Recensie

Moralisme in een feestjurk

In stijl met het overkoepelende thema van de wereldtentoonstelling 2010 in Shanghai zijn de themapaviljoens gehuld in namen als Urban Footprint,Future Pavilion, Urban Planet, City Being en Urbanian. Zijn in deze paviljoens de sleutels te vinden naar een Better City, Better Life?

Plattegrond van de Urban Planet, City Being en Urbanian hal.

Shanghai mag dan een generische handelsstad zijn, tot de wereldtentoonstelling naar de stad kwam. Iedere hoek van de stad ademt EXPO. Ieder plantsoentje heeft bloemen op het expo-altaar staan. De leus voor deze editie kan naar believen aangevuld worden, iedere uitbreiding is even goed. Better City, Better Life,…Deeper Friendship, het volgt allemaal vanzelfsprekend op elkaar. Voor Shanghai bleef het niet alleen bij woorden, de stad werkt daadwerkelijk aan haar verbetering: fabrieken vertrokken naar buiten de stad, de rivieren worden schoner, armoedige nederzettingen maken plaats voor hoogbouwcompounds met ondergronds parkeren en voldoende bezonning, en in de parken op de begane grond worden gymnastiektoestellen geplaatst.

De wereldtentoonstelling in Shanghai is een geweldig samenspel van Chinese logistiek en kleurrijke media. Alles op het expo-terrein is enorm ruim opgezet en er is heel veel menskracht ingezet. Op straathoeken en in metrostations staan stands met Engelssprekende vrijwilligers met plattegronden van het expo-terrein en de nieuwe metrolijnen. De met zorg geplaatste hekjes bij iedere expo-ingang en ieder paviljoen laten je weliswaar extra veel lopen, maar alles is op één ding gericht: er is een groot feest en de hele wereld is welkom.

Op de megabeurs staan veel tijdelijke constructies gehuld in prachtige jurken. Met bedrukte lappen, perforaties, rieten matten, wiebelende flapjes, kralengordijnen dringen verleiding en gewenste identiteit zich op als bij een huid vol tatoeages. De feestjurken zijn aan de buitenkant mooier dan van binnen. En ‘s avonds hullen ze het hele expo-terrein in een fantastisch schijnsel. Better City, Better Life…. More Light.
In de landenpaviljoens worden veel geschiedverhalen verteld. Alle naties willen laten zien waar ze vandaan komen, wie ze zijn en wat ze kunnen. Daarnaast wordt het thema van de expo nogal belerend neergezet. Geen water verspillen, oplaadbare batterijen gebruiken, elektrisch vervoer, alle landen weten het en doen er aan. Allemaal willen ze er hier en nu in uitblinken. De een brengt die boodschap als een sprookje, de ander als bijna werkelijkheid. Talloze beeldschermen en beamers nemen met gemak iedere bezoeker in één grote virtuele beeldwereld op waar veel consensus lijkt te bestaan. De eendracht lijkt zo sterk dat je je verbaasd afvraagt waarom de milieutop afgelopen in Kopenhagen geen betere conclusie heeft opgeleverd. Maar aangezien het hier eendracht in een virtuele wereld betreft, is de echte vraag of de wereld met bijna werkelijkheid genoegen neemt.

Met vijf themapaviljoens verdeeld over drie gebouwen neemt gastland China veel ruimte om het credo Better City, Better Life met superlatieven nader toe te lichten. De themapaviljoens liggen verspreid over het expo-terrein. De constructie zal, net als het Chinese paviljoen, de hoofdas en het Cultuur Centrum, na de wereldtentoonstelling blijven staan.
De paviljoens Urban Footprint en Future Pavilion liggen in Puxi aan de Westoever van de Huangpu Rivier. Urban Footprint is ingericht door het Shanghai Museum en laat de geschiedenis van verschillende werelddelen zien als parallelle scheppingsverhalen waarin de ontwikkeling van de stad een hoofdrol speelt. In een verwarrend parcours langs originele kunstschatten uit de hele wereld en dwars door nagebeamde en nagebouwde legendes, is dit de afdeling ‘wereldculturen tussen kunst en kitsch’. Voor geïnteresseerden in de Chinese cultuur is het Shanghai Museum zelf meer de moeite waard.

