Feature

De Chinese architectuurpraktijk van Patrick Lenssen

Sinds Nederlands beroemdste architect de opdracht voor CCTV binnenhaalde, volgden velen in zijn voetsporen naar China, het land zonder architectonische grenzen. Soms resulteerde dit in een teleurstellende ervaring, vanwege afstand en cultuurbarrières. Tot nu toe hebben slechts enkele ontwerpers de uitdaging aangedurfd om zich daadwerkelijk in China te vestigen. Voor ArchiNed zoekt Harry den Hartog hen komende maanden op en vraagt naar hun belevenissen en projecten.

mediapark voor de stad Xi’an

Patrick Lenssen vertrok in januari 2006, na een studie in Delft en een loopbaan bij atelier Rijksbouwmeester en Rudy Uytenhaak, naar China. In Shanghai werkt hij momenteel bij het Tongji Design and Research Institute, een meer dan duizend werknemers tellend instituut dat gelieerd is aan de faculteit voor architectuur en stedenbouw aan de gelijknamige universiteit. Tot voor kort domineerden designinstituten het architectonische en stedenbouwkundige landschap in China. Sinds begin jaren ’90 is het mogelijk om een privaat architectenbureau te stichten. De meest vooruitstrevende architectuur in China wordt momenteel geproduceerd door een handvol relatief kleine private architectenbureaus, waarvan de oprichters dikwijls overzee een opleiding hebben genoten. Maar ook binnen de instituten worden steeds vaker interessante gebouwen geproduceerd. Het Tongji Design and Research Institute is verantwoordelijk voor tal van grootschalige projecten, verspreidt door het hele land, en sinds kort ook daarbuiten.

Bij binnenkomst van het kantoor vraag ik aan twee medewerkers die tijdens de lunch een potje tafeltennis spelen of ze weten waar Patrick Lenssen zit. Patrick blijkt de enige niet-Chinese collega en al snel heb ik hem gevonden in het uitgestrekte kantoorlandschap. Voordat we samen gaan lunchen laat Patrick in sneltreinvaart een groot aantal renderingen en plattegronden zien van de vele projecten waar hij als architect aan heeft meegewerkt. Het is hard werken. In de afgelopen drie jaar heeft Patrick aan dertien prijsvragen gewerkt waar hij er vijf van won. Daarnaast zijn er nog een vijftal andere projecten, waaronder het nieuwe R&D kantoor van Unilever in Shanghai. Patrick werkt over het algemeen normale uren, alleen als het echt nodig is werkt hij over: “Mijn Chinese collega’s werken vaak lang door. In mijn ogen werken ze veel te hard…, soms aan wel drie of vier projecten tegelijk! Waar je in Nederland met 4 of 5 mensen aan werkt dat doet men hier met 1 of 2 personen.”

De projecten die de revue passeren variëren van een viertal villa’s aan de voet van de Yellow Mountains tot een enorme mediapark in de stad Xi’an. Het gaat in alle gevallen om besloten prijsvraaginzendingen. Deze in China relatief jonge manier van werken is volgens Patrick enigszins vergelijkbaar met de Europese aanbesteding: “Het verschil is dat de uitslag hier soms bepaald wordt door de connecties die een opdrachtgever heeft. In die gevallen is vooraf al min of meer bekend wie de winnaar wordt. Wat we hier voor een prijsvraag moeten inleveren gaat heel ver. De uitwerking is vrij gedetailleerd. Chinezen houden van veel details, dat zie je ook in de traditionele Chinese kunst die erg contrastrijk is. Daarnaast worden onder anderen ook budgetberekeningen, constructieberekeningen en honoraria gevraagd. Deze prijsvragen van soms wel 150.000m2 moeten dikwijls binnen vijf weken geproduceerd worden, inclusief maquettes, renderingen en multi-media presentaties.”

