Opinie

Perspectief van de Vinex Atlas

Onlangs verscheen de Vinex-atlas gemaakt door Jelte Boeijenga en Jeroen Mensink. Het is een prachtige uitgave. Laat komend weekend De Volkskrant liggen en leg dit prachtboek open op schoot. Laat u inspireren, op de vrije zaterdagochtend bij een geurige bittere espresso. De auteurs schrijven in hun toelichting dat er veel negatieve oordelen zijn over de Vinex-wijken, negatieve waarderingen die niet worden gedeeld door de inwoners van deze wijken. De atlas is een document om vanuit huis de bestaande oordelen over de ‘grootste stad van Nederland’ (‘de’ Vinex) te funderen op feiten.

Vinexprestatiegemeenten in stadsgewest (deel van een pagina uit de Vinex Atlas)

Na 1945 was in Nederland de Wederopbouw prioriteit nummer één. In feite was dit het uitvoeringsprogramma dat al twee decennia eerder hard nodig was om de economie op te stuwen. Toenmalige (weder)opbouw minister Ringers was niet alleen een goed bestuurder, hij had uitvoeringsmacht. Elk jaar waren er ‘woningbouw’ contingenten door Volkshuisvesting te vergeven; die subsidies gingen alleen naar de beste jongens van de klas. Toen men, drie decennia later, tot de conclusie kwam dat de kwantitatieve woningnood gelenigd was, werden deze subsidies afgeschaft. Van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bleef de RO alleen achter, wat tandeloos zonder de VHV. Het op uitvoering gerichte ministerie werd een instelling geteisterd door geloof en hoop, waar de uitvoeringsmacht had plaats gemaakt voor hindermacht.

Op dit moment staan de meest singuliere programma’s op de rol, de Mooi Nederland of Snelweg panorama’s voorop, machteloos door het jarenlange gedogen. Elk gemeentehuis leidde tot een tweede afslag en een volgende zichtlocatie met een paar hectare ‘werkgelegenheid’, die snelwegpanorama’s zijn met een gekortwiekte hindermacht niet te redden. Om kort te gaan, RO kan niet zonder een financieel onderbouwd PLAN.
De Vierde Nota ging vooral over het versterken van de steden, de Vinex verrijkte de Vierde Nota RO met een uitvoeringsprogramma, een waar PLAN. Dat ontbreekt op dit moment nu de discussie over de economische versterking van de Randstad gevangen is door een Ajax-Feyenoord antagonisme, laat de beste winnen. Maar niet alleen in Nederland ontbreekt een PLAN. In Frankrijk strijdt de centrale stad tegen de randgemeenten in het Ile de France om de infrastructuur te ontwikkelen die voor de economische groei van Parijs noodzakelijk wordt geacht. In het zuidoosten van het Verenigd Koninkrijk strijden de city en de boroughs binnen de M-25 voor de realisatie van een urgente woningbouwopgave met de nodige infrastructuur. Hier moeten de key-workers van de centrale stad kunnen wonen, op een redelijke reistijd van hun werkplaats, tegen kosten (woonlasten) die in verhouding staan tot de inkomsten van onderwijzers en verplegend personeel. De Randgemeenten in de Thames Gateway liggen effectief dwars.
In Nederland betwisten de centrale steden elkaar de leidende rol, voor een verlamming van de regionale ontwikkeling van centrale steden zijn hier de randgemeenten niet eens nodig. Amsterdam legt een grote haven aan en wacht op de bouw van de bij de ambitie passende zeesluizen, op 60 kilometer van een grote haven met een openverbinding met zee – dankzij de 2e Maasvlakte ligt de Rotterdamse haven aan het Kanaal, en dankzij de HSL heeft Rotterdam een ten opzichte van de mondiale concurrentie een mega luchthaven, qua reistijd binnen de stadsgrenzen.
Op dit moment kan de Nota Ruimte heel goed een Nota Ruimte Extra gebruiken, een uitvoeringsprogramma om de veelheid aan plannen in een perspectief te stellen dat gesynchroniseerd is met de nieuwe WRO. De Vinex Atlas registreert genadeloos en verbeeldt heel aansprekend wat een Nationaal uitvoeringsprogramma vermag. ‘Au crayon’ zei Le Corbusier. Een PLAN zal de ruimtelijke ontwikkeling sieren en sturen, een plan vereist ook een straffe bestuurlijke hand.