Nieuws

Archiprix 09 genomineerd: Nieuw Fries Museum, gebouwd behoud

Veel cultuurhistorische musea kampen met teruglopende bezoekersaantallen en groeiende collecties die het depot nauwelijks uitkomen, het nieuwe museumconcept van Pieter Bas Zwaga is biedt een oplossing voor beide problemen. Als testcase voor zijn museumconcept maakte Zwaga een ontwerp voor het Nieuw Fries Museum in Leeuwarden.

Het plan presenteert een nieuw museumconcept dat een oplossing biedt voor een aantal problemen die kenmerkend zijn voor de huidige generatie cultuurhistorische musea zoals teruglopende bezoekersaantallen en groeiende collecties die het depot nauwelijks uitkomen. Het nieuwe concept is toegepast in het ontwerp voor het nieuwe Fries Museum op het Zaailand in Leeuwarden.

De opzet wordt gekenmerkt door een hoge mate van flexibiliteit. Daartoe is in de expositieruimten een overmaat aan ruimte nodig die gebruikt kan worden om bepaalde delen van de expositieruimte te omzeilen als die verbouwd worden. Het depot zou in mijn optiek die ruimte kunnen zijn. Door het depot te openen voor publiek ontstaat de aanleiding om vaker een bezoek te brengen aan het museum. Je hoeft niet te wachten tot de curator een nieuwe tentoonstelling heeft opgebouwd. Ook is op die manier contact met de mensen achter de schermen mogelijk waardoor wederzijds begrip ontstaat tussen personeel en publiek.

Voor het opbergen van een groot aantal collectieonderdelen is veel ruimte en een goed geordend opbergsysteem vereist. Daartoe heb ik een orthogonale structuur van vloeren en wanden bedacht. Hierdoor ontstaat een grote hoeveelheid gesloten depotkabinetten. Elk kabinet heeft zijn eigen x, y, en z-coördinaat. De wanden van de kabinetten worden voorzien van een vakkenstructuur waarin alle stukken geëxposeerd en bewaard kunnen worden. Variatie in de afmetingen van de structuur zorgt voor een grote ruimtelijke variatie binnen de kabinetten. Binnen deze structuur van wanden en vloeren wordt een tentoonstellingsruimte uitgespaard waar stukken in geselecteerde relaties getoond kunnen worden. In tegenstelling tot de kabinetten vormt de expositieruimte een open, continue ruimte die een logische route door het gebouw biedt. Door de variatie in de structuur ontstaat ook hier een grote diversiteit en ruimtelijkheid waardoor vele mogelijkheden ontstaan om exposities te maken.

Om het gebouw aan te laten sluiten op de locatie opent het gebouw zich met de expositieruimten naar de omgeving. Dat levert naast uitzichten over de stad, nieuwe verbindingen en vormen van openbaarheid op. De materialisering van het gebouw is volledig in hout en glas. De keuze voor houten wanden en vloeren is gebaseerd op de wens om ruimten te creëren die zowel abstract en neutraal als sfeervol en warm zijn. Tevens zijn met massief houten wanden en vloeren grote overspanningen te realiseren, zodat grote museale ruimten tot de mogelijkheden behoren. Door de houten structuur binnen een glazen stolp te plaatsen is het hout beschermd tegen weersinvloeden. De glazen stolp zorgt daarnaast voor een transparantie die interactie tussen het instituut en de samenleving mogelijk maakt.

Het gebouwconcept is dusdanig flexibel dat het kan anticiperen op de plek en het programma. Hierdoor kan het concept voor meerdere musea worden toegepast, waarmee het een oplossing biedt voor een algemeen probleem.

naam
Pieter Bas Zwaga
e-mail

opleiding / studierichting
Academie van Bouwkunst Groningen  / architectuur

mentoren
Hugo de Clercq, Geir Eide, Maarten Schmitt

wanneer begonnen met afstuderen
augustus 2005

wanneer klaar
maart 2008

favoriete ontwerper
Junya Ishigami

mooiste ontwerp ter wereld
De kassen van Ishigami voor de Architectuur Biënnale in Venetië

wat doe je nu
Na tien jaar werken bij meerdere Groninger architectenbureaus ben ik sinds kort werkzaam bij de Gemeente Groningen op de afdeling ruimtelijke plannen. Daarnaast werk ik aan privé projecten.