De faculteit Bouwkunde van de TU Delft organiseerde op 13 mei een symposium in haar nieuwe tijdelijke – gebouw aan de Julianalaan om stil te staan bij het afgelopen jaar. In het ochtendprogramma werd teruggeblikt op de brand en de directe consequenties daarvan. In het middagprogramma kwam de toekomst van de faculteit aan bod.
Op 13 mei was het precies een jaar geleden dat de faculteit Bouwkunde in Delft afbrandde. Het te kleine gebouw en de persoonlijke archieven moesten afgeschreven worden. Er waren gelukkig geen slachtoffers en geen uitgebrande bibliotheek of verkoolde designstoelen te betreuren. De grootste universitaire ramp van Nederland bleef dus enigszins beperkt. Toch was het afgelopen jaar een rampjaar. Niet alleen brandde het gebouw af; de decaan balanceerde op randje van de dood en er moest flink worden bezuinigd.
In die moeilijke periode is de verbouwing aan de Julianalaan ontstaan. In de ongelofelijk korte tijd van twee maanden is onder leiding van Wytze Patijn de locatie gekozen en het ontwerp tot stand gekomen. Dit bijzondere proces werd bijna geheel vanuit de faculteit aangestuurd. Wat kunnen van dit proces leren? In de eerste plaats dat Bouwkunde voldoende praktijkmensen in dienst heeft om in een zeer korte tijd een prima ontwerp te realiseren. In de tweede plaats blijkt dat als er een noodzaak is het ontwerp en bouwproces in elkaar geschoven kunnen worden. Zelfs als het een beschermd gebouw betreft. De betrokken partijen zagen ook wel in dat in dit geval procedures en regels anders toegepast moesten worden en stelde zich welwillend op. Zo schoof de voorzitter van de welstand al aan bij de ontwerpsessies om meteen duidelijk te maken wat wel en niet mogelijk was met het beschermde gebouw. Ook waren de plannen nog niet definitief vastgesteld voordat er met de sloop en bouw begonnen werd. De vergunningen kwamen later wel. Over deze bijzondere werkwijze zal, als ik het goed begrepen heb, aan het eind van dit jaar een boek uitkomen.
Na de brand zijn er meteen nog twee trajecten opgestart. Er is een denktank opgericht die onderzoek moest doen naar de faculteit van de toekomst. Daarnaast is de prijsvraag Building for Bouwkunde uitgeschreven om ideeën uit de hele wereld los te maken. Het ging in het middagprogramma niet over de architectuur van een nieuwe Bouwkunde. Juist de vragen op hogere schaalniveaus kwamen aan bod.
Bouwkunde is de grootste faculteit van de TU Delft. Meer dan 20% van het totale aantal studenten studeert hier. En gezien de toekomstscenarios die de TU Delft voor zichzelf opgesteld heeft, zal dit aantal alleen maar toenemen. Zo zal het aantal Bouwkundestudenten zelfs in het meest voorzichtige scenario groeien van 3300 in 2008 naar 4500 in 2020. Als de groei in het aantal aanmeldingen van afgelopen jaar en van dit jaar doorzet, dan is een totaal van meer dan 5000 studenten niet onwaarschijnlijk en sneller dan 2020 bereikt. En er is meer aan de hand. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan het Mekelpark, ontworpen door Francien Houben. Het afbranden van Bouwkunde valt samen met een zorgelijke ontwikkeling aan de oostkant van dit park. Zo zal Technische Natuurkunde zeer waarschijnlijk uit de centrale campus vertrekken en wordt het aantal studenten Civiele Techniek rap kleiner. Met het nu nog tijdelijke- vertrek van Bouwkunde erbij loopt de oostkant van de campus dus leeg. De kritiek op het Mekelpark neemt toe. Want hoe kan het park werken (lees: veilig zijn) als er geen echte trekkers aan de uiteinden zijn? Kortom de huisvesting van Bouwkunde is niet alleen van belang voor de faculteit, maar ook voor het slagen van de campus als geheel.
Kees Kaan was als jurylid betrokken bij de Building for Bouwkunde prijsvraag. Hij kwam de keuzes van de jury toelichten. Hij gaf echter eerst zijn visie op de toekomst van Bouwkunde. Hij is van mening dat de herbouw ook kan worden ingezet als een instrument om nieuwe ontwikkelingen te stimuleren. Hij stelt dat Delft de campus aan de oost- en westkant gaat insluiten. De TU Delft campus en Technopolis (het nu nog bijna lege bedrijventerrein ten zuiden van de campus) zal dan verder in waarde toenemen. Tegelijkertijd wordt de Kruithuisweg een belangrijke dwarsverbinding tussen de A4 en de A13. Daarop moet de TU Delft anticiperen. Het Mekelpark zou je als organiserend element kunnen doortrekken tot de zuidrand van Technopolis. Bouwkunde zou dan daar, gelegen op de grens van stad en land, gerealiseerd moeten worden (op voorwaarde dat de tram ook wordt doorgetrokken).
De offensieve optie die Kees Kaan schetste was hij niet in de prijsvraaginzendingen tegengekomen. Die bleven grotendeels beperkt tot herbouw op de oude locatie, het opvullen van het Mekelpark (wat door Francien niet echt gewaardeerd werd) en het blijven zitten op de Julianalaan. De inzendingen waren dus vooral defensief in hun locatiekeuze. Kees Kaan mocht de publicatie met daarin de resultaten van de denktank en de prijsvraag feestelijk overhandigen aan de rector magnificus. Helaas geeft het boek alleen een overzicht van de 66 voorstellen die de jury voor de tweede ronde geselecteerd had. Daar zitten zeker een aantal interessante voorstellen tussen, maar ik ben toch ook benieuwd naar de andere 400 inzendingen. Het is niet ondenkbaar dat de jury in deze overvloed nog een juweeltje over het hoofd heeft gezien. Die blijven, ondanks de website, tentoonstelling en het boek in het duister verborgen.
En nu? De roep om in het gebouw aan de Julianalaan te blijven klinkt steeds luider. Deze – blijven zitten waar je zit en verroer je niet – optie klinkt aanlokkelijk. Na de rampen van het afgelopen jaar kan de faculteit misschien ook wel een beetje rust gebruiken om haar institutionele wonden te likken. De ruimteproblemen die er nu nog zijn kunnen worden opgelost door nog meer bij te bouwen. In deze optie wordt het TU Delft masterplan echter doodverklaard voordat dat goed en wel is opgeleverd en – veel belangrijker- blijven de grote kansen en mogelijkheden die nieuwbouw biedt liggen. Daarnaast is medewerking van de TU Delft, de gemeente en andere partijen niet gegarandeerd. Eigenlijk is er maar één ding zeker; het zal een langer en moeizamer proces worden dan de realisatie van de tijdelijke huisvesting aan de Julianalaan.
Oftewel:
If I go there will be trouble / And if I stay it will be double.