Welke betekenis heeft groen voor beleidsmakers? Is het economisch interessant om met groen de stad Den Haag en de regio Haaglanden te versterken en aantrekkelijker te maken en moeten we hiervoor onze perceptie van groen veranderen?
Op maandag 29 september organiseerde Stroom Den Haag het debat: ‘Een andere blik op groen’, als onderdeel van de manifestatie ‘Greenspotting Haaglanden’. Onderwerp is de duurzame transformatie van groengebieden in deze regio. Haaglanden is, samen met zes andere metropolitaine regios, onderwerp van het Europese onderzoeksproject PLUREL (Peri-urban Land Use Relationships). De manifestatie bestaat verder uit een tentoonstelling, een ontwerpatelier voor expats, en een fiets- en bootexcursie.
Wim Timmermans (lector groene leefomgeving van steden, Hogeschool van Hall Larenstein) leidde de avond in door de manifestatie toe te lichten. Centraal staat de tentoonstelling in de entreehal van Stroom. Met een paar honderd aan het plafond hangende tomatenplanten is het er sfeervol. Op de wanden van de hal sieren kaarten van de zeven PLUREL case study gebieden. Daarnaast is werk te zien van studenten van de Hogeschool van Hall Larenstein, de Rijksuniversiteit Groningen en architectenbureau DJSA. In het oog springt de wandvullende bewerking van het negentiende eeuwse schilderij Gezicht op Den Haag van de Haagse School schilder Jacob Maris. Aan het landschap van zijn schilderij voegden studenten van Larenstijn de contouren van de skyline van Den Haag toe om de cultuurhistorische waarde van het afgebeelde landschap, waarvan fragmenten nog steeds waar te nemen zijn, te duiden.
Het debat, geleid door Jaap Modder (bestuursvoorzitter van de Stadsregio Arnhem Nijmegen), werd gevoerd tussen drie keynote speakers en een expertpanel. Dit panel bestond uit landschapsarchitect Arjan van de Lindeloof, econoom Arnold Heertje en de burgemeester van Delft en regiobestuurder Ruimtelijke Ordening van Stadsgewest Haaglanden Bas Verkerk (VVD).
Als eerste keynote speaker kwam Peter Veer van Alterra Wageningen aan het woord. Overdag had onder zijn leiding de ontwerpworkshop Stedelijk groen voor expats plaatsgevonden, waarin de focus lag op het verbeteren van het landschap, met name rondom de internationale zone van Den Haag (waar zich de meeste instituten en ambassades bevinden). In navolging van de EU Lissabon 2000 strategie, waarin werd vastgesteld dat Europa zich op de kenniseconomie moet richten om zijn concurrentiepositie in de wereld te behouden, wees Veer op het belang van de expat voor internationale bedrijven. De wensen die expats hebben voor hun woonomgeving, dus ook ten aanzien van groenvoorzieningen, kunnen een uitgangspunt vormen voor een gedegen vestigingsbeleid. Veer organiseerde de eerste landelijke enquête onder expats in Nederland. Centraal in deze enquête stond de relatie die expats hebben met groen. Hierbij zijn drie regios prominent: Amsterdam, Den Haag en Eindhoven. Uit de voorlopige uitslagen blijkt dat expats het landschap van Nederland niet erg goed kennen. Blijkbaar in tegenstelling tot wat voorheen werd aangenomen zijn expats ook nauwelijks geïnteresseerd in golf als vrijetijdsbesteding. Zij zijn vooral geïnteresseerd in wandelen, hardlopen of fietsen in de eigen woonomgeving, en wijken daarin dus niet af van andere mensen.
Arnold Heertje verklaarde dat de toenemende aandacht voor de kwaliteit van de directe woonomgeving voortkomt uit de financiële stagnatie. Deze tendens is positief volgens Heertje, omdat de kwaliteit van leven belangrijker is dan de kwantiteit van consumptie en productie. Panellid Verkerk reageerde dat er, ondanks de uitkomst van de enquête, al plannen zijn voor een golfresort en dat in de regio Haaglanden alle groengebieden, van strand tot bos, met één groot gebaar aan elkaar verbonden moeten worden. Dan wordt het landschap in de stad veel beter zichtbaar en de regio aantrekkelijker.
Iemand uit het publiek, zelf expat, ageerde tegen de focus op expats. Deze zitten namelijk niet te wachten op een speciaal voor hen gecreëerd paradijs. Juist expats verwachten authenticiteit van de stad of het land waar ze wonen en werken.
Maar de expat moet wel eerst over de streep getrokken worden om zich in Den Haag te willen vestigen. De stad en de relatie tot het groen moet ingezet worden om Den Haag te promoten in het buitenland. Waar Amsterdam een duidelijk beeld uitdraagt als historische stad zou Den Haag veel meer het landschap kunnen inzetten in de beeldvorming.
Dit landschap is, volgens de tweede keynote speaker Wim Timmermans (Alterra), terug te vinden in schilderijen van de Haagse School. Van de destijds afgebeelde landschappen rondom Den Haag zijn ter plekke nog steeds fragmenten terug te vinden, maar ze staan onder druk. Timmermans vulde aan dat de Nederlandse landschapscultuur weinig creatief is. De rationele benadering van landschapsontwerp levert grootschalige, rechtlijnige en weinig diverse groengebieden op die weinig authenticiteit uitdragen. De schilderijen kunnen bijdragen aan het behoud van authenticiteit binnen het Haagse landschap dat onder druk staat. De waarde is moeilijk te kwantificeren, maar verlies is onomkeerbaar. In de economie heet dit, aldus Heertje, de waarde van onvervangbare goederen. Hierover schrijft hij ook in zijn boek ‘Echte economie’.
Als laatste spreker verhaalde stedenbouwkundige en publicist Harry den Hartog over initiatieven voor gemeenschappelijke informeel aangelegde tuinen in verschillende Amerikaanse steden. Het gaat hier om situaties waarbij, door gebrek aan overheidsbeleid, braakliggende terreinen worden toegeëigend door georganiseerde buurtbewoners die deze ruimten omvormen tot parkachtige tuinen. Lokale overheden tolereren deze grassroot initiatieven. De acties bevorderen zowel het buurtgevoel als de betrokkenheid van mensen bij het instandhouden van groenvoorzieningen. Het laat ook zien dat er grote behoefte bestaat aan bruikbaar groen in de directe woonomgeving.
Van gebrek aan overheidsbeleid is in de regio Haaglanden echter geen sprake. Verkerk ageerde sterk tegen deze ongeplande manier van groenontwikkeling. Het is volgens de liberale bestuurder absoluut niet de bedoeling dat groen in de regio Haaglanden door private initiatieven wordt ontwikkeld. Meteen trok hij de lijn door naar de vele volkstuintjes rondom Den Haag die als het aan hem ligt in de toekomst zullen wijken voor grootschalige woon- en recreatieontwikkelingen. Dit lokte wederom felle reacties op uit het publiek: volkstuintjes zijn onderdeel van de Nederlandse cultuur. Allochtonen kweken er groenten, jonge dertigers zoeken er rust en er zijn zelfs expats met volkstuintjes.
Authenticiteit, en niet landschap, werd het kernwoord van deze avond. Niet op een sentimentele manier, maar vanuit een overtuiging dat cultuur, landschap en authenticiteit sterk verbonden zijn. Met het schoonvegen van diepgewortelde culturele elementen zal de authenticiteit onherstelbaar vernietigd worden. Dag volkstuintjes, dag Maris, hallo golfresort.