Feature

Prijswinnaars Archiprix 2010

Jaarlijks selecteren de Nederlandse masteropleidingen met de afstudeerrichtingen architectuur, stedenbouw en/of landschapsarchitectuur hun beste afstudeerplannen en sturen die naar Archiprix NL. Dit jaar vielen Jeroen Atteveld, Monique Sperling, Fleur Muris, Paul Verhoeven en Zineb Seghrouchni in de prijzen.

Van de 27 ingediende afstudeerplannen zijn er 20 met als afstudeerrichting architectuur. Na een dip in de vorige editie is de afstudeerrichting stedenbouw met een aantal van 4 inzendingen plus één plan vanuit zowel de afstudeerrichting stedenbouw als architectuur weer goed vertegenwoordigd. Tenslotte zijn 2 projecten ontworpen door deelnemers die afstudeerden in de landschapsarchitectuur. Acht projecten hebben een buitenlandse locatie.
Wim van den Bergh (architectuur), Nanne de Ru (architectuur), Marinke Steenhuis (theorie), Berno Strootman (landschapsarchitectuur) en Wouter Veldhuis (stedenbouw) vormden dit jaar de jury.

Eerste prijs
Thermen Westpoort ontworpen door Jeroen Atteveld (AvB Amsterdam architectuur)
Uit het juryrapport: "Op slimme wijze slaagt de ontwerper er in om met een relatief kleine 'parasiet' een extra intrigerende laag aan te brengen in het industriële landschap van het Amsterdamse havengebied. Hij weet daarmee potenties van het gebied te ontsluiten die nog niet ontdekt waren.[…] Door op ingenieuze wijze een thermencomplex te integreren in het bestaande Afval Energie Bedrijf (AEB) wordt dat voornemen op overtuigende wijze waargemaakt. Dat is mede te danken aan een goede analyse van de opgave en een trefzekere keuze van zowel de functie als de ontwerpstrategie.[…] De materialisatie en de vormgeving is mooi afgestemd op de combinatie van functies. De consistente uitwerking leidt tot een originele, specifieke vormgeving."
Projectbeschrijving en afbeeldingen.

Tweede prijs
De toekomst van een adaptieve Afsluitdijk ontworpen door Monique Sperling (Wageningen Universiteit landschapsarchitectuur)
"Na een omvangrijk onderzoek waarbij de ontwerpster slim gebruik maakt van de resultaten van een symposium van Rijkswaterstaat, ontwerpt ze doeltreffende oplossingen voor de gesignaleerde problemen. Het kwalitatief hoogwaardige onderzoek bevat vele goede observaties. De ontwerpster geeft er blijk van grip te hebben op de problematiek. Ze snapt de schaal en de processen die er spelen. De ontwerpuitgangspunten worden goed gemotiveerd vanuit het onderzoek. De slag naar het ontwerp zelf is interessant en wordt goed gemaakt.[…] Het plan past in de ingenieurstraditie van de oorspronkelijke Zuiderzeewerken. In ruimtelijk opzicht bevat het ontwerp enkele mooie voorstellen […]De grote verdienste van het plan ligt in de integrale, degelijke aanpak en het ontwerpen van passende oplossingen voor de gesignaleerde problemen."
Projectbeschrijving en afbeeldingen.

Derde prijs
Refugium: Lopend Stilstaan. Een hotel in het Limburgse Heuvelland ontworpen door Fleur Muris, AvB Maastricht architectuur
"Het terughoudende plan past in de traditie van klassieke, ambachtelijke plannen waarbij alle aspecten van de opgave op vakkundige wijze zijn meegenomen in het kwalitatief hoogwaardige ruimtelijk ontwerp. Gezien de bedoeling om de zintuigen van de bezoekers te prikkelen blijft de uitwerking op het vlak van de materialisering en de detaillering wat achter. Op dat schaalniveau blijft het plan schematisch. Op de hogere schaalniveaus, tot en met de trefzekere inpassing in het landschap, slaagt de ontwerper op overtuigende wijze in de ambitie om de 'voetpadmensen' een passend onderdak te bieden. Daarmee wordt een zeer goed antwoord geformuleerd op de gestelde opgave."
Projectbeschrijving en afbeeldingen.

Eervolle vermeldingen
FUGA, een harmonische inversie ontworpen door Paul Verhoeven (AvB Arnhem, architectuur)
"Het even eenvoudige als briljante idee voor een 'omgekeerd' stadion levert een interessant uitgangspunt op voor het Fêtes des Vignerons dat in 2019 in Vevey plaatsvindt.[…] De gepresenteerde aanzet voor een oplossing naar analogie van de fuga biedt de mogelijkheid om de processies die oorspronkelijk gehouden werden weer op te pakken als uitgangspunt voor de voorstellingen. Zowel het ontwerp van de tribune als het idee van de fuga als uitgangspunt voor de voorstellingen zijn intelligente vondsten die een grote rijkdom aan mogelijkheden opleveren."
Projectbeschrijving en afbeeldingen.

