Recensie

De Dutch Design Lobby

Design is fascinerend, het kan zowel kunst als een super functioneel gebruiksvoorwerp zijn, een unicum of een massaproduct, het is soms hijgerig, totaal overbodig en hypercommercieel, maar het kan ook zooo gelukkig maken. Dutch Design Week verbindt business en design, de negende editie is 20 oktober in Eindhoven van start gegaan.

Afstudeerproject van Roel de Boer: Man and animal can share the same space

Nadat de mannen van BAVO haarfijn de positie van de geëngageerde kunstenaar hebben ontleed en geanalyseerd, en vervolgens het Actieprogramma Kunstenaarsparticipatie hebben geformuleerd, heeft dit collectief nu zijn aandacht verlegd naar het fenomeen Dutch Design. Het resulteerde in de pr-brochure Dutch Design Lobby Eindhoven. Een sterk merk voor innovatie en economisch succes in design. Zoals de aard van een pr-brochure dicteert, staat deze vol ronkende, zalvende en holle management speak, uiteraard klinken alleen maar positieven geluiden en is toekomst niet zonnig, maar zelfs tropisch.
“Innovatieve designproducten zijn het toonbeeld van de unieke omgangsvorm tussen creativiteit en business van de Dutch Design Lobby […] Designers ontwikkelen innovatieve producten met het oog op hun progressieve uitbating door de markt. […] Het zakelijke oogmerk van Dutch Design is dus geen toevoegsel dat van buitenaf wordt opgedrongen. Zakendoen is een existentiële dimensie van design: het is de bestaansvoorwaarde ervan.[…] De Dutch Design Lobby staat voor een productief evenwicht tussen creativiteit en business, ontwerp en ondernemen, de mens en de markt. De wereldwijde bekendheid van Nederlandse topdesigners en jonge talenten bewijzen het succes van deze combinatie […] De Dutch Design Lobby is Nederlands meest doeltreffende wapen tegen de crisis […] Dutch Design is het kloppende hart van de duurzame en robuuste Nederlandse economie die iedereen wil.”
Pas aan het einde toont de Lobby zijn ware gezicht.
“De Dutch Design Lobby verzet zich tegen overmatige publieke investeringen gericht op fysieke infrastructuren, museale instellingen, publieksevenementen en individuele ontwerppraktijken. Deze goedbedoelde initiatieven verstoren de precaire ecologie van het Dutch Design en parasiteren op haar succes. De Dutch Design Lobby zal in samenspraak met de betrokken gemeentelijke en rijksoverheden maatregelen uitwerken om de geldkraan richting creatieve industrie toe te draaien. De geijkte marktprocessen van vraag en aanbod en het vrij verkeer van goederen en personen bieden de beste garantie op kansrijke designondernemingen.”
Wie de pr-brochure gelezen heeft, kan niet anders dan met DDL-ogen in Eindhoven rondlopen.

Op drie grote tentoonstellingen die in het kader van de DDW zijn georganiseerd, is de aanwezigheid van de Lobby merkbaar. Meesterlijk Design en Ambacht is een verkoopbeurs voor design en toegepaste kunst – een stand zonder pinautomaat is een grote uitzondering. Meesterlijk “brengt goed ontwerp en vakmanschap binnen handbereik van een groot publiek.[…] Er worden bijzondere producten gepresenteerd, gemaakt door ontwerpers en vaklieden die hun vak verstaan en een grote passie hebben voor het materiaal” zo valt op de website te lezen. Op het eerste gezicht mag Meesterlijk een doorsneeverkoopbeurs lijken voor een doorsneepubliek met vooral veel aparte sieraden, hoedjes en tassen, maar schijn bedriegt. “De Dutch Design Lobby is het glijmiddel van de Dutch Design Week. Het faciliteert de hoofdactiviteit van dit jaarlijkse evenement, drukt haar stempel op de diverse producten en bepaalt het slagen of falen ervan.” En dus wordt het initiatief ondersteund door het Hoofdbedrijfschap Ambacht en er is een heus comité van aanbeveling met daarin onder andere Li Edelkoort, en Richard Hutten.

