De VPRO organiseert in aansluiting op en in samenwerking met de vierde Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR) van 13 tot en met 30 september op radio, televisie en internet de crossmediale productie Eeuw van de Stad over de toekomst van de stad. Op 3 september vond Eeuw van de Stad Live plaats: een volle avond in Pakhuis De Zwijger die volledig in het teken stond van mondiale verstedelijking.
Wat betekent het dat het overgrote deel van de wereldbevolking inmiddels in steden woont, wat zijn de concrete effecten van ruimtelijke ordening en wat levert (alweer) een nieuwe structuurvisie nu eigenlijk op? Pakhuis De Zwijger in Amsterdam fungeerde op 3 september als bruisend decor voor een interdisciplinaire zoektocht naar de onvermijdelijke opmars van de stad. Eeuw van de Stad Live bood een veelzijdig en bomvol programma. Zo vonden het openingsgesprek met documentairemaker Bregtje van der Haak en directeur van de IABR George Brugmans en een interview van Tracy Metz met Winy Maas over zijn visie op de toekomstige ontwikkeling van Parijs, gelijktijdig plaats met de voorpremières van de documentaires I am Gurgaon (Tegenlicht) en Nieuw in de stad (Metropolis). Tal van lokale initiatieven, variërend van ‘Bakkie in de Buurt’ (een mobiel terras waar buurtgenoten elkaar kunnen ontmoeten om samen koffie te drinken) tot Ai!Amsterdam (tegen de vertrutting van de hoofdstad, een persiflage op de slogan ‘Iamsterdam’), zorgden voor een levendige randprogrammering. De verschillende schaalniveaus die werden getoond, en de mogelijkheid om met de makers en onderzoekers te spreken gaven een extra dimensie aan de avond.
Eeuw van de Stad is een fascinerend en veelomvattend initiatief dat gaat over het opmerkelijke feit dat sinds kort wereldwijd meer mensen in de stad wonen dan op het platteland. Ook de architectuurbiënnale, die op 25 september van start gaat in Rotterdam, richt zich op de stad: Stedelijke gebieden zijn de kerngebieden van de wereldeconomie, waar cultuur en welvaart worden geproduceerd, maar vormen ook de bron van grote milieuschade. Ze zijn de habitat van consumenten en krottenwijkbewoners, van wereldwijd opererende financiële en medianetwerken, van misdaad en toerisme. Terwijl ze de groei van de wereldbevolking absorberen, kost het de steden moeite hun bewoners duurzaam adequate leefomstandigheden te bieden.
Die kloof tussen arm en rijk werd treffend weerspiegeld in de documentaire I am Gurgaon, een portret van een gated community bij New Delhi, waar de nieuwe rijken van India wonen en waar veiligheid een verontrustend begrip is geworden. Deze nieuwe middenklasse heeft zo haar eigen problemen, of het nu gaat om het vinden van een geschikte dienstmeisje, of de voortdurende uitval van stroom en het daarmee samenhangende ongemak van de lawaaierige en zeer vervuilende aggregaten, tot de hebzucht van projectontwikkelaars. Voorzieningen als infrastructuur, elektra, scholen en ziekenhuizen ontbreken in de wijk. Gurgaon is als een monofunctionele vinexwijk die de condities van het wonen an sich op scherp zet.
Later op de avond sprak Tracy Metz met Adriaan Geuze, Wouter Vanstiphout en Zef Hemel (adjunct-directeur van de Dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam) over de toekomst van de Nederlandse stad. Dit naar aanleiding van de structuurvisie voor Amsterdam voor de komende dertig jaar, die eind dit jaar zal verschijnen (werktitel: Amsterdam, kernstad van de metropoolregio) en de Tegenlicht-documentaire Amsterdam Make Over 2040. In het filmpje voorafgaand aan het debat kwamen onder andere Richard Florida en Saskia Sassen voorbij. Volgens Florida moeten we denken in termen van de megaregio in plaats van steden of zelfs landen. Socioloog Sassen stelt dat er pas sprake kan zijn van een metropool als deze acht miljoen inwoners telt. Daarmee was de insteek van het debat over de metropolitaanse ambities van Amsterdam eigenlijk niet zo relevant meer, ondanks het aanstekelijke idealisme van Zef Hemel. Waarom ligt in Nederland de focus nog altijd op Amsterdam of op de Randstad? Wanneer durven we nu eens écht groot te denken en de grenzen op te rekken door Amsterdam bijvoorbeeld te laten opgaan in de regio Amsterdam-Antwerpen-Brussel, zoals Florida voor zich ziet? En waarom niet Kopenhagen of Berlijn erbij betrekken?
De Nederlandse planologie en de ruimtelijke ordening is volgens Adriaan Geuze failliet. Met weemoed en verbijstering ziet hij dat onze rijke planningstraditie niet wordt gekoesterd, dat de strategieën van kopstukken als Lely, Wibaut en Berlage niet worden geanalyseerd. Wat levert alweer een nieuwe structuurvisie nog op als het planningsapparaat niet radicaal verandert? Want dat is nodig om werkelijk enig effect te kunnen sorteren. Wouter Vanstiphout meent echter dat terugkijken helemaal geen zin heeft. We leven nu in een heel complexe tijd, waarin de dingen volstrekt anders moeten worden aangepakt dan pakweg vijftig jaar geleden, bijvoorbeeld door op verschillende schaalniveaus te denken. Daar komt nog bij, stelt hij, dat niet in iedere stadsbewoner een cappuccino drinkende intellectueel schuilt. De stad bestaat bij de gratie van verschil. Verschillen in een verstedelijkte samenleving, bijvoorbeeld tussen hoog- en laagopgeleiden, dienen dan ook te worden gecultiveerd, te worden uitvergroot, teneinde de stad in al haar verschijningsvormen te kunnen accepteren.
Eeuw van de Stad Live maakte inzichtelijk dat de stedeling niet bestaat, net zo min als de stad. Evident is een (her)nieuwde omgang met urbanistische begrippen in samenhang met schaal en inwonertal, zonder in de valkuil van een semantische discussie te vallen. De notie van steden die gezamenlijk een megaregio vormen verdient het verder te worden onderzocht. Dat vergt input van verschillende, met elkaar samenwerkende disciplines. De opgave is om de oprukkende mondiale verstedelijking te duiden en om dieper door te dringen in dit fascinerende vraagstuk. De bijeenkomst maakt nieuwsgierig naar de architectuurbiënnale: laten we vooral ook daar verder praten.