Eervolle vermelding
Urban Tactics ontworpen door Zineb Seghrouchni (TU Eindhoven, stedenbouw)
"De ontwerper ontwikkelt op knappe wijze een strategie waarbij ze verschillende intermediaire lagen op strategische wijze inzet bij de planvorming en de uitvoering. Ze zoekt coalities en betrekt daarbij alle relevante actoren.[…] De kracht van het plan ligt in die bottom-up benadering en de overtuigende analyse. De ambitie om een aanzet te leveren tot een discussie over het stimuleren van een zelfgeorganiseerde stadscultuur is goed geslaagd."
Projectbeschrijving en afbeeldingen.

In het juryrapport liet de jury zich kritisch uit over een aantal trends die zij bespeurt op het gebied van onderwijs. Zo schrijft zij over het traject vooronderzoek: "De jury zag veel interessante en inhoudelijk overtuigende vooronderzoeken. Jammer is wel dat de resultaten van de voorstudies op een enkele uitzondering na in de uitwerking niet goed tot hun recht komen. Er is in de regel geen hechte samenhang tussen onderzoek en ontwerp. De toenemende concentratie op onderzoek lijkt ten koste te gaan van de aandacht voor het ontwerp. In de inzendingen waar veel aandacht besteed is aan onderzoek constateert de jury vaak dat het ontwerp relatief mager is ten opzichte van de voorstudie.
De inzendingen landschapsarchitectuur uit Wageningen doen hun best om de ontwerpen te presenteren als resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Het lijkt ook alsof het onderdeel 'theorie' als verplicht onderdeel wordt opgenomen in de eindrapportage, zonder dat de link met het ontwerp duidelijk is. De bronnen waarnaar wordt verwezen zijn vaak ook nogal obligaat. De jury is van mening dat het voor een ontwerpdiscipline als de landschapsarchitectuur zinvoller is om het accent te verschuiven naar het ontwerpproces zelf om het vakmanschap, dat vereist is om een goed ruimtelijk ontwerp te maken, sterker te ontwikkelen. Repertoirekennis, conceptueel denken, visieontwikkeling, en oefening in het ambacht van het ontwerpen, zijn veel belangrijker dan een 'wetenschappelijke' verantwoording.

En over afstudeerateliers merkt de jury op: "Steeds meer opleidingen werken met afstudeerateliers waarbinnen een groep studenten gezamenlijk werken aan een afstudeerproject. Soms betreft dit alleen het vooronderzoek en het opstellen van de individuele opgave. Soms werken de studenten het gehele ontwerptraject nauw samen. Deze afstudeerateliers worden vaak opgezet om de inhoud van de afstudeerprojecten beter onder controle te houden en tegelijkertijd de voortgang van het afstuderen te waarborgen. De jury constateert echter dat de afstudeerateliers ook leiden tot een minder persoonlijk afstudeertraject, waarbij in sommige gevallen het stempel van de groep en de docenten belangrijker wordt dan de individuele ontwikkeling van de student. Zeker als ook nog nadrukkelijk gestuurd wordt op een gemeenschappelijke taal voor de visualisatie (zowel in de maquette als in de toe te passen tekentechnieken) verdwijnt het individuele aspect van het afstudeerproject volledig."

Over de discipline stedenbouw, waarvoor ter stimulering van de discipline in 2010 een eigen prijs (StedenbouwNU) voor afstudeerplannen werd geïntroduceerd, schrijft de jury: "Binnen de gehele oogst van de Archiprix 2010 zijn er vijf plannen ingestuurd vanuit de discipline van de stedenbouw. Getalsmatig is dat in verhouding met de andere disciplines. De kwaliteit van de plannen blijft helaas achter, met uitzondering van Urban Tactics. Over de hele linie van de stedenbouwplannen is het ruimtelijk ontwerp zwak, de enscenerende, ontwerpende stedenbouwer ontbreekt."

Ook de onderwerpskeuze van enkele afstudeerprojecten blijft niet onbesproken: "Een trend die zich manifesteert en die eerder toe dan af lijkt te nemen wordt gevormd door plannen die gericht zijn op het verbeteren van de leefomstandigheden van armen in de derde wereld. Met veel enthousiasme, betrokkenheid en goede wil worden deze opgaven opgepakt. Die plannen zijn vaak moeilijk op hun waarde te beoordelen gezien de specifieke omstandigheden ter plekke. De jury kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de plannen vaak geen echt realistische oplossingen bieden voor de grote lokale problemen, zo het al mogelijk is die op te lossen."