Recensie

Reciprocity: breekijzer voor het wereldwijde debat over stedenbouw en architectuur

“Hoewel Jakarta een belangrijke rol speelt in de tentoonstelling, gaat de tentoonstelling niet over Jakarta”, zegt curator Daliana Suryawinata wanneer ze praat over Reciprocity. Transactions for a City in Flux. Reciprocity is een van de zes thematische bijdragen aan Open City: Designing Coexistence, de hoofdtentoonstelling van de Internationale Architectuurbiënnale Rotterdam.

Aanleiding om ‘reciprociteit’ te kiezen als thema voor een van de bijdragen aan de hoofdtentoonstelling, was dat zowel de traditionele socio-economische interpretatie van het begrip reciprociteit (een gelijke behandeling over en weer), als de ruimere interpretatie (de relatie tussen het sociale, het technische, het materiële en het ruimtelijke) een uiterst bruikbaar kader en gevarieerde ingangen bieden voor het denken over architectuur en stedenbouw. Om te onderzoeken waartoe nieuwe benaderingen van stedenbouw en architectuur kunnen leiden, kozen de curatoren van de tentoonstelling, Daliana Suryawinata en Stephen Cairns, Jakarta als casestudy. Een keuze die, volgens de curatoren, voor de hand lag. Ten eerste omdat Jakarta, als pars pro toto voor Indonesië, een fascinerend voorbeeld is om het concept reciprociteit te onderzoeken. In Indonesië was en is reciprociteit namelijk een essentieel onderdeel van het sociaalculturele en economische verkeer. Ten tweede omdat Jakarta alle bestaande stedenbouwkundige theorieën over stedenbouw en opvattingen over wat een stad zou moeten zijn, tart.

De projecten, of beter de scenario’s, die ‘Reciprocity’ toont, illustreren waartoe een nieuwe benadering van stedenbouw en architectuur kan leiden. ‘Social Mall’ bijvoorbeeld, gaat uit van het gegeven dat shopping malls in Indonesië in belangrijke mate de functie van openbare ruimte hebben overgenomen. Uitgaand van dit gegeven, onderzoekt het project hoe niet alleen de functionaliteit van shopping malls maar ook het exclusieve, volledig van hun sociale en infrastructurele context losgezongen karakter van malls kan worden verbeterd door bijvoorbeeld bibliotheken, scholen, sportfaciliteiten en ziekenhuizen toe te voegen en de infrastructuur tussen de malls te verbeteren.
Om te illustreren hoe dit kan worden bereikt, bestudeerde het projectteam enkele in elkaars nabijheid maar fysiek volledig gescheiden shopping malls. De malls staan bij de rotonde voor Hotel Indonesia. Het ontwerpvoorstel dat ‘Social Mall’ voor deze locatie toont, stelt een verbetering van de infrastructuur op twee niveaus voor: plaatselijk en stedelijk. Plaatselijk door de malls met elkaar te verbnden middels een complex netwerk van loopbruggen en hellingbanen voor voetgangers. Stedelijk door het realiseren van goede (openbaar) vervoersverbindingen tussen andere ‘social malls’ die aldus in diverse wijken in Jakarta zullen ontstaan. Het eindresultaat is ambitieus en inspirerend: lokaal en stedelijk verbonden multifunctionele shopping malls die een sociale en fysieke interactie met aangrenzende gemeenschappen aangaan, derhalve een geïntegreerd onderdeel van het stedelijk weefsel vormen en bovendien als echte openbare ruimte functioneren.

‘Soft Gate’, een ander project op de tentoonstelling, onderzoekt een andere exclusieve stedelijke ruimte in Jakarta, die van de gated communities. ‘Soft Gate’ begint met een onderzoek naar de subtiele wederkerige relatie tussen bewoners binnen en buiten ommuurde wijken. De inventarisatie die aan de ontwerpopgave voorafging laat zien dat  ondanks de defensieve manier waarop gated communicaties de buitenwereld buitensluiten, de muren en de hekken die daartoe worden geplaatst in economisch en fysiek opzicht behoorlijk poreus zijn. Het is deze constatering die het ‘Soft Gate’ team inspireerde te onderzoeken of en hoe architectuur en materiaal kunnen worden aangewend om deze informele reciprociteit te dienen, ondersteunen en zelfs te stimuleren, teneinde te komen tot een architectonische en materiële opheffing van de sociale en ruimtelijke scheiding tussen gated en non-gated communities.

‘Social Mall’ en ‘Soft Gate’ maken, samen met negen, vergelijkbaar inventieve, visionaire en ondernemende projecten, ‘Reciprocity’ tot een fascinerende tentoonstelling. Vanzelfsprekend voor Indonesië zelf: de tentoonstelling stelt immers urgente Indonesische stedenbouwkundige en architectonische ontwerpvraagstukken aan de orde stelt, maar ook voor een internationaal publiek. Reciprociteit is tenslotte een onderwerp dat op iedereen wereldwijd betrekking heeft. ‘Reciprocity’ presenteren aan het internationale publiek dat verondersteld mag worden de IABR te bezoeken, is derhalve bijzonder opportuun. Of en in welke mate ‘Reciprocity’ er daadwerkelijk in zal slagen om het huidige stedenbouwkundige debat open te breken door te laten zien dat het orthodoxe model, waarin het niet-Westen staat voor disorde en chaos en het Westen het exclusieve recht heeft op kennis en constructie, achterhaald is en grondig aan herziening toe is, is moeilijk in te schatten. Wat de tentoonstelling wel zou kunnen bewerkstelligen, is het opstoken van het stedenbouwkundig en architectonisch debat in Indonesië. Het is, alleen al om die reden, dan ook te hopen dat ‘Reciprocity’ binnen afzienbare tijd ook daar tentoongesteld wordt.