Feature

Wim van den Bergh over Luis Barragán

Luis Barragán is een van die architecten uit de 20e eeuw wiens hoogtepunten met magie lijken te zijn omgeven. Waarom is juist hij in staat geweest om de symbiose van zijn beperkt ingezette architectonische ingrediënten tot een hoger plan te tillen? Een lezing over hem door Wim van den Bergh, die al vele jaren lang onderzoek doet naar Barragán, schepte dan ook hoge verwachtingen.

Torres de Satélite Naucalpan, Estado de México Ciudad de Méxicofoto Júbilo Haku

Het begon bijna als een Zuid-Amerikaanse roman die aanvangt met het hoogtepunt waarna de schrijver zich verder kan concentreren op het brengen van het verhaal. Het begin was dan ook een sneak preview van Barragáns late werk. Vele abstracte kleurige beelden, als waren het schilderijen, trokken aan de toeschouwers voorbij. Daarna volgde een gedetailleerd chronologisch overzicht van zijn leven en projecten.

Barragán groeide op in Guadalajara (Mexico) en kwam uit welgestelde kring. Na zijn nooit officieel afgeronde studie maakte hij een reis door Europa, waar hij in contact zou zijn gekomen met architecten en kunstenaars als Le Corbusier en Melnikov  Concreet aangetoond wordt alleen de grote invloed van het door Ferdinand Bac in 1918 ontworpen Villa les Colombières. Het feit dat afbeeldingen uit zijn schetsboek later vrijwel één op één worden overgenomen in zijn vroege werk verraad zijn inspiratiebron.
In de eerste projecten die Barragán realiseert, toont hij zich een ware traditionalist. Hij specialiseert zich in de klassieke patiohuizen waarbij Moorse en Mediterrane invloeden de boventoon voeren; zijn klanten komen voornamelijk uit de hogere sociale kringen.
In 1930 verblijft hij korte tijd in New York. Een ontmoeting met redacteuren van verschillende  modernistische architectuurtijdschriften kondigt op merkwaardige wijze een verandering van zijn architectuur aan. De bladen publiceren een abstracte detailfoto van één van zijn vroege werken. Een foto die een minimalistisch beeld oproept, en verre van de werkelijkheid staat.

Vanaf 1934 transformeert Barragáns architectuur werkelijk. Barragán verhuist naar Mexico Stad en gaat zich met familiegeld bezig houden met het ontwikkelen van modernistische projecten. Van deze projecten is hij lang niet altijd zelf de ontwerper. Een bekend voorbeeld uit die periode dat wel van eigen hand is is Casa Ortega. In een arm deel van de stad koopt hij grond, waarop hij een woning neerzet die zich slechts naar de binnenzijde opent. Een huis waarin een sequentie van veelal groene ruimten de toon zet. De opzet is modernistisch, maar het ruwe materiaalgebruik is ontleend aan originele haciënda’s.
Zijn grootste ontwikkelingsproject in de periode 1945-1952 wordt El Pedegral. Een door lavagesteente gevormd natuurgebied buiten Mexico Stad wordt vormgegeven door het doen van relatief kleine ingrepen in de openbare ruimte. Vervolgens wordt het geheel met elders gerealiseerde modernistische voorbeeldprojecten commercieel slim onder de aandacht gebracht. Hiervoor ontwerpt Barragán in 1948-1949 voor het eerst sinds lange tijd weer in opdracht een huis, Casa Prieto López. In het ontwerp wordt de sequentie van ruimten in combinatie met de hoogteverschillen in het terrein volledig uitgespeeld. De afmetingen van de binnenruimten zijn zodanig groot dat het meeste meubilair speciaal voor het project dient te worden vervaardigd. In dit project gebruikt Barragán voor het eerst op ruime schaal de later voor hem zo kenmerkende heldere Mexicaanse kleuren.
Veel van de zaken die Barragán in Casa Prieto Lopez en zijn latere projecten gebruikte heeft hij eerder proefondervindelijk toegepast in zijn eigen huis in Tacubaya. Dit huis werd na oplevering tevens een laboratorium voor kleurtoepassing. Elke twee/drie jaar werd het volledige kleurenpallet gewijzigd, niet in de laatste plaats omdat de zon binnen korte tijd elke tint deed verbleken.

In 1957 realiseert Barragán met beeldhouwer Mathias Goeritz de Torres de Ciudad Satélite. Een torenhoge sculpturenset die, door gebruikt te maken van het natuurlijke hoogteverloop van de erlangs lopende straat, op fraaie wijze met het perspectief speelt. Gelijktijdig werken beiden aan de heropbouw van het klooster Convento de las Capuchinas Sacramentarias. Hier vervolmaakt Barragán zijn spel met ruimte en al dan niet gekleurd licht. De zo ontstane serene sfeer sluit naadloos aan op het gebruik.
Algemeen beschouwd als absoluut hoogtepunt in het oeuvre van Barragán is het San Cristóbal Estate uit 1966-1968. In het ontwerp komt de kracht van zijn scenografie goed tot uiting. Daarbij wordt nog een dubbele laag geïntroduceerd middels een spel tussen de verhouding van mens en paard. Zo gaat het aan de voorzijde gelegen woonhuis met bijbehorende tuinen stapsgewijs over in een groter schaalniveau ter plaatse van het paardendomein met zijn waterpartijen en stallen. Alhoewel Barragán zeker beïnvloed is door de de Modernisten, laat hij hier definitief het esthetische prevaleren boven het functionele. Dit wordt nog benadrukt doordat hij zich binnen de detaillering een grote mate van esthetische vrijheid permitteert. Met dit project toont Barragán zijn eigen handschrift, een unieke combinatie van lokale en internationale elementen.

Van den Berghs lezing gaf een helder overzicht van Barragáns projecten. Er was uitgebreide aandacht voor scenografie, ruimte en licht, de belangrijkste ingrediënten uit diens werk. De wijze waarop deze samensmelten en zijn werk zo op een hoger plan tillen bleef echter ongewis. Kortom, de hand van de meester werd geanalyseerd, maar voor zover mogelijk niet ontrafeld. De magie van de kleurige beelden uit het begin van Van den Berghs lezing, stonden aan het einde van de avond nog steeds overeind.