ontwerp Conference Centre of the African Union

Het Tongji instituut werkt steeds vaker ook voor commerciële opdrachtgevers. Voor de Shanghai City Land Group ontwierp Patrick mee aan de prestigieuze 600 meter hoge Shanghai Tower. Samen met Foster, SOM en Gensler bleven ze over bij de laatste vier, uit twintig inzendingen. Gensler won uiteindelijk de competitie, maar het Tongji Design and Research Institute haalde de opdracht binnen om uitvoeringstekeningen te maken.
Niet minder indrukwekkend is het ontwerp voor het Conference Centre of the African Union in Addis Ababa, Ethiopië. Vanaf het begin was duidelijk dat de opdrachtgever, de Chinese overheid, een gebouw wilde met een symbolisch karakter, zoals ook het UN gebouw in New York een krachtige taal spreekt. Het was voor Patrick eerst wel een gewetensvraag of hij überhaupt aan dit project wilde meewerken, vanwege politieke relaties tussen China en enkele Afrikaanse landen. Uiteindelijk heeft hij besloten om het toch te doen omdat het gebouw een goed doel dient, namelijk de unificatie van Afrika. Het ontwerp is momenteel in aanbouw.

Vooral de eerste maanden was het even wennen om in China te werken. Vaak hebben projecten geen context omdat deze eenvoudigweg ontbreekt of omdat deze binnen een jaar zal veranderen zonder te weten waarin. Dat geeft veel vrijheid voor het ontwerpen maar anderszins biedt een context houvast en vaak ook interessante ontwerpaanleidingen. “In de Chinese stedenbouw wordt de context telkens opnieuw gecreëerd, iets wat ook in de Chinese traditie past van het telkens weer vernieuwen van de omgeving.” Zelfs bij grote prijsvragen is het programma van eisen vaak erg vaag en summier, er wordt van de architect verwacht zelf een juiste invulling te geven aan complexe programma’s, zoals bijvoorbeeld theaters of een hotel met 700 kamers.
Zoals bekend is de Chinese bouwpraktijk grillig. De opdrachtgever kiest soms, zonder de ontwerper daarbij te betrekken, naar eigen smaak en inzicht materialen uit. Veel opdrachtgevers zijn ‘bang’ voor een te modern of afwijkend gebouw, want dat kan slecht zijn voor het imago. Patrick: “Op dit moment is een kantoorgebouw van 24 verdiepingen in aanbouw, we hebben daarbij een dubbele facade toegepast om energie te sparen, gelukkig heeft de opdrachtgever dit idee overgenomen. Maar laatst kreeg ik een animatie voor mijn neus waarbij het gebouw voorzien was van bewegende lichteffecten waardoor het net een kerstboom leek, niet echt energiezuinig… We proberen dit nog uit het hoofd van de opdrachtgever te praten.”

twee keer faculteitsgebouw voor Geo-sciences, Wuhan University

Het meest recente project dat Patrick heeft gewonnen betreft het faculteitsgebouw voor Geo-sciences, een onderdeel van de Wuhan University. Het ontwerp komt voort uit het programma van laboratoria en kantoren en staat op een ‘rotsblok’ waarin een grote collegezaal is gehuisvest. Qua stedenbouwkundige oriëntatie zoekt het gebouw aansluiting bij geologische formaties in de omgeving. Het ontwerp is qua vormentaal meer westers dan chinees. Patrick: “In China hebben de meeste architecten een minder dogmatische, meer flexibele ontwerphouding. Er worden hier geen ontwerpen aan de opdrachtgever opgedrongen, men wordt geacht mee te denken in dienst van de opdrachtgever. Daarvan heb ik geleerd om meer flexibel te zijn. Er zijn namelijk altijd meerdere goede oplossingen mogelijk. Anderzijds moet je wel voet bij stuk houden wanneer je denkt dat een ontwerp gewoonweg goed is. De klant mag dan wel koning zijn, maar in mijn ogen zeker geen ‘emperor’. Ik denk dat het architectenberoep in China een minder hoog aanzien heeft dan in Nederland. Mijn ervaring is dat de meeste opdrachtgevers in Nederland je zien als een vertrouwenspersoon en daarbij vertrouwen hebben in jouw capaciteit. In China oefenen opdrachtgevers veel meer invloed uit op de architectonische uitstraling.”