Feature

Vladimir Slapeta?

Tijdens zijn vakantie in het toen nog Tsjecho-Slowakije ging Ton Verstegen op zoek naar Vladimir Slapeta, auteur van het in 1978 verschenen Praha 1900-1978 průvodce po moderní architektuře.

In de gemeentelijke bibliotheek van Praag stuit ik op een boekje Praha 1900-1978 průvodce po moderní architektuře. Jaar van uitgifte is 1978, de auteur Vladimir Slapeta.
‘Kan ik het boekje ergens kopen’, vraag ik de stroeve bibliothecaresse.
‘Nee, uitverkocht’.
‘Kan ik het dan lenen?’
‘Nee het wordt niet uitgeleend’.
Na wat heen en weer gepraat mag ik er wat uit kopiëren. Ook dat is nog een heel gedoe, met die priemende blik van de bibliothecaresse in mijn rug.

Ik moet bekennen dat ik op dat moment – 1990 – nog nooit gehoord had van Slapeta. Zijn boekje maakt nieuwsgierig naar de modernistische architectuur in de stad en naar de auteur.
‘Laten we op zoek gaan naar Vladimir Slapeta’, zeg ik tegen mijn vriendin.
‘Ja leuk’, antwoordt ze, ‘dan zijn we geen toeristen meer. We hebben een opdracht’.
Na wat inleidend speurwerk komen we te weten dat Slapeta verbonden is aan het Národni technické muzeum in Praag waar hij hoofd is van de afdeling architectuur. Een dame vertelt aan de telefoon dat hij er alleen op donderdag en vrijdag is, ‘maar zeker weet je het nooit, hij is nogal beweeglijk en veel op reis. Weet u wat, probeert u ook de Technische Hogeschool eens, daar komt hij ook veel’.
Bij de Technische Hogeschool krijg ik steeds geen gehoor. Waarschijnlijk al met vakantie. Donderdag bel ik opnieuw met de dame van het Národni.  Helaas, ze heeft Slapeta niet gezien. Vrijdag hetzelfde liedje. De vriendelijke dame geeft me na enig aandringen wel zijn privé-nummer. Op dat nummer krijg ik zijn vrouw aan de lijn. ‘Nee, mijn man is een paar dagen geleden vertrokken naar Brno en zal daar zeker tot begin volgende week blijven. Belt u dan nog eens’.

Met de kopie van Slapeta’s gids in de hand bekijken we inmiddels uitgebreid de moderne architectuur van Praag. Dankzij het boekje maken we kennis met kubistische architectuur en met Villa Müller natuurlijk, van Adolf Loos. Er is zoveel. We bezoeken een tentoonstelling Czech Functionalism in galerie Fragnera, georganiseerd door Alvin Boyarsky van de AA Londen, in samenwerking met het National Museum of Technology en met dank aan Vladimir Slapeta. Daar heb je hem weer. Die man moet heel belangrijk zijn.
‘Moeten we hier wel mee doorgaan?’, vraag ik mij af.
‘Natuurlijk’, zegt mijn vriendin.

We vertrekken uit Praag, richting Ceské Budejovice. Aardig, maar we worden toch weer een beetje toerist. Zo vernemen we dat hier het Budweiser bier vandaan komt. Onze Praagse queeste blijft ons door het hoofd spoken. Een week later bel ik vanuit Budejovice of Budweis opnieuw met mevrouw Slapeta.
‘Ja mijn man is terug. Er zijn wat vrienden op bezoek maar ik zal vragen of hij aan de telefoon komt’. Op de achtergrond hoor ik vrolijke stemmen.
‘Hello, Slapeta here‘.
‘Mister Slapeta, sorry for disturbing your meeting. I have one question. Is your booklet about modern Prague architecture still available?‘
Ik meen een zucht te horen. ‘It’s a shame, it is still not reprinted. Everybody is asking me. I hope this year‘.
‘Oh, that’s a pity. But many thanks anyway, I got a copy and enyoyed very much walking with it in Prague‘.
Terug op het terras breng ik verslag uit.
‘Wat?’, roept  mijn vriendin uit, ‘je had hem aan de lijn en je laat hem ontsnappen? Je gaat terug en je vraagt of je iets kunt afspreken’.
Opnieuw mevrouw Slapeta aan de lijn en daarna  mijnheer Slapeta.
‘So sorry, mister Slapeta, but I forgot to ask you if we could make an appointment in Prague‘.
‘But why, as I told you the book is sold out‘.
‘I understand, but still I would like to meet you. I am from Holland, write about architecture, teacher in Arnhem at the School of Architecture‘. Bla bla bla.
‘Yes, I know Holland, I was in Delft several times‘.
Het blijft enige tijd stil. Ik zie de opdracht mislukken.
Dan ineens: ‘OK, come next Friday to café Knotek about 14. 00 o’clock, Palackého namesti 40. I often have lunch there with my colleagues‘.

Wij gaan terug naar Praag en zijn op de afgesproken tijd in het café, vlakbij de Palackéhobrug over de Moldau. We zoeken een plekje in de hoek en monsteren de klanten. Wie is Slapeta? Ik stel me een beschaafd gezelschap voor aan de lunch, maar hier drinkt iedereen bier.
‘Hij komt niet’, stel ik vast, ‘alles voor niks’.
In een laatste poging  stap ik op een uitgelaten groepje af dat al die tijd achter grote pullen bier zit.
‘Excuse me. Does somebody happen to know Vladimir Slapeta?‘
‘I am Vladimir Slapeta‘, zegt een man met een blozend rond gezicht en dito postuur
Dan stomverbaasd, ‘but how do you know that I am here?‘
Ik vertel hem van ons telefoongesprek twee dagen daarvoor. Maar hij kan zich er niets van herinneren.

Het wordt een heel genoeglijke middag. We praten over zijn boekje, architectuur in Tsjecho-Slowakije, in Nederland. Slapeta vertelt van zijn vele vrienden in Delft: Gerrit natuurlijk, en Rem, en Otakar. Komend jaar gaat hij hen weer opzoeken. Ik nodig hem uit dan ook naar Arnhem te komen.
Nog meer pullen bier. Slapeta, inmiddels Vladimir, pakt mijn notitieboekje en tekent zijn  biografie in plattegronden van de door hem en zijn gezin bewoonde huizen. Modernistische plattegronden, zijn geboortehuis is ontworpen door zijn vader, de maten steeds erbij, oplopend met de gezinsuitbreidingen: Anna, Barbara, Tereza.

Het jaar daarop deed Slapeta ook Arnhem aan en hield er een mooie lezing.