Recensie

Architectuur als sociale transformator

Dat architectuur, kunst en stedenbouw effect uitoefenen op het algehele leefklimaat is een gegeven. Toch worden in architectuurreflecties maar zelden de getuigenis van gebruikers meegenomen. In de tentoonstelling en het gelijknamige boek Testify! The Consequences of Architecture zijn het juist de bewoners en gebruikers die de architectuur beoordelen. Vijfentwintig projecten, verspreid over vijf continenten die hun oorsprong vonden in een lokaal actueel probleem zijn op deze wijze geanalyseerd.

Testify! The Consequences of Architecture is een vervolg op de tentoonstelling Architectuur als Noodzaak. Nederlandse ontwerpen voor de toekomst en maakt onderdeel uit van de innovatieagenda van het Nederlands Architectuurinstituut.
De projecten die voor Testify! zijn geselecteerd variëren van woningen, scholen, bibliotheken en community-centers, tot experimenten van interdisciplinaire think-tanks en onderzoeksgroepen. Wat opvalt bij de gerealiseerde projecten zijn de problemen waarvoor men een oplossing moest verzinnen. Naast de ‘algemene’ problemen als degraderende ecologie, woningtekorten en onveiligheid, is er het probleem van een negatief imago, dat als een rode draad door de verhalen loopt. Dit negatieve imago heeft zijn uitwerking op de houding van bewoners en gebruikers; zij voelen zich achtergesteld en dragen vervolgens nauwelijks verantwoordelijkheid voor de leefkwaliteit van de wijk. En zo ontstaat er een neerwaartse spiraal. Door een kunst/architectonische/stedenbouwkundige ingreep kan dit negatieve imago worden doorbroken.
Dit proces lijkt een cruciale rol te spelen in het succes van de projecten, het werkt als een soort city-branding. ‘Whole my life I prayed for God sending me a sign, but never expected that to be two dutch painters, turning my steet into a marvel‘. Deze veelzeggende uitspraak is van een favela bewoonster over het project Favella Painting in Rio de Janeiro, een project waar twee Nederlandse kunstenaars, Jeroen Koolhaas and Dre Urhahn, grauwe favela’s transformeren tot kleurrijke urbane kunstwerken. Het heeft op een positieve manier op mondiale schaal aandacht gegeven aan de favela’s. Bewoners zijn trots op hun ‘nieuwe’ woonomgeving en er is aanzienlijk minder geweld op straat. Het dealcircuit neemt ogenschijnlijk af en het trekt publiek aan wat anders alleen maar op veilige afstand de favela’s had waargenomen.

Imagoverbetering speelde ook een belangrijke rol bij Parque Explora, toevallig ook een project in Zuid Amerika. Sinds een jaar of twintig kampen verschillende wijken in Medellín (Colombia) met een slecht imago. Dit had onder andere te maken met een gebrek aan openbare ruimte en infrastructuur. Met het door Alejandro Echeverri Arquitectos ontworpen Parque Explora zijn een hoogwaardig park en gebouw gerealiseerd. In het gebouw bevindt zich een bibliotheek, ruimten voor scholing en andere openbare voorzieningen. ‘The park helps people understand that we are not a bad neighbourhood like some people say’, stelt studente Alejandra Navarro Durán. Het nieuwe park en de voorzieningen worden alom gewaardeerd en er is veel werkgelegenheid ontstaan waaronder (informele) handel in het park. Het educatiecentrum biedt veel jongeren toegang tot kennis en sociale interactie. ‘Life has changed – you have friends in the park, you go to visit them’ aldus Harold Giraldo, een breakdancer. Voorheen hadden Harold en zijn vrienden geen veilige plek om af te spreken en nu is er altijd wel iemand in het park aan het trainen of hangen waarbij hij zich kan aansluiten.

In tegenstelling tot reguliere architectuurkritiek wordt in Testify! niet de maagdelijke architectuur behandeld en verbeeld, maar wordt gereflecteerd in hoeverre het totale project de oorspronkelijk gestelde maatschappelijke problemen oplost. Esthetiek speelt in de reflectie van de gebruikersgroepen wel een rol, maar wordt integraal opgenomen in het totaaloordeel van het project.
Dit soort projecten ontwikkelen zich nooit zonder slag of stoot, het is dan ook jammer dat bijna nergens in het boek en in de tentoonstelling, de vinger op zere plekken wordt gelegd, waardoor er minder te leren valt voor toekomstige projecten dan curator Lukas Feireiss in het voorwoord doet voorkomen. Er worden hier en daar op foutjes gewezen, veelal procesonderdelen en zwaktes in het eindresultaat, maar het proces van het vallen en opstaan wordt niet beschreven, terwijl dat onvermijdelijk deel uit zou moeten maken van een innovatieagenda. Een diepere analyse van de fouten zou een waardevolle aanvulling zijn geweest aangezien de scheidslijn bij dergelijk experimentele projecten tussen slagen en falen in de meest delicate nuances zit.

De tentoonstelling is een bezoek zeker waard. De onomstotelijke overtuiging van de projectmakers en ontwerpers dat architectuur, stedenbouw en kunst veel meer dan alleen in fysiek faciliterende zin de wereld kan verbeteren, werkt erg inspirerend. En voor wat extra vitaminen is het boek dat zich op elk moment laat lezen, een goede aanvulling op de boekenplank.