Recensie

De Groene Smaragd

Een nieuwe zeshoekige flat tussen rechthoekige jaren-zestigers; eind januari opende het door Architectuurstudio BötgerOudshoorn ontworpen wijkzorgcentrum de Groene Smaragd gelegen in het Delftse Buitenhof.

Delft geeft elke wijk zijn eigen gezondheidscentrum. Budget en ambitie zijn hoog, voor het monofunctionele Delftse Buitenhof in Delft-Zuid resulteerde dat in functiemenging. Op de tweelaagse zorgvoorziening zijn twee lagen begeleid wonen (21 eenheden) toegevoegd. Beide functies worden op een bijzondere manier van elkaar gescheiden.

Mengen
Uitgangspunt van de architect was de verwevenheid van groen met gezondheid, en het gebouw met zijn omgeving. De zeshoekige Smaragd noemt BötgerOudshoorn een “zachte verschijning”, die “kleiner lijkt dan hij is en zich dus goed voegt in zijn omgeving”. De dominante luifels leggen de verbinding met de horizontale geleding van de aangrenzende galerijflats.
Het Groene in de naam verwijst niet alleen naar de hoge mate van duurzaameheid van het gebouw, maar ook naar de over de luifels hangende klimop die de relatie tussen binnen en buiten verzacht en de zon weert. Nu in het vroege voorjaar zijn alleen de geëmailleerd glazen gevelpanelen groen.

Scheiden
De functies zorg en begeleid wonen zijn strikt gescheiden. Dat begint al bij de entree. De plint van de gehele zuidwestelijke gevel is ingericht als ingang van het gezondheidscentrum; de ‘inpandige’ entree met de gefacetteerde plafond- en wangvlakken van kwetsbaar hout ontfermt zich over de bezoeker. De ingang van het begeleid wonen is bescheiden, om de hoek, in de aangrenzende noordwestgevel opgenomen.
De vier bouwlagen zouden één atrium of vide delen als de tweede verdiepingsvloer niet door zou lopen. Zowel in functie als wat betreft de
eisen van het bouwbesluit is het onmogelijk deze twee functies fysiek met elkaar te verbinden. Nu wordt die vloer slechts geperforeerd door drie zeshoekige lichthappers, spiegelingen van de footprint. De lichthappers benadrukken de scheiding. In het zorgcentrum lijken het daklichten met daarboven een hemel. Bij het begeleid wonen lijken ze licht te happen voor een ondergrondse ruimte.

Omarming
De verdiepingen worden gedragen in de gevel en door een binnenring van kolommen waardoor een vrije indeling mogelijk is. Interessant is het ontstaan van de zeshoek. De plattegrond toont een ruit met ongelijke zijden. Een parallellogram van vier flats. Een omarmende vorm. De zeshoekige buitenzijde ontstaat als het ware door het afslijpen van de twee scherpe hoeken van het parallellogram tot twee extra facetten. In het zorgcentrum wordt de zeshoek weer tevoorschijn getoverd door afvlakking van de scherpe inwendige hoeken van de ruitvormige vide met binnenwanden en balustraden.

De architect als slijper. BötgerOudshoorn heeft het ontwerp toegsneden op alle aspecten, waaronder het creëren van meer gezamenlijkheid dan de gebruikers gewend waren. Belangrijk voor de gezamenlijkheid zijn de centrale vides. De afwezigheid van een rechthoekig patroon geeft de vides dynamiek, met name op de begane grond door de facettering van de vide en de lichthappers. Perspectieven wijken als een zuurtje waarvan de smaken met de lagen tevoorschijn komen.

Bij een beoordeling strijden meerdere facetten om voorrang. De omarming in de hal van het zorgcentrum is indrukwekkend, maar ook letterlijk. De centrale woonkamer in het begeleid wonen is een mooie hoge gezamenlijke ruimte, maar je kunt niet ongezien je kamer bereiken. De scheiding door de tweede verdiepingsvloer met de reflectieve lichthappers zorgt voor spektakel, maar het breekt de potentiële vide wel in twee afgesloten ruimten; als de lichthappers ook lucht zouden happen zou er een welkome luchtstroom op gang komen. De gedistingeerd fonkelende geëmailleerde gevelpanelen op het ruwe hout vormen een fijn contrast. Een eensluidend oordeel is lastig, ook daarin blijft het gebouw een edelsteen met meerdere facetten.