Nimmer heb ik me af gevraagd wat het gebouw daar deed en waarom. Het staat er gewoon, dat brutale moderne sculpturale ensemble. Verstopt in een park achter een rijtje liefelijke huisjes. Een gigantisch zwart met wit betonnen schoolgebouw. ‘Vreemde’ vormen, opvallende torens én de gouden klok. Pas nu – op de valreep, het gebouw staat op de nominatie gesloopt te worden heb ik haar bezocht en ben haar écht gaan waarderen.
De Lagere Technische School Don Bosco staat aan de Waalreseweg in Valkenswaard. Aan de ene kant verstopt achter woonhuizen waarvan de achtertuinen worden opgeslorpt door de massa van het bouwwerk. Aan de andere kant in een plantsoen langs het monumentale kerkhof. De straat die het complex met het dorp moest verbinden is er nooit gekomen. Zo komt het dat het gebouw, ondanks de schaal, min of meer verstopt ligt tussen het groen en de dorpsbebouwing. Het is er wel, maar toch ook weer niet. Een intieme en inspirerende omgeving voor de jeugd die een écht vak ging leren.
Het is architect P.H. (Sier) van Rhijn die de school tussen 1960 en 1972 ontwerpt in een goed Corbusiaanse traditie. De ingang, een grote glazen hal rustend op betonnen schijven, ligt op de eerste verdieping centraal in het complex. Eronderdoor een breed langwerpig schoolplein met evenwijdig daaraan verschillende bouwdelen. Achtereenvolgens ontsluit het de ondergrondse fietsenstalling, de entree en de sportvelden. Erbovenop, zwevend, alsof het zich niets aantrekt van de onderliggende structuur, een zware ovale betonnen aula, herinnerend aan de ontvangstruimte van de Van Nelle Fabriek. Een spectaculair panoramisch zicht ontvouwt zich en laat ons genieten van de uitzonderlijk mooie ligging. Bovendien wordt hier meteen de heldere ordening van het complex duidelijk.
Verschillende onderdelen van de school zijn in aparte segmenten ondergebracht. Bereikbaar door vanuit de centrale hal ontspringende glazen gangen. Ze onderscheiden zich in volumetri en materiaalafwerking. De praktijklokalen liggen in langwerpige blokken van twee bouwlagen, met vensters over hun volledige hoogte. De ten opzichte van elkaar verspringende hoge en lage gymzaal zijn samengebracht in een plastisch volume en worden onderling verbonden door een extern zwevend rond trappenhuis. De theorielokalen bevinden zich in een zes verdiepingen hoog torengebouw met inpandige balkons en drie expressief vormgegeven trappenhuizen aan de noord-oostgevel.
Wat mij echt interesseert – en wellicht de leerlingen ook het meest tot de verbeelding sprak – is de ruimtelijkheid van het complex, de keuze van het materiaal en de toepassing hiervan, de inzichtelijkheid van de bouwtechniek en de zichtbaarheid van de technieken in het algemeen.
De jeugd kon, haar weg banend door de LTS, genieten van de variëteit tussen hels licht en hemels donker. Van doorzichten op de tot diep in het complex doordringende natuur, klasgenoten of dat ene meisje. Maar ook zagen zij, en zeker de bouwkundeleerlingen, de heldere opbouw van het complex. Hoe de zwevende aula gedragen wordt door ronde kolommen in de glazen hal. De constructieve opbouw van de open trappenhuizen. De dragende betonnen schijven die het gebouw boven het schoolplein uittillen. Afdrukken van het houten bekistingsmateriaal in het witgeschilderde beton. De rastervormige draagstructuur die zichtbaar is in de gevel. En zo verder enzovoorts. Ze zagen ongetwijfeld ook de velen, in groepen geordende, verluchtingspijpen uit de gevel komen. Om zich hardop af te vragen waar die rare elementen nu eigenlijk toe dienden. Evenals de imponerende waterleidingscollectoren in de gangen van de praktijklokalen.
Het zwart-wit van de gevel stamt van een latere opknapbeurt. Hans Jan Dürr laat ons, in zijn fotos van net na de oplevering, genieten van de materiaaltoepassing zoals die eigenlijk bedoeld was. Onbehandeld beton en Oregon Pine zowel binnen als buiten. Ruimten vloeien zowel letterlijk als figuurlijk in elkaar over. De enige barrière is een dunne glasplaat. De gebroken natuursteentegel doet mij twijfelen aan welke zijde van die plaat ik loop. De roodbruine kleur van het hout schept, vooral in de klaslokalen, een ontegenzeggelijk warm en huiselijk gevoel. Zelf als de les saai was moeten de lokalen aangenaam geweest zijn.
Juist de bovengeschetste kwaliteiten maken de LTS Don Bosco uniek in Nederland. Het gebouw vormt een weloverwogen samenhangend en boeiend ensemble, met geleidelijke overgangen van kleinere naar grotere ruimten, dat op geheel eigen wijze is ingebed in het weefsel van het dorp.
Maar de sloopvergunning is aangevraagd! De school is verhuisd naar een nieuwe locatie. Ondermeer vanwege de slechte bouwkwaliteit die het gebouw al kort na de oplevering parten speelde, durft de gemeente Valkenswaard niet te investeren in behoud. Daarbij liggen de klimaateisen van nu veel hoger dan begin jaren 70. Studies hebben echter aangetoond dat herbestemmen een zeer realistisch alternatief is. Maar gezien de beperkte visie van de gemeente, mogen we er niet van uitgaan dat de kwestie met evenveel durf, lef en gevoel voor kwaliteit aangepakt zal worden als Sier van Rhijn destijds deed.