Feature

Groningse landmark plat?

Begin 2008 kreeg Groningen te horen dat de Suikerfabriek van Stad, ooit de grootste suikerstad van Europa, moet sluiten. Vanwege Europese Landbouwsubsidies mag ‘de plant’ in Groningen geen suiker meer produceren. De fabriek sloot haar poorten. Nu, halverwege 2009, wordt het de Groningers langzaam maar zeker duidelijk dat de fabriek niet alleen gesloten blijft, maar dat medio 2010 alle gebouwen ontmanteld moeten zijn.

De Suikerfabriek – foto Mark Sekuur

De Suikerfabriek is een van de weinige karakteristieke voorbeelden van industriële architectuur in Groningen. De fabriek kent fysiek een aantal bijzondere elementen; grote betonnen silo’s, lange schoorstenen, enkele koolovens en de markante gevel van het entrepotgebouw. Deze bepalen mede de skyline van Groningen. Als je op het terrein en in de fabriek rondloopt ervaar je de industriële geschiedenis, het arbeidersleven, het mysterieuze en betoverende van deze prachtige plek. Directeur Van Doormaal ontwikkelde aan het begin van de 20e eeuw (1917) een zeer goed geoutilleerde fabriek op zo’n 20 hectare van het totale grondgebied (120 hectare), dat behoorde tot de grootste suikerfabriek van Nederland, zelfs van Europa. De architect W.K. van Oort uit Groningen ontwierp de gebouwen, de machines werden geleverd door Röhrig & König uit Maagdenburg.

Volgens ons stelt de subsidieregeling van de EU strenge en wellicht onredelijke eisen, namelijk het definitief demonteren van álle Suikerunie-gebouwen, als voorwaarde voor landbouwsubsidie. Een fantastisch gebouw en omliggend gebied dreigen zo verloren te gaan. Het stoppen van de machines bleek in 2008 onoverkomelijk. Zal de totale ontmanteling in 2010 ook een feit zijn? De rigoureuze sloop is al begonnen.

Op 19 juni 2009 kondigden de Gemeente Groningen en de directie van de Suikerunie aan dat zij een intentieovereenkomst gesloten hebben over de aankoop van het terrein door de gemeente. Wij architecten zijn blij met deze intentie. De achterliggende gedachte is namelijk dat de gemeente dit stuk stad, 20% groter dan de binnenstad van Groningen, gaat gebruiken voor toekomstige woningbouwontwikkelingen. De grond komt zo niet in handen van verschillende ontwikkelaars en wordt de versnippering van deze laatste grootschalige onroerend goedontwikkeling binnen de stadsgrenzen voorkomen. Daarnaast biedt de aankoop kansen voor het behoud van kenmerkende elementen. In tegenstelling tot de steriliteit van menig vinexwijk, heeft Groningen hier een gebied met potentie voor een geheel eigen karakter!

Op dit moment doen de gemeente en de Suiker Unie onderzoek naar de economische waarde van het gebied en naar mogelijkheden voor ontwikkeling. Twee andere belangrijke waarden, die van de cultuurhistorie en het industriële erfgoed, lijken echter van ondergeschikt belang. Terwijl deze juist nú hoog op de agenda moeten staan; medio 2010 moet, om in aanmerking te komen voor subsidie, alles immers plat liggen. Wij pleiten dan ook voor snel en grondig onderzoek naar mogelijkheden voor het behoud van (delen van) de Suikerfabriek. Door bijvoorbeeld de grote theaterzaal programmatisch een tweede leven te gunnen of de karakteristieke bakstenen gevel van het entrepotgebouw te hergebruiken als drager van een nieuw gebouw. Duurzaamheid staat hoog op de (inter)nationale agenda en bovendien op die van Groningen (zie http://duurzaamstestad.groningen.nl).

Voorbeelden van hergebruik zijn de Tate Modern Gallery in Londen en uiteraard de Van Nellefabriek in Rotterdam. Beide gebouwen hadden een industriële functie, maar zijn ondertussen omgebouwd tot respectievelijk museum en kantoorgebouw. Tegelijkertijd heeft het omliggende gebied een metamorfose ondergaan. Daarmee zijn het voorbeelden van duurzame, architectonische en stedenbouwkundige ontwikkelingen.

De skyline van Groningen in 2009 (© Onix)

Erfgoed wordt pas collectief als meerdere mensen hetzelfde als belangwekkend ervaren. Volgens Kevin Lynch in zijn boek The image of the city zijn er vijf elementen die gezien kunnen worden als dragers van een stadsbeeld. Een daarvan is het 'landmark'. De Suikerfabriek met haar schoorstenen en silo’s geldt zeker als een landmark. Voor Stadjers zijn de schoorsteen en silo’s een referentiepunt in hun stad. Twaalf jaar geleden heeft de stad ook al de vijf markante schoorsteenpijpen van de Hunze elektriciteitscentrale verloren, tot ergernis van vele burgers. Nog steeds spreken mensen met weemoed over de vief piep'n, wat aantoont hoe belangrijk een skyline voor het collectieve geheugen van een stad kan zijn.

Naast het fysieke gebouw van de Suikerfabriek speelt ook de emotie en de nostalgie van de suikerverwerking een grote rol. Ieder jaar startte in september de campagne, die veertien weken duurde. Dit jaar zal het alweer het tweede jaar zijn dat de Stadjers de zoete, kruidige, wat weeïge geur van de verwerkte suikerbieten moeten missen, en niet te vergeten de prachtige rookwolken en de vrachtwagens vol bieten die vanaf het omringende land komen aanrijden. Aan dit feit valt helaas niets meer te doen, wel is er nog steeds de mogelijkheid tot fysiek behoud van delen van de Suikerfabriek.