Opinie

Eigenwaarde en stedenbouw

Vooruitdenken levert op de lange termijn het meeste op. Dat duurt de meeste beleggers te lang. Het neoliberalisme zoekt daarom naar manieren om sneller meer geld te genereren. Vastgoedontwikkeling is er hier een van. Een overheid die mee wil profiteren, wordt verleid haar bevolking als doelgroep te zien. Hiermee verliest ze niet alleen contact met haar bevolking, maar ook met haar eigen bestaansrecht. Het schept wantrouwen en kan ten koste gaan van een gezonde samenleving. Daarom is het belangrijk te weten hoe de stedelijke omgeving tot stand komt en vooral tegen welke prijs. Het heeft allemaal te maken met onze eigenwaarde.

ontwerp Jeroen Heester

Vastgoed stedenbouw
Stedenbouw betreft de ontwikkeling van vastgoed en vastgoed is een beleggingsobject. Concurrentie op de vastgoedmarkt en een duurder wordende verzorgingsstaat leiden tot scherpere rendementseisen. Dit geldt voor zowel overheden als marktpartijen. Onrendabele vastgoedonderdelen zoals overmaat aan ruimte verdwijnen. De minimummaten worden door Bouwbesluit en verkeersadviezen beschermd en zijn al jaren de standaard. Als een overheid meer bouwmassa toestaat op een stuk grond, kan diezelfde overheid daar meer geld voor vragen bij verkoop aan een ontwikkelaar. Als gevolg daarvan leven we te midden onze eigen beperkingen en we accepteren dit. Het stadsontwerp is gedevalueerd tot een saldo van potentiële grondopbrengsten die soms al op voorhand zijn uitgegeven in een meerjarenbegroting. De verleiding van het geld heeft Ruimtelijke Ordening tot een middel gemaakt, in plaats van een ruimtelijke doelstelling. Het resultaat is een overgereguleerd, risicomijdend landschap van vastgoedprojecten waar alle emotie aan ontbreekt. Van de mens, als emotioneel wezen, wordt verwacht dat hij zijn gehele leven hierin doorbrengt.

Emotie en betrokkenheid zijn kwetsbaar in een landschap van financiële gretigheid. Daarom is het van belang hier aandacht aan te schenken in de stedelijke omgeving. Nederland is met haar integratie van overheidsgebouwen en kunst toonaangevend in Europa. Een vergelijkbare regeling zou aan openbare ruimte- en stedenbouw-budgeten gekoppeld kunnen worden. Verrekend in de grondprijs kan de stedelijke leefomgeving haar emotie hervinden en kan een psychologisch gezonde leefomgeving aangeboden worden.

Dwang stedenbouw
De fysieke verschijningsvorm van de sociaaldemocratie was haar openbare ruimte: daarin was alles en iedereen gelijk en oefende de overheid haar macht uit. Dat deze openbare ruimte niet meer functioneert, blijkt uit geluiden uit de samenleving; een stijgende vraag naar veiligheid en een dalend vertrouwen in de overheid. Bovendien lijkt de maatschappelijke noodzaak om in een openbaar stratennetwerk andersdenkenden en andersgezinden tegen te komen van minder belang dan een groter parkeeraanbod. Ook in de vastgoed roept het sociaaldemocratisch mixen van sociale huurwoningen met koopwoningen in hetzelfde bouwblok steeds meer vragen op.
In het huidige neoliberalisme draait alles om de markt en om haar individuele wensen. Om Ruimtelijke Ordening aan te laten sluiten bij deze maatschappelijke verandering moet opnieuw naar de basis gekeken te worden. Een nieuw, flexibel bestemmingsplan dat niet meer focust op het scheiden van functies, maar op de flexibele wensen van het individu lijkt hierop aan te sluiten. Een flexibel bestemmingsplan houdt in een zonering met voorwaarden waarvan de exacte invulling niet volledig bekend is. Maar omdat Nederlandse en Europese Wetgeving dit eindbeeld juist wel eisen, als basis voor milieuonderzoeken, is een Ruimtelijke Ordening dat focust op vrijheid van het individu weinig kansrijk.

