zorgen dat de kwaliteit van de laatste het zorgenkindje van de eerste wordt. Oftewel de leisure-industrie is gebaat bij een zorgvuldige omgang met het landschap en zou daar nu in moeten investeren om zowel zichzelf als het landschap een toekomstperspectief te bieden zo luidt Sijmons’ pleidooi in de epiloog van het boek. Landschapsarchitectuur, een vak dat zijn ontstaan grotendeels aan opdrachten in de vrijetijdssfeer dankt – denk aan landhuizen met hun parkachtige tuinen, recreatiebossen en stadsparken – zou daar volgens hem een belangrijke rol bij kunnen spelen. En om alvast wat aanzetten te geven, zijn in het boek een aantal ontwerpvoorstellen voor concrete leisure-landschappen opgenomen.
Helaas zit daar geen oplossing bij voor de Mont Blanc. Die zal zich op andere wijze van zijn belagers moeten bevrijden wat hij manmoedig doet door af en toe iemand van zijn flanken te werpen. Dat weerhoudt de massa’s er echter niet van om geriefelijk met het trammetje naar boven te gaan.