Future Pavilion heeft onderdak gevonden in de ruim 100 jaar oude Nanshi elektriciteitscentrale die al een paar jaar buiten bedrijf is. Het is een van de weinige oude fabrieksgebouwen die hier mocht blijven staan. De centrale is omgeturnd tot een eigentijdse schone energiecentrale op basis van zonne-energie en rivierwater, en meer milieuvriendelijke technieken. De oude schoorsteen is nu een 165-meter hoge thermometer. Als gebouw streeft het naar een nationale 3-sterren-green-building-status. Voor de presentatie binnen is het Spaanse bureau Ingeniaqued verantwoordelijk. Zij laten duurzame stadsprojecten zien en hebben voorbeelden gekozen uit onder meer Beijing, Kobe, Lyon, Canberra en San Diego.

In Pudong aan de Oostoever van de Huangpu Rivier vlakbij het Chinese paviljoen en de hoofdas van het terrein zijn in één grote hal de drie themapaviljoens Urban Planet, City Being en Urbanian bij elkaar gebracht. De hal zelf is ontworpen door Zeng Qun van het Architectural Design & Research Institute van Tongji University. Na het Chinese paviljoen is deze hal de grootste expohal ooit. De grootste kolomvrije overspanning van Azië met een binnenhoogte van 22 meter, heeft 80.000 vierkante meter tentoonstellingsruimte dat overdekt wordt met 30.000 vierkante meter zonnepanelen, genoeg om 2500 gezinnen in Shanghai van energie te voorzien. Bovendien wordt het eco-gehalte van het paviljoen nog eens extra uitgedragen door de beplante gevels aan de west- en oostzijde, de grootste groene muren ter wereld.

Drie grote hallen en twee kleintjes zijn zo in de grote doos geschoven dat er een atriumachtige hoofdas ontstaat en twee smalle zijstegen. Bij deze opzet zou Zeng Qun de Shanghaise linong in gedachten hebben gehad. (De linong is een woonsteeg, een kleinschalige stedelijke structuur die eind 19e eeuw ontstond in het snel groeiende Shanghai.) Maar deze verwijzing naar een geschiedenis die bijna geheel is gesaneerd, overtuigd niet door de enorme schaal van het gebouw. De smalle linong ademt drukte en nabijheid van de burengemeenschap, om de indeling daarmee te associëren is deze hal veel te strak gesneden en ook te clean. Veel herkenbaarder zijn de principes van de origami vouwkunst in de ingenieus gevouwen gevels en het dak. Constructie, vorm, lichtdoorlatendheid en stand van de zonnepanelen vormen een doorsmeed geheel.
De hele hal meet ruim 200 bij 300 meter en dat is een groot blok als je het ene themapaviljoen verlaat en op zoek gaat naar de ingang van het volgende paviljoen. Vanwege de verwachte drukte en de hekken die van lange rijen een compacte massa moeten maken, bevindt iedere ingang zich aan een andere zijde en zijn de ingangen volledig buiten zicht als je een paviljoen verlaat.

In het themapaviljoen Urban Planet staat de relatie tussen de mens en de aarde centraal. Hier wordt de planeet met al haar voorzieningen als een kloppend hart voorgesteld. Rondom een grote bol is een parcours gecreëerd waarlangs staat aangegeven hoelang het duurt voordat allerlei bronnen van brandstoffen en mineralen uitgeput zullen zijn, als we onze huidige exploitatie van de aarde voortzetten. Vervolgens zijn er allerlei prachtig vormgegeven gebods- en verbodsborden en natuurlijk ontbreken de inmiddels bekende uitvindingen niet, zoals het model van een elektrische auto.
In het tweede themapaviljoen City Being wordt gepoogd de stad als een organisme voor te stellen waar het parcours je doorheen leidt. Je voelt je vooral heel klein als je gelijkvloers naast de enorme treinen staat en onder rioolstelsels doorloopt. De pleinen worden voorgesteld als de meest vitale organen van de stad. Er wordt de tango gedanst maar tot het eigentijds uitbuiten van de openbare ruimte via bijvoorbeeld een flash mob komt het niet.

