Recensie

‘Je moet van Céramique niet iets proberen te maken wat het niet is’

De eerste schetsen uit 1988 voor het Maastrichtse stadsdeel Céramique tonen een Ramblas-achtige levendigheid. Tweeëntwintig jaar later, nu het laatste gebouw is opgeleverd en de wijk formeel voltooid is, wordt het stadsdeel door velen als saai ervaren. Club Céramique toont de dromen en de weerbarstige werkelijkheid.

In het kader van de manifestatie Club Céramique maakten Anuschka Blommers en Niels Schumm foto’s van bewoners in hun interieur, deze zijn in de openbare ruimte van de wijk te bezichtigen – foto Dennis Hambeukers

Op het voormalige terrein van de Maastrichtse aardewerkfabriek Société Céramique is een 23 hectare nieuw stadsdeel gerealiseerd op basis van een masterplan van de toen 38-jarige Jo Coenen. In de wijk vind je gebouwen van wereldberoemde architecten als Aldo Rossi, Álvaro Siza en Mario Botta naast gebouwen van Maastrichtse architecten als Wiel Arets, Jo Coenen, Jo Janssen en Arno Meijs. Céramique is een internationaal schoolvoorbeeld voor stedelijke vernieuwing, is een knap staaltje publiek-private samenwerking, heeft Maastricht op de architectuurkaart gezet, en trekt jaarlijks vele liefhebbers van architectuur en stedenbouw. Nu het laatste gebouw is opgeleverd en daarmee het stadsdeel formeel is voltooid, rijst de vraag wat de Céramique eigenlijk is. De toenmalige intenties van de ontwerpers botsen met de huidige realiteit. Of zoals een van de bewoners het verwoordde: “Je moet van Céramique niet iets proberen te maken wat het niet is.”

Het was de intentie van de ontwerpers om een mediterraan aandoende wijk te creëren en iets van het karakter van straten in het oude centrum op te roepen. Met hoogwaardige architectuur en stedenbouwkundige kwaliteit zou Céramique op een natuurlijke wijze aansluiting moeten vinden met de binnenstad. In de wijk zelf zijn winkels, culturele instellingen, een bibliotheek, cafés, supermarkten, een theater, kantoorgebouwen, appartementen en zelfs een restaurant met twee sterren gevestigd. Volgens de theorieën zijn alle ingrediënten aanwezig voor een bruisende woon-werk-winkel-culturele wijk met veel sociale interactie. De realiteit is echter dat het er erg rustig is, sommigen noemen het zelf saai. In tegenstelling tot de goede bedoelingen van de ontwerpers komt de wijk moeilijk tot leven. De slogan van woningverhuurder Vesteda voor Céramique is op dit moment dan ook ‘wonen in de luwte…’.

Hoe komt het dat Céramique maar niet tot leven komt? Heeft het met de samenstelling te maken – er wonen vooral bejaarden en kapitaalkrachtige hoogopgeleide dertigers? Zijn er voldoende onderlinge sociale contacten en activiteiten in de wijk? (Die blijken er nauwelijks te zijn.) En de hamvraag: staat het ontbreken van onderlinge sociale contacten en activiteiten de binding van de bewoners met de wijk in de weg? Ter gelegenheid van de voltooiing van de wijk, deed NAiM/Bureau Europa – zelf gevestigd in Céramique – onderzoek naar het sociale kapitaal van de wijk door zichzelf tijdelijk te transformeren tot clubhuis.
In ‘Club Céramique’ vinden tal van activiteiten plaats en maakt de bezoeker kennis met bewoners, de wijk en de verhalen. De bewoners van de wijk zijn door NAiM/Bureau Europa uitgenodigd om ideeën voor het clubhuis aan te dragen, ze worden ondervraagd naar hun beweegredenen om in de wijk te wonen, en worden op verschillende manieren geportretteerd. In Club Céramique vindt men ook achtergrondinformatie over het ontstaan van de wijk en gaan bewoners in gesprek met architecten van een aantal woongebouwen.

Tijdens een van die gesprekken – op locatie – ontmoetten de intenties en verwachtingen van de architect, in dit geval Jo Janssen, en de ervaring van de bewoners elkaar. De avond begon met een korte presentatie door de architect over de achterliggende ideeën en ontstaansgeschiedenis van het gebouw. Piazza Céramique is een van de recentere projecten in de wijk. In zijn ontwerp adresseert Janssen een aantal stedenbouwkundige kwesties die in de wijk spelen. Zo heeft hij geen gesloten bouwblok met een publieke binnentuin gemaakt, maar een openbaar plein dat door drie gebouwen begrensd wordt; Janssen ontwierp de twee appartementenblokken. Piazza Céramique oogt introvert en dit wordt versterkt door de atria die zich diep in de gebouwen bevinden en vanwaaruit de appartementen worden ontsloten. Janssen heeft met zijn ontwerp een eigen invulling aan het masterplan gegeven en heeft misschien wel het beste de genius loci van Céramique getroffen, meer een wijk waar mensen zich terug trekken dan bruisend en extrovert.

Al gauw bleek dat de architectonische fascinaties en concepten van de architect wel in het gebouw voelbaar zijn, maar dat de finesses daarvan buiten de belevingswereld van de bewoners vallen. Het gesprek ging al snel in de richting van de afwerking – in de klachten over de afwerking van het gebouw konden de bewoners en de architect elkaar wel vinden, maar de mogelijkheden voor de architect om hier iets aan te toen tijdens de bouw zijn in het huidige systeem beperkt – en de mogelijkheden voor sociale activiteiten en interactie. Het waren voornamelijk de oudere bewoners van Piazza Céramique die naar de bijeenkomst waren gekomen. Pogingen van hen om een sociale activiteit in de semi-publieke ruimten van het gebouw te organiseren, bleken te stranden op de tegenwerking van de andere bewoners en Vesteda, de eigenaar van het gebouw. De andere bewoners vinden het niet goed dat er vreemden in het gebouw komen en Vesteda wil niet dat het gebouw beschadigd raakt. De activiteiten in het tijdelijke clubhuis van NAiM/Bureau Europa lijken dus een uitkomst, maar of het een effect op langere termijn sorteert is afwachten.

Club Céramique bevraagt het effect van architectuur op de ontwikkeling van sociaal kapitaal. Architecten en stedenbouwkundigen kunnen van alles bedenken, maar het eindresultaat ontwikkelt zich uiteindelijk buiten hun invloedssfeer. De bruisende intenties in de eerste ontwerpen zijn in ieder geval nog niet gerealiseerd. Temidden van de vele loftuitingen op de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteiten van Céramique, legt het clubhuis in ieder geval de vinger even op een zere plek.