De bottom up kracht van een neoliberalistische stedenbouw lijkt daarom te liggen in het verzamelen van gelijkgezinden om als groep zelf hun ideaal te verwezenlijken: een vereniging van eigenaren in de vorm van collectief particulier opdrachtgeverschap of ondernemerschap. Het kan leiden tot geprivatiseerde woonbuurten of mini-samenlevingen, waarbij afspraken over zorg, kinderopvang, type voorzieningen en dergelijke, contractueel vastgelegd worden door de geselecteerde doelgroep. Aangename en onaangename voorbeelden om van te leren, bestaan al decennia lang onder de noemer Gated Communities. Zij leveren een scala aan verschijningsvormen waarvan sommigen opmerkelijk genoeg kenmerken vertonen van ‘custom made’ sociaaldemocratiën. Zelfs de meest idealistische levensvormen blijken mogelijk. Dit type blijkt bovendien zeer toepasbaar op de huidige netwerksamenleving waar relaties nauwelijks nog fysieke structuren vereisen, zoals een openbare straat of een plein. Maar met dit loslaten van openbare ruimten, verliest een overheid haar podium om macht uit te oefenen en daarmee een deel van haar macht. Precies deze transformatie naar een individualistische netwerksamenleving maakt de vraag voor wie de overheid nog nut heeft essentieel.

Thema stedenbouw
De politiek bepaalt hoe het geld wordt besteed om een stad te laten voldoen aan de wensen van haar kiezers. Dit gebeurt onconstructief genoeg in concurrentie met andere steden, waarvan per saldo beiden slechter worden. Omdat experimenteren met publiek geld risicovol is, wordt alleen geïnvesteerd in bewezen stedenbouwkundige succesformules. Overal komen dezelfde gezellige winkelstraatjes met ambachtelijke winkeltjes voor, net als een eigen PC Hooftstraat in iedere stad en het centrale plein met dezelfde grote warenhuizen, het ambitieuze kantoorpark, de zone met creatieve industrie; alle stedelijke gebieden volgen slaafs dezelfde mode.
Om dergelijke themastraten en -plekken te maken worden zowel menselijke als programmatische neigingen van ondernemers stelselmatig onderdrukt. Dit lokaal africhten van stedelijkheid wordt vaak stedenbouw genoemd en leidt tot het gewenste programmatisch autisme.
Waar het wringt is niet de dwang, maar de collectieve onwetendheid ervan. Is het in het maatschappelijk belang dat bezoekers van de themastraatjes en –plekken weten dat hier zware dwang achter schuil gaat? Of ligt geluk in onwetendheid en is het de verantwoordelijkheid van de wetende dit verborgen te houden teneinde geen geluksgevoel van de onwetenden te vernietigen? Stedenbouw en politiek komen in dit geval neer op de arrogante vraag of zelfstandig kritisch denken een keuze is, of een verantwoordelijkheid.
Met andere woorden: Is klakkeloos genieten van stedelijk autisme een recht van iedere inwoner, of is het de verantwoordelijkheid van een overheid om kennis te verspreiden om stedelijk bewustzijn te vergroten? Meer bewustzijn door kennis en experiment leidt namelijk tot meer inzicht en inzicht is van belang om knelpunten te duiden en om oplossingen te zoeken. Hierdoor kan een samenleving evolueren en actueel blijven. Dit maakt een samenleving sterker en weerbaarder.

Conclusie
De korte termijn scoringsdrang van de politiek en haar managers leidt tot onaangename rationele en overgereguleerde stedelijkheid. Daarnaast lijdt de afgunstige concurrentie tussen steden onderling, tot een passieve en zwakke samenleving. Met name het eerstgenoemde punt is door een samenleving eenvoudig te ontwijken door zich terug te trekken in geprivatiseerde woonbuurten, weinig verschillend van Gated Communities. Hierbinnen kunnen overheidstaken vervolgens nog verder geprivatiseerd worden.
Echter, nu bekend is dat neoliberalisme allerminst leidt tot meer kwaliteit voor minder geld, maar juist tot het tegenovergestelde, is het de vraag wie nog voor deze gemakkelijk te manipuleren burgers opkomt. Mocht de verkiesbare overheid zich geroepen voelen deze verantwoordelijkheid op zich te nemen, dan is Ruimtelijke Ordening een krachtig wapen waarmee diezelfde overheid respect en liefde kan tonen om haar doelgroep voor zich terug te winnen. Met tegemoetkoming aan actuele wensen win je dankbaarheid. Met lange termijn ingrepen win je vertrouwen. Het geeft ziel en charme aan een stedelijk gebied, warmte aan haar bewoners en het toont hoeveel we onszelf eigenlijk waard vinden.