Feature

Ontwerpmarathon in Tilburg

Van 18 op 19 september organiseerde CAST, Centrum voor Architectuur en Stedenbouw Tilburg, een 24-uur durende ontwerpmarathon voor jonge ontwerpers. De deelnemers waren te gast in de ‘Hall of Fame’, een oude fabriek bij het station. De opdracht was om ter plaatse van deze fabriek binnen 24 uur een nieuw gebouw te ontwerpen.

Voorafgaand aan de marathon gaf Joep Frenken van de gemeente Tilburg een toelichting over de ambitieuze plannen voor de zogenaamde spoorzone waarin het fabriekspand ligt. Het gedefinieerde plangebied strekt zich uit van Ringbaan West tot Ringbaan Oost en ligt grotendeels ten noorden van het spoor. Door de vestiging van de NS-werkplaats en andere industriële activiteiten is het gebied verboden terrein en vormt voor velen een onbekend stuk stad. Voor Tilburg ligt hier de ultieme kans het centrum van de stad te vergroten, ware het niet dat het spoor een fysieke barrière vormt, die moet worden opgelost. Grote namen als Jo Coenen, Riek Bakker en Bert Dirrix hebben in het verleden hun hoofd gebroken over deze opgave. De gemeente heeft er uiteindelijk voor gekozen om het stedenbouwkundige plan op te knippen in vier deelplannen. Bij een dergelijke aanpak ligt echter het gevaar van een onsamenhangend eindresultaat op de loer.

De oude fabriek, waar vroeger de mallen voor chocolade zeebanket werden gemaakt, vormt de ontwerpopgave voor de marathon. Het gebouw bevindt zich aan de zuidkant van het spoor en kan als opmaat dienen voor wat er in de toekomst aan de andere zijde van het spoor zal herrijzen. De locatie is een knooppunt waar verschillende milieus samenkomen. Het staat op de plek waar het stadscentrum overgaat in een rustige woonbuurt. De omgeving is bijna geheel tot op de rooilijn volgebouwd met hoogbouw, op drie riante villa’s en de ontwerplocatie na. Rijdend over deze oost-westverbinding geeft de terugliggende en lagere fabriek het gevoel dat je even lucht kunt happen. Ter plaatse van de locatie is een toegangsweg naar de spoorzone gepland, waardoor het gebouw in de toekomst als baken kan gaan dienen.
Momenteel is de Hall of Fame, een organisatie uit de underground scene, gevestigd in het oude fabriekspand. De gebruikers hebben het gebouw omgedoopt tot een multifunctioneel cultureel centrum; een rauw domein voor muzikanten, skaters en graffitikunstenaars. Het gebruik voegt zich perfect in dit industrieel erfgoed. Door de hoge grondwaarde en de overlast voor de buurt moet deze broedplaats echter wijken naar een plaats elders in de spoorzone. De activiteit van de Hall of Fame zal een gemis zijn voor de stad, het betrekt deze uithoek bij het stadcentrum.

Om klokslag half twee gingen twaalf groepen, ieder bestaande uit vier ‘jonge’ ontwerpers (jong is in de architectenwereld een relatief begrip), aan de slag. Voor beraad of bezinning leek geen tijd, als bezetenen begonnen de ontwerpers een gebouw te ontwerpen. Door de tijdsdruk vergaten velen een analyse van de betekenis van deze locatie voor de stad, nu en in de toekomst, te maken. Het waren meer doeners dan denkers.

In de ontwerpopgave werd een richtlijn van 90 woningen met 200 parkeerplaatsen en 6000m2 nader te bepalen voorzieningen opgegeven. Het nadeel van een dergelijke richtlijn is dat de ontwerpers niet zelf kijken naar het volume dat de locatie kan verdragen. Hierdoor werd de creativiteit van de deelnemers negatief beïnvloed. Als de ontwerpers zich de vraag, ‘wat past er op deze plek en wat kan de kwaliteit van deze plek versterken?’, zouden stellen, dan kan dat impliceren dat er ruimte is voor minder maar ook voor meer programma. De winst of het verlies zou uitgesmeerd kunnen worden over de gehele spoorzone.

Een etmaal later wordt de schade opgemaakt. Op één na zijn de ontwerpers allemaal wakker gebleven. De vrouwelijke ontwerpers kregen in de vroege uren wat last van de kou, maar er heerste een romantische ateliersfeer. Wellicht zou het voor de Academie van Bouwkunst ook een suggestie zijn om zich als nomade door de stad te verplaatsen van actuele ontwerplocatie naar actuele ontwerplocatie.

Inmiddels was de zware vierkoppige jury bestaande uit Vera Yanovshtchinsky, Harm Tilman en Hans van Heeswijk onder leiding van wethouder Marieke Moorman gearriveerd. De vermoeide groepen mochten met de slaap in de ogen in vijf minuten het eindresultaat presenteren aan een volle zaal. Van spetterend tot zenuwachtig tot ontspannen wisselden de presentaties elkaar af.
Alle partijen worstelden met de vraag wat er behouden moet blijven van het ruwe industriële karakter van het gebied. Er werden veel goede ideeën geopperd waar de plannenmakers van de spoorzone in de toekomst uit kunnen putten. Conclusie: bouw niet alles vol met gemiddelde gebouwen, maar maak een gebied van contrasten  waar industrieel erfgoed, groene plekken en intensieve bebouwing elkaar ontmoeten.