Feature

Slimme moeders, dolende mannen en bange senioren

De lezing in het NAi op maandag 20 april heeft een veelbelovende titel die de kop van een dagelijkse column in de NRC Next had kunnen zijn: ‘Slimme moeders, dolende mannen en bange senioren’. Jan Latten, hoogleraar demografie aan de UvA en CBS demograaf, en Hans Mommaas, hoogleraar vrijetijdswetenschappen aan de UVT en lid van de VROM raad, zijn uitgenodigd om hun visie te geven op de veranderingen in bevolkingssamenstelling en de effecten daarvan op het gebruik van ruimte in Nederland.

Sterrenburg I, Nieuwbouwwijk Dordrecht. (foto: Dieuwertje Komen)

Het NAi wil zich bezighouden met de architectuur van morgen, onderstreept directeur Ole Bouman in zijn introductie. ‘De vraag van vanavond’, zo stelt hij, ‘is hoe het NAi actief kan worden in de gebouwde werkelijkheid op basis van toekomsttendensen’. Zijn verhaal wordt gevolgd door niemand minder dan Jules Deelder, die de avond mag inleiden met een column. Op hilarische wijze becommentarieert de stadsdichter een door hem gekozen artikel Fantasie over het jaar 2000, gepubliceerd in 1947 in Taal en Tolk, het orgaan van het gemeentepersoneel Rotterdam. De schrijver van het artikel blijkt in vele opzichte een verlichte geest, die zelfs de toepassing kunststofkozijnen (kozijnen van een glanzend materiaal, eenvoudig in onderhoud) kan voorspellen. Het ideaal van de schrijver dat ‘de buurtbewoners zich in de toekomst aaneen zullen sluiten’ leidt echter tot een woedeaanval van Jules Deelder, die duidelijk niet uit de voeten kan met het idee van het stichten van wijkcentra door de overheid, ‘waar de jeugd met blauwe ogen en blonde haren kan figuurzagen’. Jules Deelder houdt niet van betutteling.

Dan is Jan Latte aan de beurt en ook bij zijn lezing mag gelachen worden. Slimme vrouwen bepalen de toekomst, tussen de 24-34 jaar zijn er voor het eerst in de geschiedenis meer hoogopgeleide vrouwen dan hoogopgeleide mannen. Die slimme vrouwen trouwen graag met hoogopgeleide mannen en zo ontstaan powerkoppels: succesvolle stellen met een dubbel salaris die graag hun kinderen opvoeden in een goede buurt. Romantiek is een broodje-aap-verhaal, volgens Jan Latte, men wil vooral graag veel verdienen. De opkomst van de slimme vrouw loopt parallel aan die van de dolende man, de drop-out die geen partner kan vinden.
Verder duidt de tendens op een toenemend aantal vrijgezellen. Hierdoor ontstaan 800.000 extra huishoudens. Een van de redenen is dat mensen met ’te veel ik’ niet flexibel genoeg zijn om een partner op te nemen in hun huishouden, ‘prachtig voor de woning- en de wasmachinebouwers’. De laatste trend is de bange bejaarde. Uit onderzoek is gebleken dat oude mensen banger zijn dan jonge mensen. Door de toenemende vergrijzing zullen er dus meer angstige mensen zijn. Voor hen is het thema veiligheid erg belangrijk.

Hans Mommaas spreekt naar aanleiding van het VROM-advies Wonen, Tijd en Ruimte. Het advies komt pas over twee à drie maanden uit en dat is waarschijnlijk de reden waarom er weinig concrete stellingen naar voren komen tijdens de lezing. Drie trends signaleert Hans Mommaas ten aanzien van het wonen: de voorkeur van het wonen onder gelijkgestemden, tijdelijkheid (shortstay appartementen, tweede huizen) en het aanbieden van diensten (recreatie, kinderopvang). Bij het aanbieden van diensten hoort de thematisering van het wonen, de golfwijk bijvoorbeeld. Zowel Jan Latte als Hans Mommaas spreekt over de toenemende ongelijkheid in de samenleving. Powerkoppels wonen bij voorkeur met gelijkgestemden en brengen hun kinderen naar een witte school. ‘Hoe moet het met het gelijkheidsideaal’, vraagt Hans Mommaas zich af.
De VROM-raad is op zoek naar veerkracht in het stedelijk weefsel. De toenemende differentiatie van de vraag vereist adaptief vermogen. Een wijk in tien jaar transformeren tot iets nieuws is echter niet meer relevant. Aanpassingen in het bestaande stedelijk weefsel, oftewel acupunctuur, dáár gaat het om.

Vanuit het publiek klinkt de vraag wat de gevolgen zijn van deze trends voor de stad. Jan Latten antwoordt dat power-koppels en jonge alleenstaanden de voorkeur geven aan een ruimte die centraal of aan het water gelegen is. Kapitaalkrachtigen zullen zich de binnenstad en de omliggende gebieden toe-eigenen evenals de oevergebieden. De toename van het aantal ouderen zal eveneens gevolgen hebben, beveiliging van de woning en de publieke ruimte krijgt prioriteit. De gesignaleerde trends lijken in het ergste geval tot een gesegregeerde en zwaar beveiligde stad te leiden. Is het de taak van de overheid om dit proces een halt toe te roepen? Vanuit verschillende hoeken klinkt dat deze vraag een ouderwetse benadering is ten aanzien van de toekomst. De overheid kan dit soort trends niet omkeren, de overheid kan slechts bijsturen. De markt reorganiseert zichzelf elke dag. Lange termijn planning is daarom niet meer van deze tijd. Het beleid van de overheid moet zich aanpassen aan de snelle ontwikkelingen binnen de bouwsector om het gewenste effect te hebben.