Recensie

Uitchecken kan niet meer

CBP moet gegevensopslag Apple onderzoeken – Brede invoering mobiel betalen dichterbij – Veel gratis applicaties sturen gevoelige data door – Google verzamelde data via Street View – ANWB krijgt tienduizenden mails over kilometerheffing – TomTom introduceert een geïntegreerde navigatie en radio-oplossing – Cameratoezicht wordt uitgebreid.

Zomaar wat koppen van internetartikelen die aangeven hoe ver (digitale) technologie inmiddels in het dagelijks leven doorgedrongen is. Bij zo’n beetje alles wat je doet word je vastgelegd of geregistreerd. Niet alleen thuis, maar ook op het werk, onderweg en in de openbare ruimte. Het Rathenau instituut deed onderzoek naar deze digitalisering. In de publicatie Check in / Check uit beschrijven de auteurs Christian van ’t Hof, Floortje Daemen en Rinie van Est verschillende (Nederlandse) cases en toekomstscenario’s.

In de vormgeving van het boek is ook interactie tussen papier en de digitale wereld gezocht. Door het gebruik van afbeeldingen waarin tags verwerkt zitten is het mogelijk via je eigen mobiele telefoon (met mobiel internet) extra achtergrondinformatie of filmpjes op te vragen en te bekijken. Het is elke keer een verrassing wat zich achter deze tags bevindt.

De beschrijvingen van de cases bieden een overzicht van de gebruikte technologie en de totstandkoming van de beschreven toepassing. Erg interessant zijn de cases over de OV-chipkaart en cameratoezicht. Daarnaast is er veel aandacht voor de ‘genetwerkte auto’. Niet alleen rekeningrijden komt daarbij aan bod. Er zijn meer systemen die auto’s in realtime kunnen volgen, bijvoorbeeld via de TomTom of mobiele telefoon.

In het boek wordt ingegaan op de technische achtergronden van dit soort systemen en de achterliggende databanken. De toon van deze beschrijvingen is neutraal. Er worden geen uitspraken gedaan over de gewenstheid van deze ontwikkelingen. Check in / Check uit is daarmee vooral een bron van informatie over hoe deze systemen werken, wat er precies wordt opgeslagen en voor hoe lang. Daarnaast geeft het boek richtlijnen over hoe met de verzamelde gegevens kan worden omgegaan, het gaat hierbij immers vaak om privacygevoelige informatie.

Het doel van de digitalisering is in de eerste plaats economisch. De informatie die bedrijven verzamelen over je verblijflocatie en voorkeuren wordt gebruikt om diensten aan te bieden die het leven makkelijker moeten maken – waar bevindt zich de dichtstbijzijnde geldautomaat bijvoorbeeld? Deze services zullen echter steeds persoonlijker worden. In Japan is bijvoorbeeld al geëxperimenteerd met billboards die reclame vertonen op basis van de gegevens die je telefoon uitzendt.

Wat in alle cases opvalt is dat in Nederland de gebruiker en het gebruiksgemak niet leidend zijn. De Nederlander moet gewoon meedoen. De digitalisering levert alleen voordelen en nieuwe mogelijkheden op voor bedrijven (en de meekijkende overheid). Zelfs wanneer de overheid de regie overneemt, zoals bij de invoering van de OV-chipkaart werd er niet geluisterd naar de eisen die de reizigersorganisaties aan de invoering stelden.

De consument heeft geen enkele invloed hebben op de ‘virtuele’ persoonlijkheid die zij in allerlei databanken opbouwt. Het boek doet de oproep om die eigen ‘virtuele’ ik juist wel te kunnen controleren of gebruiken. Wat is er mis met inzicht in je eigen aankopen bij de AH via de database van de bonuskaart? En  waarom kan je alleen bij een persoonlijke OV-chipkaart al je reizen terugzien?

Voor de architect of vormgever die zich afvraagt in hoeverre, en op welke manier, het gebruik en de vormgeving van de openbare ruimte door de digitalisering verandert, bevat Check in Check uit weinig informatie. Directe invloed op de publieke ruimte is nu alleen zichtbaar in het openbaar vervoer. De talrijke poortjes brengen een scheiding aan tussen de niet-reizigers en de reizigers op plekken waar die scheiding er voorheen niet toe deed.

De grootste effecten van de digitalisering zullen echter sociaal van aard zijn. Zij uiten zich in het gebruik van de openbare ruimte door individuen. Zelf vraag ik bijvoorbeeld bijna nooit meer de weg. Met mijn telefoon met GPS en google maps weet ik immers – in ieder geval binnen Nederland – altijd waar ik ben. Door de constante opslag en het gebruik van privacygevoelige informatie verandert onze verhouding tot privacy. We zijn altijd mobiel bereikbaar, twitteren en zetten (bijna) alles op Facebook of Hyves. Steeds meer mensen die je niet of nauwelijks spreekt zijn zo op de hoogte van wat je doet en bezig houdt.

Ondanks de experimenten met de vormgeving is er weinig over deze veranderingen terug te vinden in Check in Check uit.  Maar dat was ook niet de bedoeling van de schrijvers. Het is een neutraal boek dat goed inzicht geeft in de verzamelwoede van persoonlijke informatie door commercie en overheid en hoe weinig invloed we daar zelf op hebben.