Urbanian Pavilion – foto Thijs Wolzak

Bij binnenkomst van het Urbanian Pavilion vergeet je de enorme buitenmaten van de doos volledig. In de entreehal met grote gele, rode en blauwe lettersculpturen nemen de ogen het over van de vermoeide voeten. Vanaf nu wordt de enorme ruimte op een aangename wijze verdeeld. Je aarzelt even of het wel betreden mag worden, maar computerschermen met enquêtes over jouw leefruimte in jouw stad maken met touchscreens duidelijk dat jij hier gewenst bent. Menige suppoost is echter net zo in de war en stuurt je liever meteen door naar de roltrappen die het startpunt zijn van een reis door werelddelen. De volledige hoogte van de hal wordt hier meteen ingezet. Boven de roltrappen hangen de werelddelen met ledjes verbeeldt, een rood verlichte kabel doorboort de steden die onderweg worden aangedaan. Het Amsterdamse bureau Kossmann.dejong weet de volle 22 meter meteen acceptabel te maken, ze hanteren de schaal van de doos met gemak. Met hetzelfde gemak wordt iedere vorm van moralisme vermeden. Deze presentatie is een documentaire waar je doorheen wandelt, en dat is op deze expo een enorme opluchting.

De documentaire volgt zes families die wonen in Melbourne, Sao Paolo, Phoenix, Rotterdam, Zengzhou en Greater Accra in Ghana. Het parcours loopt door hun stedelijke levens heen via de thema’s Wonen, Werken, Communiceren, Leren en Gezondheid. Ieder thema heeft een stedelijke setting die overal even probleemloos is verschaald. De verhouding van gebouwd decor en virtueel beeld, de ruimte en de informatieoverdracht zijn heel plezierig. Waar het parcours een vergezicht vraagt, maar de routing een andere richting moet nemen, is een barrière van hekwerken opgenomen waar fietsen in zijn gehangen. Ook een stedelijke beat ontbreekt niet tussen de steigers en bouwvakkers.

Je moet de tijd nemen om alles te bekijken want de suppoosten houden niet van mensen die nog even terug willen. En als de beeldschermen rondom zijn aangebracht blijkt het onmogelijk de stedelijke ritmes over zes werelddelen gelijktijdig waar te nemen. Zo’n zaal stimuleert de nieuwsgierigheid en zorgt ervoor dat je aan de drie kwartier die voor het totale parcours staat, bij lange niet genoeg hebt. Er zijn allerlei generieke getallen over hoe men woont in een grote stad, maar er is ook aandacht voor details zoals het aantal sloten dat ieder op zijn voordeur heeft. Aan een goede documentaire wil je meer overhouden dan het plezier van goede eventarchitectuur, maar bij de uitgang zoek je vergeefs naar een brochure met staatjes. De beelden van de indrukwekkende boekenhal blijven op het netvlies plakken, evenals de vondsten waarmee blikken, kratten en ladekastjes worden ingezet, en zelfs het tandenpoetsen in de zes steden, maar voor je het weet verwar je het plezier van deze niet moralistische documentaire met het stedelijk welbevinden van de zes families. Een conclusie ontbreekt, de bezoeker moet die zelf maar trekken, als hij daar gezien de overweldigende hoeveelheid informatie, toe in staat mag worden geacht.

Op de wereldtentoonstelling overheerst overal het event, het feest van beter, groter en meer. Tussen alle feestelijke parades over het terrein zou echter een optocht van rijdende elektrische auto’s niet misstaan hebben. Met één functionerend model per deelnemend land had dat een overtuigender en realistischer perspectief gegeven op een Better City, Better Life dan 1000 beamers bij elkaar.

Urbanian Pavilion – foto Thijs Wolzak