Donderdag 2 april sprak Christian Rapp in de serie lezingen over ambacht in het NAI Rotterdam over zijn inspiratiebronnen, werkwijze en projecten. Geïnspireerd door traditionele Hollandse architectuur realiseerde de van origine Duitse architect in Nederland tal van voorbeeldige projecten in baksteen. Overigens alle gerealiseerd met bakstenen uit Duitsland. De in Nederland geïntegreerde en gemaakte architect moet nu voor ‘zijn bibliotheek’ in Utrecht vechten tegen de bureaucratie.
Elke architect heeft zo z’n eigen biografische achtergrond, die hem heeft gemaakt tot wie hij is. Christian Rapp (1962) is gevormd door het naoorlogse Berlijn, toen Berlijn nog niet door stedenbouwers was gestructureerd, maar een stedelijk gebied was van lege plekken, ordeloze bouwmassa’s, blinde muren en lege horizons. De fascinaties van Hans Kollhoff en Wim Wenders in de jaren tachtig voor de destijds nog anarchistische plekken als de Postdammerplatz en de Friedrichstrasse inspireerden Rapp en legden de basis voor zijn denken over stedenbouw en architectuur. Tot op de dag van vandaag gaat zijn intresse uit naar de grootstedelijke vorm en de dialoog tussen oude en nieuwe structuren.
Van zijn leermeester Hans Kollhoff bij wie Rapp tussen 1988 en 1994 werkte, leerde hij de sporen van de geschiedenis te benutten, zichtbaar te maken en spanningsvol te integreren in nieuwe plannen. Het heterogene Berlijn uit die jaren was hun ‘Sinnbild für die Welt‘. Het oeuvre van Christian Rapp, die zijn bureau Rapp+Rapp sinds 1998 met zijn vrouw leidt, weerspiegelt tot op heden de stedebouwkundige visies en klassieke architectuur van Hans Kollhoff. De robuuste stedelijke bouwmassa’s van steenachtige materialen met een zware herkenbare plint zijn een rode draad door zijn oeuvre.
Ondanks dat Rapp in 1997 de Maaskantprijs ontving voor de volgens de jury ‘primaire ambachtelijkheid van zijn werk’, weerspiegelt oeuvre niet zo zeer het werk van een universele ambachtsman, maar meer van een specialist. Je zou bij hem zelfs kunnen spreken van een ontwerpstijl. De frequente keuze voor het baksteen is een formele, doch oprechte voorliefde: Rapp, opgegroeid tussen de “vervuilde gestucte gevels van de Duitse woningbouw”, volgde voor zijn architectuurstudie een metselaarsopleiding en raakte later in Nederland in de ban van het zuivere gemetselde erfgoed. In een periode dat de trendgevoelige Nederlandse architecten alle tradities over boord gooiden, zette de Duitse architect in de jaren negentig hier de traditionele woningbouw, in de geest van Berlage en Oud, voort.
De uitmuntende uitvoeringskwaliteit van de projecten van Rapp+Rapp zijn niet alleen het resultaat van een specialistische werkwijze, maar ook van een intelligente ontwerpstrategie. Zijn gebouwen hebben vaak een beperkte complexiteit en concentreren zich op een enkel materiaal en geveldetail, bijvoorbeeld het gebruik van één speciaal soort baksteen en een bepaalde metselwijze. Het gebrek aan ornamentele diversiteit binnen zijn projecten is voor Rapp een bewuste strategie en een verkozen vrijheid om bij elk project één thema gedetailleerd te kunnen onderzoeken. Doordat het project valt en staat met dit detail worden opdrachtgever en aannemer gedwongen de uitvoering hiervan ernst te nemen.
Toch is het niet de ambachtelijkheid van het werk, dat tijdens de lezing het meeste indruk maakt. Daarvoor is de materialisering en detaillering in zijn oeuvre te weinig divers. Het is vooral het typologisch onderzoek op de schaal van de woning en vooral het bouwblok, dat hij meesterlijk beheerst. Net als Kollhoff heeft Rapp gevoel voor de stedelijke schaal én de menselijke maat. Het zijn de grafische weergaven van de ogenschijnlijk eenvoudige ontwikkelingen van de bouwmassa’s van Piraeus op het KNSM-eiland en in het centrum van Ypenburg die mij bijblijven. Hier ligt de kracht van zijn werk: zijn beheersing om, in de traditie van Amsterdam-Zuid en Rotterdam-Spangen, zowel het bouwvolume, de openbare ruimte als de afzonderlijk woningen vorm te geven. In een interview met Jaap Hulsman in 2007 antwoordt Rapp op de vraag wat hij uit Duitsland naar Nederland heeft kunnen exporteren: ‘De kunde om een massa te vormen. Wat ik in Duitsland heb geleerd is het werken van groot naar klein.’
Christian Rapp eindigt zijn lezing met de presentatie van zijn recentste project, het ontwerp voor de bibliotheek in Utrecht. Zijn ontwerp werd, na een Europese aanbesteding, in eerste instantie tot winnaar uitgeroepen, waarna na een herberekening, de jury moest toegeven dat er een fout was gemaakt en VMX de opdracht werd toegekend. Inmiddels heeft Rapp een rechtszaak tegen zijn eventuele opdrachtgever aangespannen en is er een nieuwe jury benoemd die het dilemma moeten oplossen. Door de ongewisheid van het project heeft de videopresentatie van de draaiende maquette bijna iets melancholisch. De uit Duitsland geëmigreerde architect, die de avond begon met nostalgische filmbeelden van het structuurloze, anarchistische Berlijn uit de jaren tachtig, moet nu vechten tegen de geleide planologie in Nederland.