Recensie

De wereld uit balans

Rien ne va plus, het moment waarop in het roulettespel de inzet bepaald is, maar de uitkomst nog onzeker. Het is de titel die Powerhouse Company koos voor hun tentoonstelling over de kredietcrisis in NAiM/Bureau Europa te Maastricht. Een moedige daad, een jaar nadat de crisis ook Nederland aandeed, de reikwijdte ervan nog niet geheel duidelijk is en er druk gediscussieerd wordt over oorzaken, gevolgen en oplossingen.

De zaal is ingericht als een crisiscentrum, met een grote ronde zwarte vergadertafel waaraan de te volgen strategie kan worden besproken. Oplossingen voor de crisis biedt de tentoonstelling echter niet – een bewuste keuze, gezien de titel. De makers kozen voor een analyse en voor het zichtbaar maken van de mate waarin de (financiële) wereld op hol is geslagen. Dit doen ze onder meer in een mooie serie driedimensionale datascapes uit perspex en piepschuim. Zo toont een rijtje huisjes van klein naar groot hoezeer de waarde van huizen is gegroeid ten opzichte van het inkomen van hun eigenaren. Het huis verdiende door de jaren heen aanmerkelijk meer dan zijn bewoner. Het speculeren met vastgoed en goochelen met hypotheken is een van de directe oorzaken van de crisis. En zo werd architectuur in het centrum van de storm getrokken. Niets nieuws onder de zon, blijkt uit een diagram waarin de realisatie van de hoogste wolkenkrabbers in de wereld telkens weer samenvalt met een economische diepgang. Econoom Mark Thornton doet al enkele jaren onderzoek naar de ‘housing bubble’ en ontdekte een opvallende wetmatigheid. De bouw van de Chrysler Building (opgeleverd in 1930) en de Empire State Building (opgeleverd in 1931) viel samen met het begin van de Great Depression (1929). De Twin Towers (1972/73) en de Sears Tower (1974) werden voltooid tijdens de oliecrisis aan het begin van de jaren zeventig. En deze maand, een jaar nadat de laatste crisis losbrak, zijn weer alle hoogterecords verbroken met de oplevering van de Burj Dubai: 818m (bijna dubbel zo hoog als het WTC was).

‘Rien ne va Plus’ in Bureau Europa (foto: Johannes Schwartz)

En er is meer uit balans. Mijn lievelingsmodel uit de tentoonstelling is een kaart van de wereld, waar in reliëf zichtbaar is gemaakt welke landen vooral oppotten en eventueel uitlenen (zij komen omhoog) en welke landen juist schulden maken (zij zakken naar beneden). Dat Amerika op de pof leeft mag ondertussen algemeen bekend zijn, maar dat dit zo’n diep gat in de wereldkaart oplevert schokt me toch. Een andere favoriet toont de verhouding tussen de waarde van een bedrijf en de hoogte van de lening die een bank daar tegenover zet. In 2007 werd standaard gerekend met een factor tien, maar investment bank UBS hanteerde in sommige gevallen een factor 67. Simpel gezegd, kon een bedrijf er 67 keer het bedrag lenen dat het zelf waard was. Het levert een prachtige mobiel op, met verdwaasd rondzwevende eurotekens.

Op de wand geeft een selectie citaten van denkers en architecten kleur aan de feiten. Middenin hangt een geshopte foto van de Swiss Re Building van Norman Foster in een aquarium, verwijzend naar de beroemde haai op sterk water van geld-, spektakel- en kunstmaker Damien Hirst. Hoewel architecten slechts kleine spelers zijn in de wereld van het grote geld, kunnen ze niet zomaar worden vrijgesproken, suggereren de citaten. Velen van hen ontwierpen immers maar al te graag de overweldigende iconen waarmee macht en geld zich tooien. ‘Modernism pretended – or actually hoped – that architecture would be the instrument for making a better world for most people. That idea has melted away in architectural discourse’, treurt Lebbeus Woods. Een tendens die ook Nicolai Ouroussoff signaleert: ‘Public housing, a staple of 20th-century Modernism, was nowhere on the agenda. Nor were schools, hospitals, or public infrastructure. Serious architecture was beginning to look like a service for the rich, like private jets and spa treatments’. Daarmee schetsen de samenstellers een wat al te eenzijdig beeld van de architectuurwereld, want was er tegelijkertijd niet veel discussie over de negatieve gevolgen van globalisering en aandacht voor de manier waarop mensen onder aan de maatschappelijke ladder toch een beetje greep proberen te krijgen op hun leefomgeving – denk aan de (onderzoeks)projecten die regelmatig te zien waren op biënnales en in tijdschriften. Die kritische noot was misschien wat marginaal – en of de wereld er beter van werd is de vraag – maar zeker niet afwezig.

In het afsluitende artikel van de reader die bij de tentoonstelling verscheen, stippen Nanne de Ru en Charles Bessard van Powerhouse Company nog een ander probleem aan, namelijk de uitholling van de positie van de architect. Zijn rol in het bouwproces dreigt te worden beperkt tot een ‘esthetic consultant’. Maar of die ontwikkeling, zoals sommige vakgenoten hopen, door een hernieuwde waardering van het publieke en een groeiend bewustzijn ten aanzien van duurzaamheid, na de crisis ten goede zal keren – De Ru en Bessard betwijfelen het. Want tegelijkertijd tekenen zich andere ontwikkelingen af, zoals de wens van ontwikkelaars om zo snel mogelijk weer uit de dip te komen, met zo min mogelijk gedoe en kosten – en dus kritische inbreng van onafhankelijke partijen als architecten. Volgens De Ru en Bessard zit er niets anders op dan te kiezen. Postmodern relativeren kan niet meer. ‘We need to face reality and acknowledge what is working and what is not. (…) We have no choice but to make a choice.’

Kiezen ja, maar welke keuzes er precies voorliggen maken zij niet echt duidelijk. Is het bijvoorbeeld geoorloofd om – ik noem maar wat – een duurzame woonwijk in een land met een dubieuze mensenrechtenreputatie te ontwerpen, of een villa voor een bonus-cashende manager die je als ontwerper alle vrijheid geeft? Wat is het alternatief? Vluchten in onderzoek en kleinschalig cultureel experiment? Het bouwen overlaten aan boekhouders en aannemers? Dat zou toch zonde zijn. En valt er op dit moment, nu de opdrachten dun gezaaid zijn en architectenbureaus drastisch krimpen of zelfs hun deuren sluiten, überhaupt iets te kiezen? De tentoonstelling Rien ne va Plus geeft een helder beeld van de problematiek, maar vraagt wat betreft mogelijke oplossingen en strategieën voor de toekomst om een even sterk vervolg.