Opinie

BK City niet SLIM

In tegenstelling tot wat veel mensen denken is de als tijdelijk bedoelde behuizing van de Delftse faculteit Bouwkunde verre van duurzaam. Het gebouw is prachtig, daar niet van, maar het vreet energie en het binnenklimaat is bar slecht. Hoogste tijd, nu de tijdelijke gebruikstatus in een definitieve is veranderd, om daar iets aan te doen. De faculteit vroeg onder de titel BKCity SLIM aan vier teams van jonge architecten en klimaatadviseurs om een integrale visie. Met een dramatische uitkomst. Hoe een faculteit het eigen vak dreigt te verraden.

Het begon zo mooi toen de commissie in het voorjaar van 2010 de doelstellingen voor een duurzaam Bouwkunde formuleerde:
“BK City moet een spraakmakend duurzaam gebouw worden met hoge architectonische kwaliteit en aandacht voor de monumentale waarde. Door innovatie wil BKCity SLIM slimme, volledige en in de praktijk werkende oplossingen voor het gebouw zodat het energieverbruik flink afneemt en tegelijkertijd slim wordt omgegaan met het noodzakelijke onderhoud. Kortom: een streven naar een energieneutraal en CO2 neutraal monument met lage exploitatielasten.’
En het was zo ambitieus en genereus om deze taak in de vorm van een visievoorstel aan jonge teams van architecten en klimaatadviseurs op te dragen.
‘Op basis van “TU” kennis van de markt zijn er een viertal combinaties (architecten, installatieadviseurs en duurzaamheiddeskundigen) benaderd en uitgenodigd een integraal ontwerpplan/visie/voorstel in te dienen, zowel wat ruimte als installatie betreft, met voorstellen voor gefaseerde realisering in de tijd.’
De vier combinaties waren 2012 architecten en CDC, Laura Alvarez Architecten en DGMR, Doepel Strijkers Architects en DWA en Except. Opmerkelijk is dat Laura Alvarez, een van de winnaars van de ideeënwedstrijd Building for Bouwkunde, opnieuw meedeed en nu dus voor de tweede keer wordt teleurgesteld in haar opdrachtgever. Want wat gebeurde er?

De teams presenteren een integrale visie op de opgave. Let op dat woord integraal, het wordt vaak en met verve gebruikt door het management en door de onderwijsstaf.
Na presentatie van de plannen kiest de beoordelingscommissie geen winnaar, wordt evenmin bekend gemaakt dat de voorstellen allemaal onder de maat zijn, noch dat een tweede ronde noodzakelijk is of een nieuwe opgave met nieuwe integrale teams. Nee, men gaat op eigen houtje een beetje shoppen in de voorstellen en bereidt daar een soepje naar eigen smaak uit. De integrale teams worden bedankt voor hun moeite. Ze zijn niet meer nodig. Een architect is sowieso niet meer nodig, dat kunnen we zelf wel met behulp van Job Roos, de coördinerend architect van BKCity (die overigens ook in de beoordelingscommissie zat, en die hiermee dus expliciet stelt dat hij het beter weet en beter kan dan de deelnemende architecten) en wat deelopdrachtjes voor de klimaatadviseurs.
Of in de woorden van het beoordelingsrapport:
1) ‘De differentiatie in voorstellen en aanbevelingen maakt een enkelvoudige keuze voor één van de vier deelnemende combinaties niet logisch en dus niet mogelijk.”
NB: Men vraagt eigenzinnige, integrale visies, en klaagt vervolgens dat deze differentiatie een keuze voor een of meer teams 'niet logisch'  en ‘dus’ onmogelijk maakt. Een merkwaardig soort logica.
2) ‘Het verdient dus aanbeveling om uit de combinatie per onderdeel een andere adviseur te betrekken.’
NB: let vooral op dat ‘dus’
3) ‘Gelet op de beperkingen, die de architectonische voorstellen in meerdere opzichten hebben maakt betrokkenheid van de architecten uit de combinaties niet logisch en is dus niet noodzakelijk.’
NB: De beoordelingscommissie kan zelf niet kiezen, vergeet het uitgangspunt van integraal ontwerp en ‘dus’ is het logisch om de architecten maar helemaal op een zijspoor te zetten en zelf wat te gaan hobbyen.
4) ‘Het opstellen van het totaalplan met klimaatconcept en de coördinatie zal door de staande organisatie verzorgd moeten worden d.m.v. een stuur- en projectgroep met FMVG, FM e.a. o.l.v. de decaan van de faculteit Bouwkunde en met ondersteuning van de vigerend coördinerend architect en de betrokken hoogleraren Duurzaamheid van de TU.‘
NB: let hier op de managements-kromtaal die we inmiddels zo goed van Bouwkunde kennen: ‘coördinatie’, ‘staande organisatie’, ‘stuur- en projectgroep’, ‘vigerend coördinerend architect.’ Vertaling: Bekijk ‘t , we doen ’t lekker zelf.
Let ook op de Verdeel en Heersstrategie die het Delftse management nu al jaren met succes toepast om de boel onder controle en de gemoederen kalm te houden. Verdeel het 'probleem' in hapklare, te managen brokjes, gooi de betrokken coordinerend architect en hoogleraren een kluifje toe en hou een paar brokjes achter de hand. Lok eventuele klagers binnen de omheining van stuur- en projectgroepen en gooi ze van veilige afstande de laatste brokjes toe.

Over de conclusie van de beoordelingscommissie zou de faculteit Bouwkunde van de TU Delft zich diep, erg diep moeten schamen. Een school die architecten opleidt, pleegt hiermee het ergste verraad dat je aan het vak kun plegen: het ontkennen van de eigen deskundigheid en noodzaak. De faculteit denkt – net als de eerste de beste ontwikkelaar, net als het eerste het beste aannemertje – dat dat ontwerpen eigenlijk niet zoveel voorstelt, dat je zo'n architect een paar schetsjes laat maken en hem dan de laan uitstuurt en de rest beter zelf kunt doen.
Het is meer dan treurig. Als dit een officiële Europese Aanbesteding was geweest, als de deelnemende architecten niet jong, maar oud en kapitaalkrachtig waren geweest, dat was de faculteit al lang voor de rechter gesleept. Nu is het aan de faculteitsgemeenschap zelf. Als die ook maar een knip voor de neus waard is, wordt tegen deze gang van zaken net zo lang geprotesteerd tot het vak en de architecten weer enigszins serieus worden genomen.

En zo ver is het nog lang niet. Zes weken geleden stuurden de ontwerpteams een protestbrief naar de beoordelingscommissie, de decaan, de Rijksbouwmeester en zo nog wat betrokken personen. Ze wachten nog steeds op een steekhoudend en serieus antwoord.
Het volledige beoordelingsrapport dat tot voor kort als openbaar document op de website van de faculteit te vinden was, is sinds kort van de website verdwenen. Misschien is dat dan het begin van een heroverweging. Laten we het hopen, want deze gang van zaken is Bouwkunde onwaardig.