Nieuws

Bij nader inzien: de Neudeflat in Utrecht

Hij staat er nog, de flat aan de Neude in Utrecht. En dat mag een wonder heten, gezien de weerstand die het gebouw al decennia lang oproept bij bewoners, bestuurders en bezoekers van de stad. Hoewel over schoonheid niet te twisten valt, zoals een eeuwenoud spreekwoord zegt, dreigt men deze wijsheid bij de Neudeflat nog al eens uit het oog te verliezen.

Als inhoudelijk medewerker van het Utrechtse architectuurcentrum Aorta was ik ooit betrokken bij een debat over het behoud of de sloop van dit beschimpte, maar markante gebouw. Zeventig procent van de stemmers was destijds voor sloop. Deze discussie is inmiddels een gepasseerd station, want zoals Maarten van Rossem op 27 december 2009 in een marathon radio-interview op Radio 1 opmerkte: ‘het gebouw zal er wel altijd blijven staan nu het genomineerd is als monument’.

Abusievelijk dichtte Van Rossem het gebouw toe aan Van de Broek en Bakema, maar de kantoorflat werd in de periode 1956-1962 ontworpen door ‘de man van het grote gebaar’ Hugh Maaskant (1907-1977), beter bekend van de Lijnbaanflats (1954/56) en de Euromast (1959) in Rotterdam, het als een betonnen boemerang vormgegeven kantoor van Johnson Wax in de polder bij Mijdrecht (1966) en het brutalistische Provinciehuis in Den Bosch (1971). Rotterdammer in hart en nieren, ontwierp hij eigenhandig mee aan de wederopbouw van zijn stad, waar verkeer, cityvorming en grootschaligheid de opgave vormden. Maaskant was ervan overtuigd dat wij ‘onze groeiende bevolking niet kwijt [kunnen] door alle kleine stadjes en dorpen op te pompen. Wij zullen, wanneer wij willen zorgen dat ons land niet verkankert door allerlei kleine bouwwerken, het overgrote gedeelte van de bevolkingsaanwas moeten concentreren in onze steden,’ schreef hij in 1958 in het tijdschrift Bouw.

De Neudeflat kwam, net als de eveneens door Maaskant ontworpen kantoortoren in het centrum van Den Bosch, tot stand in een tijd dat er in stedenbouwkundige kringen gestreefd werd naar modernisering van het historische centrum door sanering en verkeersingrepen. Het slechts ten dele uitgevoerde verkeersplan voor de binnenstad van Utrecht uit 1958, van de Duitse verkeersdeskundige M.E. Feuchtinger, voorzag onder meer in de doorbraak van de enige historische pleinwand die de Neude nu nog rijk is. De visionaire stedenbouwkundigen stond een open, lichte stad voor ogen met veel groen en lichte, betonnen gebouwen met glazen vliesgevels, zoals een 50 meter hoge toren naar ontwerp van J.J.P. Oud aan het even verderop gelegen Vredenburg. Na voltooiing van deze plannen had de Neudeflat zeker niet misstaan. Echter alleen deze enige en volgens velen dus onooglijke blikvanger werd gerealiseerd. Het is opvallend hoe snel de idealen van toen, de irritaties van nu zijn geworden. Het ‘vormgeven van de toekomst’ werd uiteindelijk slechts een gebaar uit het verleden.

Het is nog niet duidelijk of het gebouw een gemeentelijke of rijksmonumentale bescherming ten deel zal vallen, maar het is in het nieuwe bestemmingsplan Binnenstad in ieder geval aangemerkt als bouwhistorisch waardevol, onder andere vanwege de bijzondere constructie. In verband met instortingsgevaar van de omringende bebouwing, met name het hoofdpostkantoor van J. Crouwel uit 1924, kon de flat niet onderheid worden. De fundering bestaat daarom uit een vliegervormige betonnen plaat met een dikte van 1,5 meter. Hierop is met een glijbekisting een y-vormige betonnen kern opgetrokken, waarin de liftschachten, het trappenhuis en leidingen zijn opgenomen. De bekisting schoof door als het beton gehard was en dat kon met een verdieping per dag. Met 15 bovengrondse bouwlagen was deze klus in ruim twee weken geklaard. Aan deze ‘stijve kern’ hangen de verdiepingen, die aan de buitenzijde ondersteund worden door de verticale, met zwart uitgewassen terrazzo beklede betonnen poten. Maaskant paste een gladde systeemgevel toe van panelen met borstweringen van geëmailleerde staalplaat, glas en verticale stroken aluminium met een fijne groef. De pui is voor het grootste gedeelte opgetrokken uit glas met aluminium kozijnen omgeven door wit glasmozaïek en banden zwarte Noorse leisteen.

Het is opnieuw tijd voor visionaire plannen, ditmaal voor de herbestemming van de Neudeflat. Behalve als odd one out in het centrum werd de flat lange tijd als storend ervaren door zijn geslotenheid en het gebrek aan relatie met de functies van het plein. De kans op een levendiger gebruik en om het gebouw beter bij de omgeving te betrekken, dient zich aan nu de huurder, de gemeente Utrecht, op het punt staat het pand te verlaten. Bij herhaling is gepleit voor een openbare functie, met bovenin het gebouw een restaurant met een fenomenaal uitzicht. Opvallend genoeg had Maaskant deze functies in het ontwerp voor de Neudeflat al voorzien. Net als bij het Tomadokantoor in Dordrecht, dat volgens hetzelfde principe ontworpen is rond een binnenkern, was de hoge begane grond bedoeld als open showroom die visueel in contact zou staan met de aangrenzende straten, en de bovenste verdieping als kantine met een dakterras. Een goede herbestemming biedt de kans om dichter bij de oorspronkelijke opzet van Maaskant te blijven.