Afstudeerproject van Eveline Visser: A city for a mixed bird community

In Het Klokgebouw staat alles in het teken van de mantra Design = ondernemen. Ondernemen = design. “Marktsucces hangt niet af van de grootte
of professionaliteit van je praktijk. Als veelbelovende eenmanszaak of als
succesvol bureau… Dutch Design staat of valt met jouw ondernemersmentaliteit.”
De ruimten waar voorheen de kunststof voor de Philipsradio’s werd geproduceerd zijn getransformeerd tot pitch-arena’s. Meer dan honderd exposanten bedelen om de aandacht van de bezoeker , het is vooral een kakofonie aan beelden. Toch is wel enige ordening zichtbaar en wel op type bedrijf. Zo is er een hal met ‘onafhankelijke ontwerpers’ – lees ontwerpers die de markt willen betreden en vooral op zoek zijn naar een product, er is een hal waar bedrijven als Trespa en organisaties als de provincie Noord-Brabant zich presenteren, en de hal Going Dutch. Hier worden producten getoond die de Nederlandse versie van de Red Dot Design Award hebben ontvangen: de Erkenning Goed Industrieel Ontwerp. Op de website staat: “Een Erkenning Goed industrieel Ontwerp® versterkt de geloofwaardigheid, vergroot de bekendheid van het product en maakt het kansrijker op de markt.” Mocht u menen hier een vleugje BAVO te ontwaarden, dan heeft u het mis. Ook de wijze van exposeren is weinig origineel en doet denken aan de opstelling in het Red Dot Design Museum in Essen.

Hoe anders is het in de Witte Dame waar eindexamenwerken te zien zijn van studenten van de Design Academie. Alle presentaties zijn in en op eenzelfde grijze drager geplaatst, en ook de toelichting op de werken is uniform. Juist door deze eenvoudige, bindende elementen ziet de tentoonstelling er super professioneel uit: geen visuele ruis, geen merkbare profilering van, en onderlinge concurrentie tussen de verschillende afdelingen. Nee, de focus ligt totaal op de individuele presentaties van de studenten. Te zien zijn twee verdiepingen vol sprankelende, nog niet door de markt vermalen ideeën: vrolijk, verrassend, met liefde en passie gemaakt; bruikbaar en soms ook niet; sociaal geëngageerd en soms ook niet. Je wenst zo vurig dat deze net afgestudeerde ontwerpers hun frisheid zullen behouden en dat ze niet totaal in de greep komen van de Dutch Design Lobby. Maar de gretigheid en professionaliteit waarmee sommige studenten in de pitch-stand sprongen zodra iemand stil hield voor hun werk, doet echter vrezen dat de Dutch Design Lobby reeds behoorlijk geïnfiltreerd is in de opleiding.

Een collectief dat zich tot nu toe lijkt te onttrekken aan de Lobby zijn de mensen achter Next Nature. Op de DDW staan zij met de Nanosupermarkt midden in het winkelgebied op het 18 Septemberplein. De supermarkt is een oude SRV bus die getransformeerd is tot een soort Knight Rider’s K.I.T.T. In de bus staan producten uitgestald waar nanotechnologie in is verwerkt en veelal zo dat het product vergaand op de wensen van de individuele consument kan worden aangepast. Dat nanotechnologie wordt gebruikt in ons voedsel is niets nieuws, maar het wordt anders wanneer een fles nanodrank veranderd kan worden in een Merlot door deze in de magnetron te plaatsen. Toch meer trek in een Pinot Noir? Plaats de fles dan gewoon wat langer in de magnetron. Nano in je tandpasta, niets ongewoon, maar wat te denken van Nanolift Physical Photoshop? In plaats van Botox wordt er Nanolift foundation onder de huid gespoten en met de NanoLiftstick kan de gebruiker zelf de vorm van het gezicht bepalen, iedere dag opnieuw. De Nanosupermarkt is Dutch Design op zijn best: conceptueel, maatschappijkritisch, verrassend en met koopmansgeest, want voor wie geïnteresseerd is: de Nanowijn is voor € 12,- te koop in de bus, pinnen kan.

Alle citaten in dit artikel komen uit de brochure Dutch Design Lobby tenzij anders staat vermeld.