Tussen de bakstenen textielfabrieken aan de Goirkestraat te Tilburg staat sinds mei 2008 een uit staal en glas opgetrokken entreegebouw te pronken. De verbouwing van het Textielmuseum blijkt de eerste stap naar een nieuw kunstcluster: het Mommerskwartier. Nu de entree hiervan gereed is wordt het tijd om in te grijpen in de openbare ruimte.
Het Nederlands Textiel Museum staat al lang bekend als één van de leukste musea van Nederland. Deze status heeft ze vooral te danken aan de keuze om een museum in bedrijf te zijn. De weefgetouwen die in de voormalige textielstad Tilburg massaproductie leverden staan er nu als decorstuk opgesteld, omgeven door multimediapresentaties die de oral history tot leven brengen. Het kloppend hart van de tentoonstelling vormt de nieuwe generatie machines die ontwerpen van hedendaagse textiel-kunstenaars vervaardigt, en waar je als bezoeker met je neus bovenop staat. Het geven van actuele betekenis aan een traditie is een model geworden dat is toegepast bij zowel de huidige reorganisatie als de renovatie van het museum.
Sinds kort maakt het Textielmuseum samen met het Regionaal Archief en het recent opgerichte Stadsmuseum onderdeel uit van het Mommerskwartier, een cultuurcluster dat wordt ontwikkeld in de gebouwen van Mommers en Dröge, voormalige textielfabrieken in Tilburg Oud-Noord. Het Textielmuseum is hier al sinds 1985 gevestigd in het hoofdgebouw. Door de verhuizing van muziekschool Factorium komen de overige gebouwen van het complex in de loop van 2009 beschikbaar. Hierdoor ontstaat ruimte voor de publieke functies van het archief en het stadsmuseum. Vooruitlopend op die ontwikkeling is het Textielmuseum verbouwd en zijn er een entreegebouw en archiefruimte gerealiseerd.
De door cepezed ontworpen uitbreiding maakt de ambitie goed zichtbaar. Te midden van de bakstenen 19e eeuwse gebouwen staat een moderne uit staal en glas opgetrokken kubusvorm te pronken. Dit volume is binnen met textiel bespannen. Het bakstenen monument en de toevoeging van glas en textiel scheppen een spannend architectonisch contrast tussen constructieve en tactiele texturen. Dit expliciet getoonde verschil is een van de successen van de uitbreiding; zowel in architectonische expressie als in functionele afhankelijkheid zijn de monumenten en uitbreidingen complementair en bestaan ze bij de gratie van symbiose.
Het entreegebouw staat op een uit grijs natuursteen opgetrokken plateau waarin een lijngoot is verwerkt. Deze natuursteen vormt tevens de basistoon van de begane grond van het gebouw. De vloer, de entreebalie, de bar van museumcafé Mommers en zelfs een bank zijn er in uitgevoerd. Toch vormen de elementen niet één sculptuur met de vloer, het blijven zelfstandige objecten. De werking van het plateau wordt versterkt doordat de natuurstenen vloer doorloopt in de museumwinkel in het aangrenzende fabrieksgebouw.
De buitengevel en het dak van het entreegebouw zijn van glas, dat wordt gedragen door een kruisvormig stalen skelet. Dit skelet draagt daarnaast ook de installaties. In dit glazen gebouw zweeft een volume waarin – verdeeld over twee verdiepingen – kantoren en vergaderzalen zijn gesitueerd. Daar bovenop ligt het platform, een overdekt dakterras dat dienst kan doen als ontvangst- en expositieruimte. Dit terras biedt een karakteristiek uitzicht over de textielstad: het ligt net hoog genoeg om over de daken van de fabrieken en huizen heen te kijken en zo de kloosters, kerken en moderne torens van de stad te zien.
Ook een deel van het Regionaal Archief heeft bij deze verbouwing een plek gekregen in het Mommerskwartier. Een gesloten, monofunctionele en voor publiek niet toegankelijke gebouw, dat wat betreft vormgeving, positie en functie de absolute tegenhanger vormt van het entreegebouw. Boven een van de voormalige fabriekspanden is een groot met zwart doek omkleed volume geplaatst, waarbinnen vijf kilometer archief is gehuisvest. Het gebouw staat op kolommen die buiten het monument staan. Hoewel deze constructief geheel vrijstaand is, is er geen zwevende doos van gemaakt, waardoor er ook hier sprake is van één complex bestaande uit oude en nieuwe delen.
Om van het Mommerscomplex een echt cultuurcluster te maken ligt er nog een grote opgave. De onderdelen zijn er: goede museale instellingen met een stevige verankering in het heden en een duidelijke blik op de toekomst, gehuisvest in fraaie en goed doordachte gebouwen. De tot nog toe gedane architectonische ingrepen geven voldoende vertrouwen dat het gebouwde deel van de opgave tot een goed eind zal komen. Het Mommerskwartier schreeuwt echter om een goede stedenbouwkundige inpassing omdat het vooralsnog ontbreekt aan de ruimtelijke samenhang op maaiveld. Het complex ligt aan een doorgaande straat in een woonwijk. Parkeergelegenheid ligt her en der verspreid in de restruimtes tussen de museumgebouwen en de woonblokken er omheen. Het Mommerskwartier wordt niet gedragen in een samenhangend weefsel van openbare ruimte. De recente uitbreiding heeft er zelfs bewust een knip in aangebracht. Eén van de gevolgen is dat de route vanaf de straat via het voorplein naar de entree nog geen groots uitnodigend gebaar is, maar meer een toevalligheid. Een herinrichting van de publieke ruimte rondom het Mommerskwartier is dan ook een noodzakelijke vervolgopgave.
adres
Goirkestraat 96, Tilburg
functie
museum met horeca, educatieve ruimten, archief
opgave
ontwerp nieuw entreegebouw, nieuw archiefgebouw, verbeterde routing en restauratie bestaande bouw.
datum 1e schets
november 1999
start bouw
mei 2007
in gebruik name
maart 2008
bouwsom
4.912.424,- euro
m2
entreegebouw: 760 m2, nieuwbouw archief: 500 m2, renovatie bestaande bouw: 540 m2, omliggend terrein
hoever in proces betrokken
van schetsontwerp tot en met nazorg
trots op
dat het binnen budget ontworpen plan, na in een veranderende marktsituatie ruim anderhalf jaar in de
ijskast te hebben gestaan, toch overeind is gebleven en op sommige punten zelfs is verbeterd.
volgende keer anders
de glazen verbindingsgang tussen de twee lintstroken is vanwege bezuinigingen
uiteindelijk grover uitgevoerd dan in eerste instantie ontworpen. Dat is jammer.