Feature

Een wereld vol vraagtekens

Zolang de wereld draait om groei zal innovatie worden ingezet als middel dit te realiseren. Uiteindelijk leidt dit tot uitputting van onze eindige voorraad grondstoffen. John Thackara pleit in zijn boek Plan B voor nieuwe doelen voor de mensheid, waarin de ontwerper een belangrijke rol kan spelen. In het kader van de tentoonstelling Architectuur als Noodzaak gaf hij op 18 maart een lezing in het NAi.

John Thackara, foto Matt Locke

Vijf jaar geleden kocht ik het boek In the Bubble van de Britse auteur John Thackara. Wat me is bijgebleven is de verwondering waarmee Thackara de rol van techniek voor zijn directe omgeving beschrijft en de ietwat holistische benadering bij het verbeteren van onze complexe wereld. Destijds schaarde ik het boek onder lectuur over de impact van het digitale tijdperk op de wereld om ons heen. De notie van een dwingende actualiteit van duurzaamheidvraagstukken was er bij gewone stervelingen nauwelijks. Ik heb destijds niemand in mijn omgeving ertoe kunnen aanzetten om het boek ook te lezen.
Anno 2010 leven we in het post-Al Gore tijdperk. Het woord duurzaamheid spat van alle beleidsstukken en de door ons aardig uitgewoonde aarde was ons nog nooit zo lief. Dit momentum vormde voor uitgeverij SUN de aanleiding om het vijf jaar oude boek van Thackara te vertalen in het Nederlands. Thackara breidde de inhoud van In the Bubble uit met enkele up-to-date hoofdstukken en gaf het de nieuwe titel Plan B.

Vragen stellen
Thackara werd door NAi directeur Ole Bouman geïntroduceerd als een veelzijdige intellectueel en een man van grote ideeën. John Thackara was directeur van het Vormgevings Instituut in Amsterdam en initiatiefnemer van de internationale conferenties Doors of Perception. Halverwege de jaren ’90(!) agendeerde hij drie onderwerpen die volgens hem de grootste maatschappelijke relevantie hadden voor design: digitalisering, vergrijzing en duurzaamheid. Dit stuitte op veel inhoudelijk verzet. Zijn grote drang tot het kalibreren van de designdiscipline kostte hem uiteindelijk eind jaren ’90 zijn baan. Bouman, met een soortgelijke missie bezig binnen het NAi, stelde dat hij zich om deze reden nauw verwant voelt met de spreker en dat ook hij zich bewust is van het gevaar van deze houding.
Thackara startte zijn lezing met de waarschuwing dat het publiek van hem geen antwoorden moet verwachten; hij kijkt naar de wereld met vraagtekens. Hij is ervan overtuigd dat het stellen van de juiste vragen altijd voorop moet staan bij ontwerpopgaven. Thackara: “Het feit dat we een snelweg verbreden zodat er in plaats van 100.000, 300.000 auto’s per uur overheen kunnen rijden gaat voorbij aan de vraag waarom we dat zouden willen.”

Plan B
De titel van zijn boek – Plan B – draait om Thackara’s grootste vrees dat de huidige crisis te lijf wordt gegaan met standaard probleemoplossingmechanismen – Plan A – en dat de situatie van voor de crisis het referentiekader vormt voor een situatie waarin het goed gaat met de wereld. Thackara duidt deze situatie met twee mantra’s: More is good en Innovation is god. Een terugkeer naar Plan A zou betekenen dat we weer teruggaan naar een situatie waarin een piek van grondstoffengebruik is bereikt, waarbij het daadwerkelijke gewicht van producten wordt verdoezeld. De ontwikkeling van producten heeft namelijk vaak een veel grotere ecologische footprint dan het uiteindelijke apparaat zelf. Dit geldt ook voor nieuwe producten die momenteel de iconen van een duurzame wereld zijn: windmolens, de elektrische auto, etc. Het is veelal onhelder wie voor deze kosten opdraait. Teruggaan naar de situatie van voor de crisis is volgens Thackara dan ook onacceptabel. We moeten naar een Plan B waarbij het gehele productieproces kritisch wordt hervormd en daar is een nieuwe ontwerphouding voor nodig. Met andere woorden: de ontwerpopgave ligt niet bij de producten maar bij de infrastructuur die producten voortbrengt.

Zoeken, verbinden en versterken
Plan B is al op veel plekken latent aanwezig. Thackara houdt zich momenteel bezig met het bereizen van de wereld op zoek naar kleinschalige experimenten. “If you have a brilliant idea, count on it that somebody has already done it, somewhere else”. Het signaleren van zulke experimenten die mogelijk kunnen uitgroeien tot grootschaligere toepassingen acht hij een van de belangrijkste opgaven. “Sometimes we only need to connect the dots”.
Een ander pleidooi betreft de aandacht voor context of bioregion. Elke opgave kent een specifieke context die aangegrepen moet worden voor het volbrengen van de opgave. Veel kennis over de bioregions is gewoon voorhanden. Zo worden in Frankrijk stelselmatig alle aspecten van districten in kaart gebracht, de ontwerper hoeft er maar om te vragen en heeft dan een schat aan aanknopingspunten voor een duurzame insteek van een ontwerpopgave.

Plan B geeft geen antwoorden maar definieert vooral een nieuw ethisch kader waarbinnen ontwerpers met nieuwe opgaven een nieuwe weg kunnen inslaan. Innovaties moeten niet langer voornamelijk worden ingezet voor groei. Go slow, stel de juiste vragen, kijk goed naar wat er is en probeer niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden.
Na de lezing ondervroeg Jord den Hollander de spreker. Zo wilde Den Hollander weten wat architecten, getraind om te bouwen en daarmee deel van Plan A, anders moeten doen. Thackara voorziet een toekomst waarin er helemaal niet meer gebouwd wordt. Het vak architect wordt daarmee totaal anders. Architectuuropleidingen kunnen volgens hem direct gesloten worden. Tijdens de opleiding worden studenten namelijk getraind om abstract te denken en met concepten reële opgaven te lijf te gaan, maar studenten moeten erop uit trekken en zelf kijken hoe specifiek en complex de wereld eigenlijk is. Hij kwam met een voorbeeld uit Sao Paolo waar momenteel leegstaande kantoorpanden worden verbouwd tot woningen voor de mensen in de favela’s. De toekomstige opgave is herbestemmen en transformeren, meent Thackara. Geen glamorous vooruitzicht voor iemand die architect wil worden, aldus Den Hollander. Thackara repliceerde dat architecten zich te lang hebben laten gebruiken om de scripts te schrijven die het grote geld aantrekken.

Door de omvang en reikwijdte van de problemen en Thackara’s onconventionele oplossingsrichting, lijkt hij (wederom) een roepende in de woestijn. De suggestie dat het verbinden van sympathieke kleinschalige experimenten kan zorgen voor een nieuwe substantiële vorm van innovatie moet zeer serieus genomen worden. Thackara combineert namelijk technische en sociale aspecten van innovatie en trekt een parallel met de grootste virtuele innovatie van de afgelopen decennia: het internet. Juist hierin is hij onderscheidend. Thackara’s boodschap is daarom niet enkel voor ontwerpers, maar voor iedereen.