Kor Zijnstra ontwierp architectuurprotheses voor de Strokartonfabriek De Toekomst II te Scheemdageven waardoor hij de ruïne een nieuw leven geeft en het proces van verval als kwaliteit inzet.
Wat een prothese typeert is dat deze op maat is gemaakt en geen betekenis heeft zonder zijn drager. Hetzelfde geldt voor deze architectuurprotheses, die kunnen ook niet op zichzelf staan. Ook zij ontlenen hun bestaansrecht aan hun drager, in dit geval de ruïne. Zonder de ruïnemuren te restaureren of te renoveren bieden de architectuurprotheses naast constructieve stabiliteit vooral een nieuwe dimensie in het gebruik. Ze brengen de bezoeker als een soort urban explorer op bijzondere plekken die voorheen onbereikbaar waren.
Het eigen gewicht van de architectuurprotheses wordt gereduceerd door de toepassing van kunststof materialen. Zo kan bij toekomstig verval van de protheses geen archeologische vertroebeling ontstaan. De daadwerkelijke draagconstructie wordt van vezelversterkte kunststof gemaakt, de huid van translucente kunststoffen. De architectuurprotheses zullen zich in het donker als een lampion in het karkas manifesteren en aanvullende terreinverlichting overbodig maken. Uitsluitend middels de architectuurprotheses wordt alles gefaciliteerd wat nodig is voor het nieuwe gebruik.
Bij aanvang van deze studie is de voormalige Strokartonfabriek De Toekomst II te Scheemda een van Nederlands grootste ruïnes. Het complex ligt dicht bij de Blauwe Stad, een ontwikkeling die als woongebied geen succes is, maar het toerisme wel een impuls heeft gegeven. Rondom het Oldambtmeer bundelen kleine ondernemingen de krachten in de vereniging Het Blauwe Lint die zich richt op het toerisme. Vanuit het perspectief van deze groeiende sector diende zich de nieuwe functie aan: een podium voor cultuur en toerisme. Tot de verzameling nieuwe voorzieningen behoren: een klimtoren met kraaiennest, een restaurant en een culturele binnenplaats voor diverse openluchtfestiviteiten variërend van braderie tot danceparty. Deze functies komen voort uit het netwerk van lokale ondernemers.
Op basis van stabiele en dus nog bruikbare muren is de interventiezone met protheses in het hart van de ruïne gesitueerd. Daaromheen zal een groene zoom ontstaan waar het verval door mag gaan, waar gedemonteerde spanten als artefacten worden geëtaleerd en vegetatie zich eerder als beschermer dan vernieler van de ruïne zal ontplooien.
Door het achterwege laten van bewegwijzering zullen de architectuurprotheses gaan fungeren als lokaas. De ontdekkingstocht zal uiteindelijk via trappen en een galerij naar de ingang van het restaurant voeren. De restaurantprothese hangt over twee muren van het karkas en maakt geen direct contact met de ruïnebodem. Daarmee geeft het ruimte aan de kenmerkende en spontane vegetatiegroei. Verticale openingen in deze prothese dragen bij aan de leefcondities van deze onderwereld, maar vooral ook aan het zicht hierop vanuit het restaurant. De samengestelde dakconstructie verbindt en ligt op de ruïnemuren. Vloervelden die aan deze constructie hangen, geven extra drukkracht in, en bieden daarmee stabiliteit aan de bestaande ruïnemuren.
De voormalige schoorsteen wordt een klimtoren met bovenaan een kraaiennest-prothese. Trekstangen trekken de kurk via de uitkijkpost naar beneden waardoor extra drukkracht, en daarmee stabiliteit, in de schoorsteen ontstaat. De binnenplaats is een volledig open en vrije ruimte voor diverse openluchtfestiviteiten. Aan de buitenzijde daarvan zijn protheses, zoals een portiersunit, lockerruimte, toiletten en een expositiesleuf gesitueerd, waardoor dit gebruik van de binnenplaats relatief eenvoudig is. Het omkeren van deze oorspronkelijke binnenruimte naar buitenruimte is in overeenstemming met de ruïnebeleving. Op de verdieping boven de ruïnemuren vormt de reeks van protheses een omloop met plekken rondom de binnenplaats.
Door deze interventie van architectuurprotheses zullen niet de handicaps van de ruïne worden benadrukt, maar vooral de nieuwe kansen en mogelijkheden voor samenwerking, waarbij het silhouet langer behouden blijft in plaats van elk detail. Verval mag en kwetsbaarheid is een kwaliteit!
opleiding / studierichting
Academie van Bouwkunst Arnhem / architectuur
mentoren
Erik de Leeuw, Wim Korvinus, Annemariken Hilberink, Ralph Brodrück
wanneer begonnen met afstuderen
september 2008
wanneer klaar
juni 2010
favoriete ontwerper
UTZON, vooral vanwege zijn integriteit. Ik heb namelijk een bloed hekel aan architecten-ego's.
favoriete project
Een favoriet project heb ik niet. Maar Bagsværd Church van Utzon en Hedemark Cathedral meuseum van Sverre Fehn komen zeker in de top tien lijst voor…
wat doe je nu
Ik werk als ontwerper bij I'M architecten, actueel project is renovatie gemeentehuis Doetinchem.