Een park dat geen eigenlijk geen park is. Jan Maas ontwierp voor de Amsterdamse Zuidas een stadspark dat hij situeerde op een HSL-, metro- en busstation en een grote parkeergarage. Urban Wrinkle vestigt de aandacht op ruimtelijke beleving, manipulatie van de horizon, ruimte vergroting en vernauwing.
Het plan voor een park in het centrum van de Zuidas is geïnspireerd op het boek Op zoek naar nieuw publiek domein van M. Hajer en A. Reijndorp (NAi uitgevers 2001). Volgens Hajer en Reijndorp is de kern van het begrip publiek domein een ruimte voor ontmoetingen tussen verschillende religies, cultuuropvattingen en gedrag. Een plek voor confrontatie en uitwisselingen tussen verschillende maatschappelijke groepen uit de samenleving. Dit vraagt niet alleen om ruimte voor consumptie en afwisselend gestapeld programma, maar ook om plekken waar de individuele burger zelf kan bepalen wie hij is, in de publieke ruimte.
Om gestalte te geven aan deze ambitie wordt het bestaande plan voor de Zuidas aangepast waardoor er ruimte gemaakt wordt voor een park in de kern van de Zuidas, op het Dok. Het dok wordt openbare ruimte en kan zo onderdeel worden van het publiek domein hierdoor krijgt de Zuidas extra betekenis voor de wereldburger. Het park bevindt zich op de best ontsloten plek van Nederland. Het wordt de plek waar Amsterdam de wereld ontvangt en ontmoet. Letterlijk door het HSL-station en de nabijheid van Schiphol én omdat het direct is gelegen aan de stadsradialen van Amsterdam. Daarmee schaart het nieuwe 'Zuiderpark', zich in een illuster rijtje. Want ook het Vondelpark, het Sarphatiepark, het Oosterpark en het Westerpark hebben hun succes mede te danken aan hun positie aan de radialen.
Het maaiveld van het Zuiderpark wordt over het volume van het benodigde stationsgerelateerde programma geplooid. Het park ligt dus bovenop een HSL-, metro- en busstation en bovendien op een grote parkeergarage. Het plooien en welven van het maaiveld introduceert het klassieke middel van illusie in het hedendaags parkontwerp; niet alleen de illusie van landschap maar juist die van park. Het park blijkt een gebouw met een uitdagend, poëtisch en landschappelijk maaiveld. Hoe dramatischer het reliëf, des te ruimtelijker de ondergelegen stationsvertrekken.
Het parkprogramma is gevat in een grillige diagonale structuur als tegenhanger op de omliggende zakelijke hightech architectuur. Het park wordt verrijkt door verschillende belevenissen waaronder de sensationele bloei van honderden verschillende magnolias als lentefeest voor iedere stedeling. Specifieke groepen als bejaarden, skaters, veldlopers, jongeren, stadsecologen en peuters krijgen' een object dat ze kunnen innemen. Respectievelijk een 178 meter lange bank waarop je kunt zitten én grinden, een verzwaard jogparcours met hangbrug en 589 traptreden, een kale 'rots' die lekker warm is om op te hangen, vleermuizengrotten, zeldzame micromilieus en een zandbak.
Het ontwerp voegt zich in de traditie en de ruimtelijkheid van de landschapsstijl en het illusionaire van Buttes Chaumont. De aandacht is gevestigd op ruimtelijke beleving, manipulatie van de horizon, ruimte vergroting en vernauwing. Het beoogt intensivering van perspectieven, ontmoetingen en belevenissen. De behoefte aan een stadspark blijft actueel en vraagt om innovatie en lef. Dit afstudeerwerk neemt dan ook stelling in het herpositioneren van het (stads)parkontwerp.
naam
Jan Maas
e-mail
website
opleiding / studierichting
Academie van Bouwkunst Amsterdam / landschapsarchitectuur
mentoren
Bram Breedveld, Ton Schaap, Michael van Gessel
wanneer begonnen met afstuderen
januari 2007
wanneer klaar
juni 2008
favoriete ontwerper
Michael van Gessel
mooiste ontwerp ter wereld
plekken die blijven inspireren
wat doe je nu
landschapsarchitect bij Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur